INSTALLATIE
Storingen verhelpen
Storingindi-
Oorzaak fout
catie
BRON MIN
De gedefinieerde min. brontemperatuur werd niet gehaald.
IWS NICHT PAR
Warmtepomptype werd niet in de regelaar gedefinieerd.
Foutenlijst voor WP-type 3 en 3*
Storingindicatie
Oorzaak fout
LAGEDRUK
De beveiliging voor de minimale lage druk is in werking gesteld (gedu-
rende 10 seconden lager dan 2 bar)
ERR ND-DRUCK
Meerdere keren in werking stellen van de beveiliging "LAGEDRUK" in een
gedefinieerd tijdsbestek gedurende het compressorbedrijf.
MIDDENDRUK
De beveiliging voor de minimale middendruk is in werking gesteld (ge-
durende 10 seconden lager dan 2 bar)
ERR MD-DRUK
Meerdere keren in werking stellen van de beveiliging "MIDDENDRUK" in
een gedefinieerd tijdsbestek gedurende het compressorbedrijf.
HOGEDRUK
De hogedrukbewaking heeft geschakeld (schakelpunt 42 bar)
ERR HD-DRUK
Meerdere keren in werking stellen van de beveiliging "HOGEDRUK" in een
gedefinieerd tijdsbestek gedurende het compressorbedrijf.
GEEN VERMOGEN
Hoge druk stijgt niet significant boven de lage druk na het opstarten van
de compressor en een wachttijd
ERR K VERMOGEN
Meerdere keren in werking stellen van de beveiliging "GEEN VERMOGEN"
in een gedefinieerd tijdsbestek van het compressorbedrijf (hoge druk <
lage druk + 2 bar binnen 120 seconden)
MIN OVERVERHIT
Oververhitting van het koelmiddel aan de verdamperuitgang of aan de
compressoringang ligt te lang onder de toegelaten grenswaarde (over-
verhitting is < minimale waarde oververhitting binnen 10 minuten)
ERR M-OVH-IWS
Meerdere keren in werking stellen van de beveiliging "MIN OVERVERHIT"
in een gedefinieerd tijdsbestek gedurende het compressorbedrijf.
KOUDE GEBREK
Onverwacht hoge afwijking van de voorstuurkarakteristiek van de ope-
ningsgraad van het expansieventiel
ERR K-GEBR-IWS
Meerdere keren in werking stellen van de beveiliging "KOUDE GEBREK" in
een gedefinieerd tijdsbestek gedurende het compressorbedrijf.
AFW TOERENTAL COMP ND
Toerentalafwijking compressor tussen de nominale waarde en de werke-
lijke waarde gedurende een gedefinieerd tijdsbestek
ONTDOOIEN
Aanvoertemperatuur, vorstbeschermingstemperatuur < 10 °C of debiet <
10 l/min (WPL 15), < 15 l/min (WPL 25) tijdens ontdooibedrijf is te laag
ERR ONTDOOIEN
Meerdere keren in werking stellen van de beveiliging "Ontdooien" in een
gedefinieerd tijdsbestek gedurende het compressorbedrijf.
HEXSCHAKELAAR
De schuifschakelaar WP-type van de IWS is niet correct ingesteld.
HD-SENSOR-MAX
De beveiliging voor de maximale hoge druk is in werking gesteld (42 bar) Debiet van de verwarming te laag. Ingestelde kamer-
HEETGAS MAX
Persgastemperatuur heeft de grenswaarde overschreden (140 °C)
ERR T-VOR IWS
Sensorwaarde van de aanvoersensor ligt buiten het toegelaten waarde-
bereik
ERR T-RUE IWS
Sensorwaarde van de retoursensor ligt buiten het toegelaten waardebe-
reik
ERR T-FRO IWS
Sensorwaarde van de vorstbeschermingsensor ligt buiten het toegelaten
waardebereik
ERR T-VFL IWS
Sensorwaarde van de condensoruitgangssensor ligt buiten het toegelaten
waardebereik
IWS NICHT PAR
Wamtepomptype werd niet bij de regelaar gedefinieerd
ERR T-AUS IWS
Sensorwaarde van de buitentemperatuursensor ligt buiten het toegelaten
waardebereik
ERR T-UITL IWS
Sensorwaarde van de uitlaatluchtsensor ligt buiten het toegelaten waar-
debereik
ERR T-EIN IWS
Sensorwaarde van de injectietemperatuursensor ligt buiten het toegela-
ten waardebereik
ERR T-PERSGAS
Sensorwaarde van de compressoringangssensor (persgastemperatuur
compressor) ligt buiten het toegelaten waardebereik
ERR T-VER IWS
Sensorwaarde van de verdampertemperatuursensor ligt buiten het toe-
gelaten waardebereik
ERR T-VERWARMEN IWS
Sensorwaarde van de persgastemperatuursensor ligt buiten het toegela-
ten waardebereik
46
| WPM 3
Mogelijke oorzaak / oplossing
Controleer en wijzig eventueel de minimale brontemperatuur. Contro-
leer het debiet van de bron: controleer de brondimensionering
Met parameter Warmtepomptype de warmtepomp selecteren
Mogelijke oorzaak / oplossing
Koelmiddel is ontsnapt. Expansieventiel gaat niet open.
Verhelp de oorzaak. Voer daarna een reset van de WPM
uit.
Koelmiddel ontsnapt, expansieventiel opent niet
Verhelp de oorzaak. Voer daarna een reset van de WPM
uit.
Controleer het debiet en de sensorkoppeling van de
verwarmingszijde.
Verhelp de oorzaak. Voer daarna een reset van de WPM
uit.
Controleer de zekeringen.
Verhelp de oorzaak. Voer daarna een reset van de WPM
uit.
Expansieventiel werkt niet correct.
Verhelp de oorzaak. Voer daarna een reset van de WPM
uit.
Koelmiddellekkage. Expansieventiel werkt niet correct.
Verhelp de oorzaak. Voer daarna een reset van de WPM
uit.
Frequentieomzetter of compressor werken niet correct.
Waterdebiet te laag. Watertemperatuur te laag.
Verhelp de oorzaak. Voer daarna een reset van de
WPM uit.
Schakel de netstroom van de warmtepomp uit en stel
de schuifschakelaar correct in.
temperatuur/stooklijn te hoog.
Injectieventiel werkt niet correct. Expansieventiel werkt
niet correct, koelmiddellekkage.
Controleer de sensor, de bekabeling en de bijbehoren-
de stekkers. Vervang deze, wanneer ze defect zijn.
Controleer de sensor, de bekabeling en de bijbehoren-
de stekkers. Vervang deze, wanneer ze defect zijn.
Controleer de sensor, de bekabeling en de bijbehoren-
de stekkers. Vervang deze, wanneer ze defect zijn.
Controleer de sensor, de bekabeling en de bijbehoren-
de stekkers. Vervang deze, wanneer ze defect zijn.
Selecteer de warmtepomp via de parameter Warmte-
pomptype.
Controleer de sensor, de bekabeling en de bijbehoren-
de stekkers. Vervang deze, wanneer ze defect zijn.
Controleer de sensor, de bekabeling en de bijbehoren-
de stekkers. Vervang deze, wanneer ze defect zijn.
Controleer de sensor, de bekabeling en de bijbehoren-
de stekkers. Vervang deze, wanneer ze defect zijn.
Controleer de sensor, de bekabeling en de bijbehoren-
de stekkers. Vervang deze, wanneer ze defect zijn.
Controleer de sensor, de bekabeling en de bijbehoren-
de stekkers. Vervang deze, wanneer ze defect zijn.
Controleer de sensor, de bekabeling en de bijbehoren-
de stekkers. Vervang deze, wanneer ze defect zijn.
www.stiebel-eltron.com