INSTALLATIE
Montage
11.4 Elektrische aansluiting
11.4.1 Algemeen
GEVAAR Elektrische schok
Voer alle werkzaamheden voor elektriciteitsaansluitin-
gen en montage uit conform de nationale en regionale
voorschriften.
GEVAAR Elektrische schok
Aansluiting op het stroomnet is alleen als vaste aan-
sluiting toegestaan. Het toestel moet op alle polen met
een afstand van minstens 3 mm van de aansluiting van
het net losgekoppeld kunnen worden. Aan deze vereis-
te wordt voldaan met magneetschakelaars, vermogens-
schakelaars, zekeringen enz.
Info
De aangegeven spanning moet overeenkomen met de
netspanning. Neem de gegevens op het typeplaatje in
acht.
f Neem bij de elektrische aansluiting het betreffende elektrici-
f
teitsaansluitschema in acht.
De voedingsspanning op klem L en de door de energiemaatschap-
pij geschakelde fase L' moeten over dezelfde reststroombeveili-
gingsinrichting worden geleid, omdat ze in de WPM 3 een geza-
menlijke middelpuntader hebben.
f Let erop dat L en L' van dezelfde fase zijn.
f
f Scheid voor de montage de verwarmingsinstallatie op alle
f
polen van het stroomnet.
In de WPM 3 en de wandbehuizing zijn geen zekeringen voorzien
voor de aangesloten verbruikers. Via aansluiting L* resp. Pomp L
kan een zekering voor de aangesloten verbruikers ertussen ge-
schakeld worden (zie ook het aansluitschema van de warmte-
pomp).
Circulatiepomp en mengklep
f Neem bij de aansluiting de maximale belastbaarheid van het
f
relais (2 A/250 V AC) en de maximale belastbaarheid van de
regelaar (10 A/250 V AC) in acht.
Relaisuitgang "Circulatiepomp" kan, afhankelijk van de parame-
trering, verschillend gebruikt worden.
Materiële schade
!
f Sluit de door ons erkende, energie-efficiënte circula-
f
tiepompen aan.
Bij gebruik van energie-efficiënte circulatiepompen die
niet door ons toegelaten zijn, moet u een extern relais
met een schakelvermogen van ten minste 10 A/250 V AC
of onze relaismodule WPM-RBS gebruiken.
De volgende energie-efficiënte circulatiepompen hebben wij toe-
gelaten voor directe aansluiting op de warmtepompmanager:
UP 25/7.0 E
UP 25/7.5 E
UP 30/7.5 E
WPKI-HK E
30
| WPM 3
Best.nr.:
232942
232943
233947
233602
WPKI-HKM E
11.4.2 Elektrische aansluiting WPMW 3
De kabeldoorvoeren op de wandbehuizing zijn geschikt voor vaste
en flexibele elektriciteitskabels met een buitendiameter van 6 mm
tot 12 mm.
Materiële schade
!
Installeer de BUS-kabels, de netaansluitkabels en de sen-
sorkabels gescheiden van elkaar.
Netspanning en zwakstroom zijn bouwkundig in de wandopbouw-
behuizing gescheiden ondergebracht.
f Leid de elektriciteitskabels van de zwakstroom telkens links
f
en rechts van onderaf in de wandbehuizing.
f Leid de elektrische netaansluitkabels boven de aansluitlaag
f
in de doorvoerschachten.
f Let er bij de aansluiting van de netspanning op dat de aard-
f
leiding volgens de voorschriften wordt aangesloten. Bevestig
alle elektriciteitskabels volgens de voorschriften direct onder
de wandbehuizing met trekontlastingen aan de wand. De
meegeleverde rode spieën zijn bestemd voor de bevestiging
van de elektriciteitskabels in de behuizing.
f Controleer de goede werking van de trekontlastingen.
f
Aansluiting BUS-kabel
f Installeer een J-Y (St) 2 x 2 x 0,8 mm² kabel als BUS-kabel
f
naar de warmtepomp.
X2
A1
A1
WPMW 3
A2
Bedieningseenheid / FEK
A3
Warmtepomp
Best.nr.:
233603
A3
A2
www.stiebel-eltron.com