INSTALLATIE
Ingebruikname
12.1 Menu INGEBRUIKNAME
Info
Alle menupunten zijn beschermd met een code en kun-
nen alleen door een installateur worden bekeken en in-
gesteld.
Info
Afhankelijk van het aangesloten warmtepomptype wor-
den in de individuele menu's niet alle toestelparameters
weergegeven.
Niveau 2
Niveau 3
CODE INVOEREN
TAAL
NEDERLANDS
ENGLISH
FRANCAIS
NEDERLANDS
ESPANOL
ITALANO
ZWEEDS
POLSKI
SUOMI
DANSK
CESKY
MAGYAR
BRON
BRONTEMPERATUUR MIN
BRONMEDIUM
VERWARMEN
REGELDYNAMIEK
HYSTERESIS
COMPRESSOR
MINIMALE ONTDOOITIJD
ONTDOOIEN BEGINNEN
STILSTANDTIJD
MAXIMALE STROOM
MINIMALE LOOPTIJD
DIMENSIONERING VER-
WARMING
CONSTANT VERMOGEN
CONDENSAATVERW. LINT
EENFASE-WERKING
DIRECTSTART
STILLE MODUS
REDUCTIE VENTILATOR
REDUCTIE VERMOGEN
WARMTEPOMP UIT
NOODBEDRIJF
RESET WARMTEPOMP
RESET FOUTLIJST
RESET SYSTEEM
36
| WPM 3
12.1.1 CODE INVOEREN
Om parameters te wijzigen, dient u de juiste code van vier tekens
in te stellen. De code die in de fabriek is geprogrammeerd, is 1
0 0 0
12.1.2 TAAL
Hier kunt u de menutaal kiezen.
12.1.3 BRON
Vorstbescherming voor brine/water-warmtepompen.
BRONTEMPERATUUR MIN
Niveau 4
Bij de instelling UIT vindt geen opvraging plaats over de tempe-
ratuur van de bronsensor.
Als de waarde onder de minimale brontemperatuur ligt, wordt de
compressor uitgeschakeld en wordt de stilstandtijd ingesteld. Na
het verstrijken van de stilstandtijd en als de vaste hysteresis van 2
K wordt overschreden, wordt de compressor opnieuw vrijgegeven.
Deze fout BRONTEMP MIN met knipperende gevarendriehoek
verschijnt op het display en wordt opgenomen in de storingslijst.
De bronpomp wordt altijd 30 seconden eerder ingeschakeld voor
de compressor start bij warmteaanvraag door de verwarming of
warm water.
ETHYLEENGLYCOL
WATER
KALIUMCARBONAAT
BRONMEDIUM
- ETHYLEENGLYCOL
- WATER
- KALIUMCARBONAAT
ONTWERPTEMPERA-
TUUR
WARMTEBEHOEFTE
12.1.4 VERWARMEN
BUITENTEMPERATUUR
REGELDYNAMIEK
De ingestelde regeldynamiek geeft een indicatie van de schake-
lafstand tussen de compressor en de trappen van de elektrische
nood-/bijverwarming. In normale situaties moet de vooringestelde
VERMOGEN
dynamiek voldoende snel en zonder schommelingen werken. Bij
VENTILATOR
snel reagerende verwarmingssystemen moet een kleinere waarde
ingesteld worden; bij zeer trage systemen een hogere waarde.
HYSTERESIS
Hier is het mogelijk om de inschakelhysteresis voor de warmte-
pomp in te stellen.
.
Materiële schade
!
De warmtepomp mag niet gebruikt worden met bron-
temperaturen lager dan – 9 °C.
Info
Na het uitschakelen van de warmtepomp heeft de bron-
pomp een naloop van 60 seconden.
Info
De warmtepomp mag alleen gebruikt worden als brine|-
water-warmtepomp.
www.stiebel-eltron.com