INSTALLATIE
Storingen verhelpen
Storingindicatie
Oorzaak fout
COMMUNICATIE IWS INV N
Weinig relevante communicatieobjecten tussen IWS en inverter werden
verschillende keren niet correct overgedragen.
COMMUNICATIE IWS INV H
Uiterst relevante communicatieobjecten tussen IWS en inverter werden
verschillende keren niet correct overgedragen.
INV H GROEPSFOUT 1
INV hoofdfout groepsfout 1
INV H GROEPSFOUT 2
INV hoofdfout groepsfout 2
INV N GROEPSFOUT 1
INV bijkomende fout groepsfout 1
INV N GROEPSFOUT 2
INV bijkomende fout groepsfout 2
Foutenlijst voor WP-type 4 en 4*
Storingindicatie Oorzaak fout
LAGEDRUK
De beveiliging voor de minimale lage druk is in werking gesteld (gedurende 240
seconden lager dan 1,0 bar).
ERR ND-DRUCK
Meerdere keren in werking stellen van de beveiliging "LAGEDRUK" in een gedefini-
eerd tijdsbestek gedurende het compressorbedrijf.
MIDDENDRUK
De beveiliging voor de minimale middendruk is in werking gesteld (gedurende 240
seconden lager dan 1,0 bar).
ERR MD-DRUK
Meerdere keren in werking stellen van de beveiliging "MIDDENDRUK" in een gede-
finieerd tijdsbestek gedurende het compressorbedrijf.
HOGEDRUK
De hogedrukbeveiligingsschakelaar van de ND-compressor (schakelpunt 29 bar)
of de hogedrukbeveiligingsschakelaar van de HD-compressor (schakelpunt 39 bar)
heeft geschakeld.
De ingestelde kamertemperatuur of de stooklijn is te hoog.
ERR HD-DRUK
Meerdere keren in werking stellen van de beveiliging "HOGEDRUK" in een gedefini-
eerd tijdsbestek gedurende het compressorbedrijf.
GEEN VERMOGEN
Hoge druk stijgt niet significant boven de lage druk na het opstarten van de com-
pressor en een wachttijd. (Hoge druk < lage druk + 2 bar binnen 120 seconden).
ERR K VERMOGEN
Meerdere keren in werking stellen van de beveiliging "GEEN VERMOGEN" in een
gedefinieerd tijdsbestek gedurende het compressorbedrijf.
MIN OVERVERHIT
Oververhitting van het koelmiddel aan de verdamperuitgang of aan de compres-
soringang van de hogedrukcompressor is te lang lager geweest dan de toegelaten
grenswaarde (oververhitting is < minimale waarde oververhitting binnen 5 minu-
ten).
ERR M-OVH-IWS
Meerdere keren in werking stellen van de beveiliging "MIN OVERVERHIT" in een
gedefinieerd tijdsbestek gedurende het compressorbedrijf.
KOUDE GEBREK
Onverwacht hoge afwijking van de voorstuurkarakteristiek van de openingsgraad
van het expansieventiel.
ERR K-GEBR-IWS
Meerdere keren in werking stellen van de beveiliging "KOUDE GEBREK" in een ge-
definieerd tijdsbestek gedurende het compressorbedrijf.
AFW TOERENTAL
Toerentalafwijking compressor tussen de gevraagde waarde en de actuele waarde
COMP ND
gedurende een gedefinieerd tijdsbestek.
I INV V ND
Beveiliging stroomonderbreking inverter ND-compressor is in werking gesteld.
OVERV INV V ND
Temperatuurbeveiliging inverter ND-compressor is in werking gesteld.
ROTOR KL V ND
Beveiliging rotor klemt voor ND-compressor is in werking gesteld.
START F V ND
Beveiliging start – fout voor ND-compressor is in werking gesteld.
UITG INV V LD
Beveiliging uitgang voor ND-compressor is in werking gesteld.
I INV V HD
Beveiliging stroomonderbreking inverter HD-compressor is in werking gesteld.
OVERV INV V HD
Temperatuurbeveiliging inverter HD-compressor is in werking gesteld.
ROTOR KL V HD
Beveiliging rotor klemt voor HD-compressor is in werking gesteld.
START F C HD
Beveiliging start – fout voor HD-compressor is in werking gesteld.
48
| WPM 3
Mogelijke oorzaak / oplossing
Inverterfout; controleer de bekabeling en de bijbeho-
rende stekkers. Vervang deze wanneer ze defect zijn.
Controleer de voeding van de inverter.
Inverterfout; controleer de bekabeling en de bijbeho-
rende stekkers. Vervang deze wanneer ze defect zijn.
Controleer de voeding van de inverter.
Inverterfout
Inverterfout
Inverterfout
Inverterfout
Mogelijke oorzaak / oplossing
Koelmiddel is ontsnapt. Expansieventiel gaat niet open.
Controleer de ventilator en de smeltzekering.
Verhelp de oorzaak. Voer daarna een reset van de WPM
uit.
Koelmiddel is ontsnapt. Expansieventiel gaat niet open.
Afsluitklep HD-compressor opent niet. Terugslagklep
ND-compressorbypass opent niet.
Controleer de ventilator en de smeltzekering.
Verhelp de oorzaak. Voer daarna een reset van de WPM
uit.
Controleer het debiet en de sensorkoppeling van de
verwarmingszijde.
Controleer de ingestelde kamertemperatuur of de
stooklijn.
Verhelp de oorzaak. Voer daarna een reset van de WPM
uit.
Controleer de zekeringen.
Verhelp de oorzaak. Voer daarna een reset van de WPM
uit.
Expansieventiel of aanstuurkop werkten niet correct.
Verhelp de oorzaak. Voer daarna een reset van de WPM
uit.
Koelmiddellekkage, expansieventiel werkt niet juist
Verhelp de oorzaak. Voer daarna een reset van de WPM
uit.
Frequentieomzetter of compressor werken niet correct.
Controleer de busverbinding van de frequentieomvor-
mer.
Waarde wordt automatisch gereset.
Controleer evt. de bekabeling van de compressor.
Waarde wordt automatisch gereset.
Reinig evt. het koelelement van de frequentieomvor-
mer.
Waarde wordt automatisch gereset.
Evt. is de netspanning voor de compressorvoeding te
laag of is de netimpedantie van de compressorvoeding
te hoog.
Evt. is de netspanning voor de compressorvoeding te
laag of is de netimpedantie van de compressorvoeding
te hoog.
Waarde wordt automatisch gereset.
Controleer evt. de bekabeling van de compressor.
Waarde wordt automatisch gereset.
Reinig evt. het koelelement van de frequentieomvor-
mer.
Waarde wordt automatisch gereset.
Evt. is de netspanning voor de compressorvoeding te
laag of is de netimpedantie van de compressorvoeding
te hoog.
www.stiebel-eltron.com