Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Dit apparaat voldoet aan de gelden-
de veiligheidsbepalingen.
Als het apparaat echter niet wordt
gebruikt voor het doel waarvoor het
is bestemd of als het op een ver-
keerde manier wordt bediend, kun-
nen personen letsel oplopen en kan
er materiële schade ontstaan.
Lees eerst aandachtig de gebruiks-
aanwijzing door voordat u uw mag-
netron voor het eerst gebruikt.
U vindt hierin belangrijke instructies
voor de veiligheid, het gebruik en
het onderhoud van het apparaat.
Dat is veiliger voor uzelf en u voor-
komt onnodige schade aan uw ap-
paraat.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing
zorgvuldig en geef deze door aan
een eventuele volgende eigenaar
van het apparaat.
Efficiënt gebruik
Deze magnetron is uitsluitend be-
stemd voor huishoudelijk gebruik
en wel voor het ontdooien, verwarmen,
koken, bakken, braden, grilleren en in-
maken van levensmiddelen.
Gebruik voor andere doeleinden is voor
eigen risico en kan gevaarlijk zijn. De
fabrikant kan niet aansprakelijk worden
gesteld voor schade die wordt veroor-
zaakt door gebruik voor andere doelein-
den dan hier aangegeven of door fou-
tieve bediening.
Kinderen mogen het apparaat al-
leen zonder toezicht gebruiken als
aan hen is uitgelegd, hoe ze het appa-
raat veilig kunnen bedienen.
Kinderen moeten zich van de gevolgen
van een foutieve bediening bewust zijn.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Technische veiligheid
Als de aansluitkabel is beschadigd
moet deze door de Technische
Dienst van Miele Nederland B.V. of
door een door Miele opgeleide vakman
worden vervangen.
Gebruik het apparaat niet met de
verwarmingssoort "Magnetron" als
– de deur van de oven is verbogen;
– de deurscharnieren los zitten;
– er gaatjes of scheuren in de ommante-
ling, de deur, de deurdichting of de
binnenwanden van de oven zitten.
Als de magnetron is ingeschakeld kun-
nen er in zo'n geval microgolven vrijko-
men, die gevaarlijk kunnen zijn voor de
gebruiker.
Maak de ommanteling van het ap-
paraat nooit open.
Als onder stroom staande delen wor-
den aangeraakt of als er iets aan de
elektrische en mechanische opbouw
van het apparaat wordt veranderd, kan
de gebruiker gevaar lopen en is het mo-
gelijk dat het apparaat niet meer goed
functioneert.
Voordat u het apparaat aansluit,
dient u de aansluitgegevens (span-
ning en frequentie) op het typeplaatje
met de waarden van het elektriciteits-
net te vergelijken. Deze gegevens moe-
ten beslist overeenkomen. Raadpleeg
bij twijfel een elektricien.
Het apparaat mag niet met een ver-
lengsnoer op het elektriciteitsnet
worden aangesloten. Het veilige ge-
bruik van het apparaat kan niet worden
gewaarborgd als het met een verleng-
snoer is aangesloten (gevaar voor over-
verhitting).
7