NL
NEDERLANDS
7.5.2 - OD: type installatie
Mogelijke waarden zijn 1 en 2, hetgeen staat voor een starre of een elast-
ische installatie.
Bij het verlaten van de fabriek is de waarde 1 ingesteld, die geschikt is
voor de meeste installaties. Als er sprake is van drukschommelingen die
niet gestabiliseerd kunnen worden aan de hand van de parameters GI en
GP, moet de waarde 2 worden ingesteld.
BELANGRIJK: in de twee configuraties veranderen ook de waarden
van de regelparameters GP en GI. Daarnaast zijn de waarden van GP
en GI die zijn ingesteld in modus 1 ondergebracht in een ander geheu-
gen dan de waarden van GP en GI die zijn ingesteld in modus 2. De
waarde van GP in modus 1 wordt derhalve bij overgang naar modus 2
vervangen door de waarde van GP in modus 2, maar wordt bewaard
en kan worden teruggevonden bij terugkeer in modus 1. Een zelfde
waarde die te zien is op het display heeft een ander gewicht in de ene
of de andere modus, aangezien het controle-algoritme verschilt.
7.5.3 - AD: configuratie van het adres
Dit is alleen van betekenis bij een aansluiting met meerdere pompen.
Deze parameter stelt het communicatie-adres in dat moet worden
toegewezen aan het apparaat. De mogelijke waarden zijn: automatisch
(default) of een handmatig toegekend adres.
Handmatig ingestelde adressen kunnen de waarden 1 tot en met 4 krij-
gen. De configuratie van de adressen moet homogeen zijn voor alle ap-
paraten waaruit de groep bestaat: ofwel automatisch voor alle apparaten,
ofwel handmatig. Het is niet toegestaan gelijke adressen in te stellen.
Zowel bij gemende toewijzing van adressen (enkele handmatig, andere
automatisch) als in het geval van identieke adressen wordt een fout ges-
ignaleerd. De foutsignalering verschijnt met een knipperende E in plaats
van het adres van de machine.
Als de gekozen toewijzing automatisch is, worden bij elke inschakeling
van het systeem adressen toegekend die kunnen afwijken van de vorige
keer, maar dit is niet van invloed op de juiste werking.
250
7.5.4 - MS: matenstelsel
Hiermee wordt het matenstelsel van de meeteenheden ingesteld, te
weten het internationale of het Britse stelsel. De weergegeven groot-
heden worden weergegeven in Tabel 13.
OPMERKING: de Engelse meeteenheid heeft een omrekeningsfactor
van de stroom gelijk aan 1 gal = 4l.
Weergegeven meeteenheden
Meeteenheid
Grootheid
internationaal
Druck
bar
Temperatuur
°C
Flusso
l / min
Tabel 13: Matenstelsel meeteenheden
7.5.5 - AS: koppeling van apparaten
Hiermee kan de modus voor aan-/loskoppeling worden geopend met de
volgende apparaten:
•
e.sy
Andere e.sybox-pomp voor werking in een pompgroep
die wordt gevormd door maximaal 4 elementen
•
COM
Communicatie-eenheid PWM Com
•
TERM
Remote terminal PWM Term
•
I/O
Besturingseenheid in- en uitgangen e.sylink
•
DEV
Eventuele andere compatibele apparaten
Menu Verbindingen
De pictogrammen van de verschillende aangesloten apparaten worden
weergegeven met hun identificatie-acroniem en het bijbehorende ont-
vangstvermogen eronder.
Meeteenheid
Brits
psi
°F
gal / min