Wanneer de opdracht pomp AAN of pomp UIT wordt gegeven, wordt dit
gecommuniceerd op het display.
In geval van werking in deze modus voor meer dan 5' zonder aan-
wezigheid van hydraulische vloeistof, zal de machine een alarm geven
wegens oververhitting en de fout PH melden.
Nadat de fout PH verdwenen is, zal de reset uitsluitend op automatische
wijze plaatsvinden. De resettijd is 15'; als de fout PH meer dan 6 maal
achtereen optreedt, neemt de resettijd toe tot 1 uur. Na de reset die volgt
op deze fout, blijft de pomp in stop totdat de gebruiker hem start met de
toetsen "MODE" "-" "+" .
7.4.1 - Status:
Geeft de toestand van de pomp weer.
7.4.2 - RI: snelheidsinstelling
Stelt de motorsnelheid in in tpm. Hiermee wordt het toerental op een
vooringestelde waarde geforceerd.
7.4.3 - VP: weergave van de druk
Druk van de installatie gemeten in [bar] of [psi], al naargelang het gebrui-
kte matenstelsel.
7.4.4 - VF: weergave van de stroming
Als deze geselecteerd wordt, maakt de stromingssensor het mogelijk de
stroming weer te geven in de gekozen meeteenheid. De meeteenheid
kan [l/min] of [gal/min] zijn, zie par. 7.5.4 - MS: Matenstelsel.
7.4.5 - PO: weergave van het opgenomen vermogen
Vermogen dat wordt opgenomen door de elektropomp in [kW].
Onder het symbool van het gemeten vermogen PO kan een knipperende
cirkel verschijnen. Dit symbool geeft het pre-alarm aan voor overschrijd-
ing van het maximaal toegestane vermogen.
7.4.6 - C1: weergave van de fasestroom
Fasestroom van de motor in [A].
Onder het symbool van de fasestroom C1 kan een knipperende cirkel
verschijnen. Dit symbool geeft het pre-alarm aan voor overschrijding van
de maximaal toegestane elektrische stroom. Als het symbool knippert met
regelmatige tussenpozen wil dat zeggen dat de overstroombeveiliging op
de motor op het punt staat in werking te treden en dat hoogstwaarschijn-
lijk ook zal doen.
7.4.7 - RS: weergave van de draaisnelheid
Draaisnelheid die wordt aangedreven door de motor in tpm.
7.4.8 - TE: weergave dissipatortemperatuur
7.5 - Menu Installateur
Houd vanuit het hoofdmenu de toetsen "MODE" en "SET" en "-" tegeli-
jkertijd ingedrukt totdat op het display de eerste parameter van het instal-
latiemenu verschijnt (of gebruik het selectiemenu door op "+" of "-" te
drukken). Met het menu kunnen diverse configuratieparameters worden
weergegeven en gewijzigd: met de toets MODE kan door de menupa-
gina's worden gescrold, met de toetsen "+" en "-" kan de waarde van de
betreffende parameter respectievelijk worden verhoogd en verlaagd. Om
het huidige menu af te sluiten en terug te keren naar het hoofdmenu,
druk op SET.
7.5.1 - RP: instelling van de drukverlaging voor herstart
Drukt de drukverlaging ten opzichte van de SP-waarde uit die herstart
van de pomp veroorzaakt.
Als de setpointdruk bijvoorbeeld 3,0 [bar] bedraagt en RP is 0,5 [bar],
vindt de herstart plaats bij 2,5 [bar].
RP kan worden ingesteld van een minimum van 0,1 tot een maximum
van 1 [bar].
In bijzondere omstandigheden (bijvoorbeeld bij een setpoint dat lager is
dan RP zelf) kan hij automatisch worden beperkt.
Om het de gebruiker gemakkelijker te maken verschijnt op de instelling-
spagina van RP de effectieve herstartdruk ook onder het RP-symbool, zie
Afbeelding 18.
Afb. 18: Instelling van de herstartdruk
NL
NEDERLANDS
249