NL
NEDERLANDS
7.1.3 - VP: weergave van de druk
Druk van de installatie gemeten in [bar] of [psi], al naargelang het gebrui-
kte matenstelsel.
7.1.4 - VF: weergave van de stroming
Geeft de momentane stroming weer in [liter/min] of [gal/min], al
naargelang het ingestelde matenstelsel.
7.1.5 - PO: weergave van het opgenomen vermogen
Vermogen dat wordt opgenomen door de elektropomp in [kW].
Onder het symbool van het gemeten vermogen PO kan een knipperende
cirkel verschijnen. Dit symbool geeft het pre-alarm aan voor overschrijd-
ing van het maximaal toegestane vermogen.
7.1.6 - C1: weergave van de fasestroom
Fasestroom van de motor in [A].
Onder het symbool van de fasestroom C1 kan een knipperende cirkel
verschijnen. Dit symbool geeft het pre-alarm aan voor overschrijding van
de maximaal toegestane elektrische stroom. Als het symbool knippert met
regelmatige tussenpozen wil dat zeggen dat de overstroombeveiliging op
de motor op het punt staat in werking te treden en dat hoogstwaarschijn-
lijk ook zal doen.
7.1.7 - Bedrijfsuren en aantal starts
Geeft op drie regels van het apparaat de uren van elektrische voeding,
de bedrijfsuren van de pomp en het aantal inschakelingen van de motor
aan.
7.1.8 - PI: vermogenshistogram
Geeft een histogram van het afgegeven vermogen weer op 5 verticale
balken. Het histogram geeft aan hoe lang de pomp ingeschakeld geweest
is op een bepaald vermogensniveau. Op de horizontale as bevinden zich
de balken van de diverse vermogensniveaus, op de verticale as wordt de
tijd weergegeven gedurende welke de pomp ingeschakeld is geweest op
een bepaald vermogensniveau (tijdspercentage t.o.v. het totaal).
246
Afb. 17: weergave van het vermogenshistogram
7.1.9 - Systeem met meerdere pompen
Geeft de staat van het systeem aan als er een multi-inverterinstallatie
aanwezig is. Als er geen communicatie is, verschijnt er een pictogram
dat aangeeft dat de communicatie afwezig of onderbroken is. Als er
meerdere, onderling verbonden apparaten zijn, wordt voor elk van de ap-
paraten een pictogram weergegeven. Het pictogram heeft een pompsym-
bool en eronder verschijnen de tekens die de toestand van de pomp
aangeven.
Afhankelijk van de bedrijfstoestand verschijnen de aanduidingen van
Tabel 12.
Weergave van het systeem
Status
Pictogram
Symbool van de draaiende
Motor in bedrijf
pomp
Motor gestopt Symbool van de statische pomp
Dispositivo in
Symbool van de statische pomp
fault
Tabel 12: Weergave van het systeem met
Als het apparaat als reserve geconfigureerd is, is het bovenste deel van
het pictogram met het motorsymbool gekleurd, de weergave blijft zoals in
Tabel 9 met dien verstande dat als de motor stilstaat 'F' wordt weerge-
geven in plaats van 'SB'.
Statusinformatie onder het
pictogram
aangedreven snelheid met drie
cijfers
SB
F