Inbedrijfstelling
6
Vóór de inbedrijfstelling
6.2
Vóór de inbedrijfstelling
6.3
Inbedrijfstelling na opslag
68
Technische handleiding – CM3C63 – 100
AANWIJZING
Let bij motoren met rem BK.. of BZ.. op het volgende:
•
Gebruik de rem uitsluitend als stoprem.
•
De reminvaltijd mag pas vanaf toerentallen van ≤ 20 min
toerentallen moet contact met SEW‑EURODRIVE worden opgenomen.
•
Noodstops vanaf hogere motortoerentallen zijn toegestaan.
Controleer de volgende punten voor inbedrijfstelling:
•
Gebruik de motoren uitsluitend in combinatie met een frequentieregelaar!
•
Configureer de frequentieregelaar van SEW‑EURODRIVE voor de eerste inbedrijf-
stelling met de juiste engineering-software!
•
De aandrijving moet onbeschadigd zijn en mag niet geblokkeerd zijn.
•
Alle aansluitingen, met name de aardleidingen, zijn correct uitgevoerd.
•
Alle beschermkappen zijn correct geïnstalleerd.
•
Alle motorbeveiligingsvoorzieningen zijn actief.
•
Er zijn geen gevarenbronnen aanwezig.
•
Controleer de juiste werking van de remmen bij remmotoren.
•
De motoroppervlakken worden niet afgedekt door warmtegevoelige of warmte-iso-
lerende materialen.
•
Raadpleeg na een langdurige opslagtijd (afhankelijk van de omgevingsvoorwaar-
den) tevens het hoofdstuk "Inbedrijfstelling na opslag" (→ 2 68).
Als u een gedurende langere tijd (afhankelijk van de omgevingsvoorwaarden) opge-
slagen motor gebruikt, raadpleeg dan tevens in het hoofdstuk "Vóór de inbedrijfstel-
ling" (→ 2 68) de volgende punten:
•
Bij remmotoren met rem BK.. adviseert SEW‑EURODRIVE een inslijproutine
(3 minuten lopen bij 300 min
•
De gebruiksduur van het kogellagervet is na een opslagtijd > 1 jaar aanzienlijk ver-
kort.
•
Na een opslagperiode > 4 jaar moet u de motor door SEW‑EURODRIVE laten on-
derzoeken op veroudering van het kogellagervet.
•
Controleer of de motor door de langere opslagtijd vocht heeft opgenomen. Meet
hiervoor de isolatieweerstand met een meetspanning van DC 500 V.
De isolatieweerstand hangt sterk van de temperatuur af! U kunt de isolatieweer-
stand met een isolatiemeter tussen de connectorpinnen en de motorbehuizing me-
ten. Als de isolatieweerstand niet voldoende is, moet de motor gedroogd worden.
-1
, rem 1 – 2 maal per seconde laten invallen).
-1
plaatsvinden. Bij hogere