Opgeplakte waarschuwingen kunnen vuil worden of op een andere wijze onherken-
baar worden. Houd alle waarschuwings- en bedieningsstickers in een goed leesbare
toestand. Vervang beschadigde stickers.
2.10
Inbedrijfstelling/gebruik
Zorg ervoor dat de klemmenkasten dicht en vastgeschroefd zijn voordat u de voe-
dingsspanning aansluit.
Tijdens het gebruik kunnen producten, overeenkomstig hun beschermingsgraad,
spanningvoerende, ongeïsoleerde en eventueel bewegende of roterende delen en he-
te oppervlakken hebben.
In ingeschakelde toestand staan op alle vermogensaansluitingen en de hierop aange-
sloten kabels en klemmen gevaarlijke spanningen. Dit kan ook het geval zijn als de
motor stilstaat.
Gevaar voor verbranding door vlamboog: Koppel tijdens de werking de vermogens-
aansluitingen nooit los. Sluit tijdens de werking de vermogensaansluitingen nooit aan.
Mechanische blokkering of ingebouwde beveiligingsfuncties kunnen tot gevolg hebben
dat de motor tot stilstand komt. Als de storing is verholpen of een reset is uitgevoerd,
kan dit ertoe leiden dat de aandrijving automatisch weer begint te draaien. Als dit voor
de aangedreven machine om veiligheidsredenen niet is toegestaan, moet u het pro-
duct eerst van het net koppelen voordat u begint met het verhelpen van de storing.
Gevaar voor verbranding: de oppervlaktetemperatuur van het product kan tijdens het
bedrijf meer dan 60°C bedragen! Raak het product niet aan als het in bedrijf is. Laat
het product goed afkoelen voordat u het aanraakt.
2.11
Inspectie/onderhoud
Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen die voorkomen in de geldige reserve-
onderdelenlijst.
Veiligheidsaanwijzingen
Inbedrijfstelling/gebruik
Technische handleiding – CM3C63 – 100
2
13