3. Klap de cartridgeklem open en verwijder de cartridge voorzichtig uit de houder.
4. Plaats de nieuwe cartridge in zijn houder onder dezelfde hoek waaronder u de
oude cartridge hebt verwijderd. Vergelijk het symbool op de klem met het symbool
op de cartridge om er zeker van te zijn dat u de juiste cartridge plaatst.
5. Klap de cartridgeklem dicht. Als de cartridge juist is geplaatst, wordt hij voorzichtig
in de houder geduwd wanneer u de klem dichtklapt. Oefen druk uit op de klem om
ervoor te zorgen dat deze plat tegen de cartridge zit.
Werken met cartridges
73