Toegestane accessoires
Doorslijpschijven
Afbraamschijven
Opbergen en onderhoud van
aanbevolen hulpstukken
■
Schuurgereedschappen moeten voorzichtig
worden behandeld en vervoerd.
■
Slijpgereedschappen moeten zodanig worden
bewaard dat ze niet worden blootgesteld aan
mechanische beschadigingen of omgevingsin-
vloeden (bijv. vocht).
Werkinstructies
OPMERKING
►
Slijpschijven mogen alleen worden gebruikt
voor de aanbevolen toepassingen. Anders
kunnen ze breken, beschadigd worden en
verwondingen veroorzaken.
Afbramen
Gebruik nooit doorslijpschijven
voor het afbramen!
■
Beweeg de haakse slijper met gematigde
druk heen en weer over het werkstuk.
■
Beweeg bij zacht materiaal de afbraamschijf
in een vlakke hoek over het werkstuk, bij
hard materiaal in een iets steilere hoek.
■
30
│
NL │ BE
125
3
M14
125
6
M14
12250
80
12250
80
Doorslijpen
Gebruik nooit afbraamschijven
voor het doorslijpen!
■
Gebruik alleen gekeurde vezelversterkte
doorslijp- of slijpschijven die zijn toegelaten
voor een omwentelingssnelheid van minstens
80 m/s.
VOORZICHTIG!
►
Het slijpgereedschap draait nog verder nadat
het is uitgeschakeld. Rem het niet af door
zijdelingse tegendruk uit te oefenen.
■
Zet het werkstuk vast. Gebruik lijmklemmen/
een bankschroef om het werkstuk vast te zetten.
Het blijft dan beter op zijn plaats dan wanneer
u het met de hand vasthoudt.
■
Schakel het apparaat altijd uit voordat u het
neerlegt en wacht tot het apparaat tot stil-
stand is gekomen.
■
Gebruik het apparaat alleen voor droog
(door-)slijpen.
■
De hulphandgreep
zaamheden op het apparaat gemonteerd
zijn.
■
Asbesthoudend materiaal mag niet worden
bewerkt. Asbest is kankerverwekkend.
Ja
Pensleutel
Ja
Pensleutel
moet bij alle werk-
PWSA 20-Li C3