kalibratiemodus de weergegeven waarde afwijken van de nominale
standaardwaarde.
GOEDE LABORATORIUMPRAKTIJK (GLP)
GLP is een functie die het mogelijk maakt data in verband met het onderhoud en de
staat van de elektrode op te slaan en weer op te roepen wanneer nodig. Alle data in
verband met EC- en NaCl-kalibratie worden opgeslagen, en kunnen terug worden
opgeroepen wanneer nodig.
KALIBRATIE VERLOPEN
Het toestel is uitgerust met een tijdsgetrouwe klok (RTC, real time clock) om na te
gaan hoeveel tijd er is verstreken sinds de laatste kalibratie. De klok wordt iedere
keer, wanneer de meter wordt gekalibreerd, heringesteld. EXPIRED CALIBRATION,
zal worden geactiveerd iedere keer wanneer het instrument waarneemt dat de
ingestelde tussentijd is verlopen. De boodschappen CAL en DUE zullen verschijnen
op het scherm. Deze geven aan dat het toestel opnieuw moet worden gekalibreerd.
De kalibratietussentijd (timeout) kan worden ingesteld van 1 tot 7 dagen of kan
worden uitgeschakeld (zie setup). Bijvoorbeeld: de kalibratietussentijd is ingesteld
op vier dagen. Het toestel zal exact vier dagen na de laatste kalibratie een alarm
weergeven. Dit geeft de gebruiker aan dat het toestel opnieuw moet worden geka-
libreerd. Wanneer de kalibratietussentijd wordt veranderd zal het alarm pas na de
ingestelde tijd afgaan.
Opmerking Wanneer het toestel niet is gekalibreerd of de kalibratiegegevens zijn
verwijderd, is er geen kalibratietussentijd. Het scherm zal dan CAL en
DUE altijd weergeven.
Opmerking Wanneer er abnormale waarnemingen plaatsvinden tijdens de RTC,
zal het toestel automatisch naar de EXPIRED CALIBRATION-status
terugkeren.
LAATSTE EC-KALIBRATIEDATA
Na een geslaagde kalibratie zullen alle data worden opgeslagen. Om die weer te
geven drukt u op de GLP-toets in de EC-meetstand. Het instrument zal een grote
hoeveelheid gegevens weergeven, waaronder kalibratienormen, offset, tijd en
datum, enz. weergeven
30