• Druk indien nodig op de pijltoetsen om een andere waarde te selecteren.
• " " knippert totdat de meting stabiel is.
• Wanneer de waarde stabiel is en binnen het bereik van de geselecteerde stan-
daard wordt de toets CFM weergegeven. Druk CFM om de kalibratie te bevesti-
gen.
• De gekalibreerde waarde en de vierde verwachte standaard worden dan weerge-
geven op het scherm.
• Dompel, na bevestiging van het derde kalibratiepunt, de elektrode in de vierde
oplossing en roer voorzichtig.
• Tik herhaaldelijk op de elektrode om eventuele luchtbellen te verwijderen.
• Het instrument zal automatisch de standaard herkennen.
• Druk indien nodig op de pijltoetsen om een andere waarde te selecteren.
• " " knippert totdat de meting stabiel is.
• Wanneer de waarde stabiel is en binnen het bereik van de geselecteerde stan-
daard wordt de toets CFM weergegeven. Druk CFM om de kalibratie te bevesti-
gen.
26