Kompas
De watch is voorzien van een kompas met drie assen en automatische kalibratie. De kompasfuncties en
-weergave veranderen op basis van uw activiteit, of GPS is ingeschakeld en of u naar een bestemming
navigeert.
Het kompas handmatig kalibreren
LET OP
Kalibreer het elektronische kompas buiten. Zorg dat u zich niet in de buurt bevindt van objecten die invloed
uitoefenen op magnetische velden, zoals voertuigen, gebouwen of elektriciteitskabels.
Uw watch is al gekalibreerd in de fabriek en maakt standaard gebruik van automatische kalibratie.
Als uw kompas niet goed werkt, bijvoorbeeld nadat u lange afstanden hebt afgelegd of na extreme
temperatuurveranderingen, kunt u het handmatig kalibreren.
1 Houd
ingedrukt.
2 Selecteer Instellingen > Sensoren weergeven > Kompas > Start kalibratie.
3 Volg de instructies op het scherm.
TIP: Maak een kleine 8-beweging met uw pols tot een bericht wordt weergegeven.
Draadloze sensoren
Uw watch kan worden gekoppeld en gebruikt met draadloze sensoren met behulp van ANT+
®
of Bluetooth
technologie
(De draadloze sensoren koppelen,
pagina 57). Nadat de toestellen zijn gekoppeld, kunt u de
optionele gegevensvelden aanpassen
(Gegevensschermen aanpassen,
pagina 21). Als bij uw watch een sensor
is meegeleverd, zijn de toestellen al gekoppeld.
Voor informatie over compatibiliteit van een bepaalde Garmin sensor, aanschaf of het raadplegen van de
gebruikershandleiding, gaat u naar
buy.garmin.com
voor de desbetreffende sensor.
Draadloze sensoren
55