1 Breng een centraal veneuze katheter (CVK) in
bij de patiënt.
2 Prepareer een drukbewakingskit voor de
bewaking van arteriële druk. Vul de transducer
zorgvuldig met behulp van de flushclip.
Luchtbellen in de drukleidingen of de
transducer zijn van invloed op de transmissie
en kunnen meetfouten veroorzaken.
3 Breng een arteriële thermodilutiekatheter in een
geschikte slagader van de patiënt in (arteria
femoralis, arteria brachialis of arteria axillaris). Zorg
ervoor dat alle lucht uit het lumen is verdwenen.
4 Sluit de drukleiding van de bewakingskit aan op
het lumen van de thermodilutiekatheter.
5 Vul de behuizing van de
injectaattemperatuursensor, een onderdeel van
de drukbewakingskit, en sluit deze aan op het
distale lumen van de centraal veneuze lijn.
6 Sluit de p-CO-temperatuursensorkabel aan op
de p-CO-tussenkabel.
7 Sluit de p-CO-tussenkabel aan op de CO-poort
van de PiCCO-pod.
Nulinstelling van één transducer
1. Overtuig u ervan dat de transducer zich ter hoogte van het hart bevindt. Dräger adviseert de
transducerhouders aan de voorzijde van de pod te bevestigen voor de juiste hoogte.
2. Sluit de transducerplugkraan naar de patiënt en open de kraan om te ventileren.
3(a). Klik op het parametervak van de transducer die u
wilt nullen (ART, CVD, enz.). Er verschijnt een
menu voor parameterconfiguratie.
OPMERKING: U kunt het parametermenu ook als
volgt openen:
1) Druk op de vaste Menu-toets om het hoofdmenu
weer te geven.
2) Klik op Patiëntconfig..
3) Klik op Parameters.
4) Blader naar de gewenste drukparameter en klik.
4. Klik op Nullen.
OPMERKING: Wanneer de procedure is voltooid, geeft de monitor het volgende bericht weer:
<IBP> @ Nul geaccepteerd. Als de procedure niet kan worden voltooid, geeft de monitor het volgende
bericht weer: <IBP> @ Nullen niet uitgevoerd
millimeter, dient u de procedure te herhalen. Als de procedure na twee pogingen nog niet is voltooid,
vervangt u de transducer of raadpleegt u de technische dienst van het ziekenhuis.
Aanvullingsdocument – Infinity
.
Controleer de curve. Als de pieken hoger zijn dan drie
®
Delta Series VF9.1
8 Sluit de behuizing van de temperatuursensor
voor injectaat aan op de p-CO-
temperatuursensorkabel.
9 Schuif de arteriële-druktransducer in een
opening aan de voorkant van de
transducerplaat onder de PiCCO-pod. Zorg
ervoor dat het druklabel ART is op de monitor.
10 Schuif de transducer voor de centrale veneuze
druk in een andere opening. Zorg ervoor dat het
druklabel CVD is op de monitor.
11 Sluit de PiCCO-katheter aan op de
bloeddruktransducer.
12 Gebruik de 10-pins kabel om de
bloeddruktransducer op de monitor van de
Delta/Delta XL/Kappa Delta-serie aan te sluiten.
13 Geef de patiëntspecifieke input-parameters
(lengte en gewicht) in het menu "Patiëntopname"
in, als u dat nog niet hebt gedaan.
14 De druktransducer moet nu op nul worden
ingesteld. In de volgende tabel worden de
procedures voor nulinstelling beschreven:
Gelijktijdige nulinstelling met ´Smart Zero´
3(b). Druk op de toets
hemodynamische pod/MPod om alle drukken
waarvan de transducers open zijn om te
ventileren, op nul in te stellen.
WAARSCHUWING: Gebruik de 'SmartZero'-
functie niet als een drukcurve vlak is (bijna
statisch). Gebruik de 'Smart Zero'-functie
alleen wanneer alle plugkranen open zijn
om te ventileren.
OPMERKING: Als u stap 3(b) hierboven volgt
en een bepaalde IBP niet op nul kunt instellen
met de toets
, gebruikt u het bijbehorende
parametervak zoals beschreven in 3(a). Deze
methode kan effectiever zijn.
op de
45