LET OP
Gebruik de mainstream CO
met de vensters rechtop. Zo niet, kunnen conden-
satieafzettingen uit het ademhalingssysteem ont-
staan, waardoor de correcte werking in het ge-
vaar komt.
Aan de slag
Voorbereiden van de patiënt voor Dräger
mainstream CO
-bewaking
2
De volgende tips leiden tot optimale
bewakingsresultaten, maar mogen niet worden
gebruikt ter vervanging van door het ziekenhuis
goedgekeurde praktijken of aanbevelingen van de
fabrikant.
We gaan uit van een O2-standaardconcentratie
van 21 % (het percentage zuurstof in de
omgevingslucht) voor alle CO
patiënt extra zuurstof of N2O of HeliOx krijgt,
selecteert u het gas dat wordt toegediend uit het
etCO2-parametermenu. Zorg ervoor dat u de
atmosferische druk aan de eigenlijke waarde
aanpast. Als er niet voor extra gassen wordt
gecompenseerd, leidt dat tot onnauwkeurige
meetwaarden.
Als u tussen cuvettetypes wisselt (van reusable
naar disposable of van volwassen naar pediatrie,
of vice versa), hoeft u de Dräger-sensor niet
opnieuw te nullen. Als het sensorvenster schoon is
en u het juiste sensortype in het etCO2*-
parametermenu heeft geselecteerd (onder Type
cuvette), hoeft u een -sensor alleen te nullen als de
meetwaarde verdacht is. Zo niet voert u eenmaal
per dag of als u daartoe wordt verzocht, een
nulinstelling uit.
LET OP
De cuvettevensters van de reusable cuvette heb-
ben andere optische eigenschappen dan de
cuvettevensters van de disposable cuvette.
Selecteer dus het correcte cuvettetype. Zo niet,
kan het nulpunt met 8 mmHg CO
Aanvullingsdocument – Infinity
-meetcuvettes altijd
2
-metingen. Als de
2
variëren.
2
®
Delta Series VF9.1
Initialisatie
Bij het opstarten ondergaat de sensor een
opwarmperiode (het statusbericht \211 CO2 wordt
opgewarmd verschijnt). Tijdens die periode
(ongeveer 30 seconden) zijn de concentraties voor
CO
niet beschikbaar.
2
Weergaveopties
etCO
*-bewaking
2
De etCO2*-curve geeft de momentele CO
concentratie weer. Het etCO2*-parameterveld
geeft de volgende parameters weer:
– Endtidal CO
(etCO2*) — Het niveau CO
2
de ademwegen aan het einde van de
expiratie.
– Inspiratoire CO
in de ademwegen tijdens de inspiratiefase.
– Ademhalingsfrequentie (RFc*) — De
ademhalingsfrequentie van de patiënt,
afgeleid van het etCO2*-signaal door een
gemiddelde frequentie te berekenen op
basis van de twee laatste ademhalingen.
OPMERKING
De parameterlabels etCO2, iCO2 en RFc worden
met een asterisk (*) aangeduid om ze te onder-
scheiden van de CO
2
etCO
Microstream SmartPod.
2
-
2
(iCO2*) — Het niveau CO
2
-parameters van de Infinity
in
2
2
29