Veiligheidsaanwijzingen
2
Elektrische aansluiting
2.9
Elektrische aansluiting
2.10 Veilige scheiding
2.11
Inbedrijfstelling/bedrijf
8
Neem bij werkzaamheden aan onder spanning staande frequentieregelaars de gel-
dende nationale veiligheidsvoorschriften (bijv. BGV A3 in Duitsland) in acht.
Neem bij het installeren de voorschriften voor kabeldoorsneden, beveiligingen en aard-
verbindingen in acht. Verdere aanwijzingen met betrekking tot dit onderwerp vindt u in
de technische handleiding.
Raadpleeg deze technische handleiding voor aanwijzingen over de EMC-genormeerde
installatie, zoals het afschermen, aarden, plaatsen van filters en leggen van leidingen.
De fabrikant van de installatie of machine is verantwoordelijk voor de inachtneming van
de in de EMC-wetgeving vereiste grenswaarden.
Zorg voor veiligheidsmaatregelen en -voorzieningen conform de geldende voorschriften
(bijv. EN 60204 of EN 61800-5-1).
Aard het apparaat.
Het apparaat voldoet aan alle vereisten voor een veilige scheiding van vermogens- en
elektronica-aansluitingen volgens EN 61800-5-1. Alle aangesloten stroomcircuits
moeten eveneens aan de vereisten voor een veilige scheiding voldoen.
Installaties met ingebouwde frequentieregelaars moeten eventueel met aanvullende
bewakings- en beveiligingsvoorzieningen worden uitgerust overeenkomstig de gel-
dende veiligheidsvoorschriften, bijvoorbeeld de wettelijke bepalingen m.b.t. technisch
materiaal, veiligheidsvoorschriften, enz.
Raak spanningsvoerende componenten en vermogensaansluitingen niet binnen tien
minuten nadat de frequentieregelaars van de voedingsspanning zijn gescheiden aan,
omdat de condensatoren nog opgeladen kunnen zijn. Neem hiervoor de desbetreffende
informatiestickers op de frequentieregelaar in acht.
Houd tijdens het bedrijf alle afdekkingen en behuizingen gesloten.
Als de bedrijfleds en andere indicaties uitgaan, betekent dit niet automatisch dat het
apparaat van het net gescheiden en spanningsloos is.
Mechanische blokkeringen of apparaatinterne veiligheidsfuncties kunnen tot gevolg
hebben dat de motor tot stilstand komt. Als de storing is verholpen of een reset wordt
uitgevoerd, kan dit ertoe leiden dat de aandrijving vanzelf weer aanloopt. Als dit voor de
aangedreven machine om veiligheidsredenen niet is toegestaan, moet voordat u de sto-
ring verhelpt het apparaat van het net gescheiden worden.
Compacte technische handleiding – MOVITRAC
®
B