HOOFDSTUK 4 - MACHINE OPERATION
Kantelcontrolelampjes en alarm
Het alarm wordt geactiveerd door een kantelsensor aan
de rechterkant van het chassis onder de dekplaat van het
chassis. Het alarm wordt geactiveerd, zodra de mast uit
de lage stand komt of de giek wordt opgericht of
uitgeschoven.
Het alarmsignaal en de lichten geven aan dat het platform
de maximum toelaatbare waterpasafwijking heeft bereikt
en onstabiel is geworden (Tabel 8.1).
De rijfunctie wordt dan uitgeschakeld. Bewegingen van de
telescoopstang zijn niet operationeel. De functie Giek
neerlaten is niet operationeel zolang de telescoopstang
niet volledig is ingeschoven. De bewegingen van de giek,
de mast en de draaitafel worden op lagere snelheid
uitgevoerd.
Het is aanbevolen om de machine in de volgende
opstelling te plaatsen wanneer het kantelalarmlicht of
geluid actief is :
1. Telescoopstang ingeschoven.
2. Mast beneden.
3. De giek wordt neergelaten.
OPMERKING: De kantelsensor en waarschuwingslicht zijn
ook
grondbedieningspaneel.
DE MAST OF GIEK MAG NIET WORDEN OPGERICHT WANNEER
DE MACHINE NIET WATERPAS STAAT.
Controlelampje en alarm stabilisator
controleren
De machine is voorzien van een buigstaafopnemer die
alarm slaat als de gecombineerde spanning op de
structuur een vooringestelde waarde bereikt. Het con-
trolelampje op het platformbedieningspaneel brandt
en er gaat een geluidsalarm af.
Wanneer het alarm van de stabilisator actief is, zijn de
functies Rijden, Telescoopstang uitschuiven en Boven-
structuur uitzwenken niet operationeel. De giek kan
niet worden neergelaten zolang de telescoopstang niet
volledig is ingeschoven. Bij het oprichten van de giek
en de mast wordt er automatisch omgeschakeld naar
een lagere versnelling.
In geval dit alarm wordt geactiveerd, lost u het platform
als u bezig was met laden. Ga anders als volgt te werk
totdat het alarm stopt :
1. Trek allereerst de telescoopstang in.
2. De mast volledig neerlaten.
3. De giek neerlaten.
Wanneer het alarm is gestopt, zet u alle bedieningsele-
menten terug in hun neutrale stand en laat u het
pedaal los. Als het alarm opnieuw afgaat, trekt u de
telescoopstang nog meer in of laat u de mast en/of de
giek nog verder zakken totdat het alarm volledig stopt.
4-4
operationeel
vanuit
ALS HET ALARM VAN DE STABILISATOR AFGAAT, BETEKENT
DIT DAT DE MACHINE DE MAXIMALE HELLINGSHOEK BIJNA
HEEFT BEREIKT. STOP MET WERKEN ALS HET ALARM ACTIEF
IS. VOER GEEN HANDMATIGE ACTIES UIT DIE DE STABILITEIT
VAN DE MACHINE ZOUDEN KUNNEN BEÏNVLOEDEN.
Alarm en waarschuwingslicht bij slappe
ketting
Het detectiesysteem van een slappe ketting voorkomt
gevaarlijke situaties in geval het platform of de giek op
een voorwerp terechtkomen bij het neerlaten van de
mast of giek.
Als er een slappe ketting wordt gedetecteerd, activeert
d e s e n s o r e e n g e l u i d s a l a r m e n g a a t e r e e n
c o n t r o l e l a m p j e
platformbedieningspaneel. Alle functies van de
machine, met uitzondering van het oprichten van de
mast en de giek zijn uitgeschakeld.
Ga als volgt te werk in geval deze waarschuwing is
geactiveerd:
1. De mast of de giek oprichten (meestal de omge-
keerde beweging als die welke het alarm heeft
het
laten afgaan).
2. De oorzaak opsporen.
3. Voer de beweging uit die de machine vrij maakt en
voorkomt dat de machine hindernissen raakt.
Als u geen hindernissen ontdekt in de werkomgeving,
dan is het alarm wellicht afgegaan doordat de tele-
scoopmast is vastgelopen. Mogelijke oorzaken hier-
voor zijn :
• De aanwezigheid van een vreemd voorwerp in
het geleidesysteem.
• Gebrek aan smering.
• Onjuiste bediening.
OPMERKING: De
waarschuwingslichten zijn ook operationeel
vanuit het grondbedieningspaneel.
ALS HET KETTINGSPANNINGALARM WORDT GEACTIVEERD
DOOR HET VASTLOPEN VAN DE MAST, MOET U DE
UITGEVOERDE HANDELING ONMIDDELLIJK STAKEN. MAAK
GEEN GEBRUIK VAN HET HANDBEDIEND NEERLATEN. DE
INGEZETENEN VAN HET PLATFORM MOETEN WORDEN GERED
EN DE MACHINE MOET WORDEN NAGEKEKEN DOOR EEN
BEVOEGD TECHNICUS.
– JLG Hoogwerker –
GEVAAR
b r a n d e n
o p
slappe
ketting
detector
GEVAAR
h e t
en
31210038