Inhoudsopgave
Advertenties
HOOFDSTUK 2 - VERANTWOORDELIJKHEID VAN GEBRUIKERS, MACHINE VOORBEREIDEN EN INSPECTEREN
2.3.2 Functies controleren
Raadpleeg delen 3 & 4 voor de beschrijvingen en de
bediening van de machinefuncties.
DE MACHINE NIET GEBRUIKEN TOTDAT ALLE STORING IS
VERHOLPEN.
Ga als volgt te werk om de functies te controleren :
Werkstations controleren
1. Vanuit het grondbedieningspaneel :
• Bedien alle functies ;
• Controleer
uitgeschakeld, wanneer de noodstop wordt
ingedrukt;
• Testen werking stabilisator controleren :
Druk de testknop in om de stabilisator te
besturen;
- Er gaat een geluidsalarm af.
• Zet de keuzeschakelaar op "Platformbediening"
en probeer het grondbedieningspaneel te
gebruiken.
- Er mag geen beweging worden uitgevoerd.
2. Vanuit het platformbedieningspaneel :
• Controleer of het platformbedieningspaneel
goed vastzit;
• Zet de keuzeschakelaar op "Grondbediening" en
probeer het Platformbediening te gebruiken.
- Er mag geen beweging worden uitgevoerd.
• Controleer
signaalhoorn;
• Controleer de goede werking van alle functies;
• Controleer of alle machinefuncties zijn
uitgeschakeld, wanneer de noodstop wordt
ingedrukt;
• Controleer of er geen functies kunnen worden
bediend, tenzij het voetpedaal wordt ingedrukt.
• Verplaats tegelijkertijd de machine en beweeg
de structuur: er mag geen beweging worden
uitgevoerd;
• Verplaats
de
voetpedaal. Er mag geen beweging worden
uitgevoerd;
• Rijd de machine op een helling, zonder de
nominale hellingsgraad te overschrijden en stop
om te controleren of de remmen werken;
• Alleen
voor
stuurhoeksensoren om verzekerd te zijn van de
goede werking ervan:
Als u in de 3e versnelling rijdt, schakelt de
machine
automatisch
versnelling, bij een stuurhoek van 45° (voor het
wiel aan de binnenkant van de bocht).
31210038
of
alle
machinefuncties
de
goede
werking
machine
en
activeer
de
T1310:
controleer
over
naar
Kantelsensor controleren
Controleer de kantelsensor, die zich achter het rechter
stuurwiel van het chassis bevindt, om verzekerd te zijn
v a n d e g o e d e w e r k i n g e r v a n . Va n u i t h e t
platformbedieningspaneel schuift u de giek ongeveer
10 cm uit. Wig het blok (P/N: ST2741, vast dat u in de
opslagcontainer vindt) zoa ls hierboven wordt
zijn
afgebeeld om de kantelsensor te activeren en houd
deze opgetild.
Het systeem functioneert als :
1. Vanuit het platformbedieningspaneel :
• Er een geluidsalarm klinkt
• Het rode controlelampje van de kantelsensor
• De rijfunctie is uitgeschakeld.
• De functie Telescoopstang uitgeschoven is
• De functie Giek oprichten wordt in lage snelheid
• De functie Giek neerlaten is niet operationeel
van
de
• De mast met een lagere snelheid wordt
• Uitzwenkende bewegingen in lage snelheid
• Alle andere functies werken normaal.
• Geblokkeerde bewegingen worden aangeduid
2. Vanuit het grondbedieningspaneel :
- Er een geluidsalarm klinkt.
het
Voer een systeemtest uit voor de stabilisator
controleren
Controleer het stabilisator controleren om verzekerd te
zijn van de goede werking ervan. Druk de testknop in om
het stabilisator controleren te activeren.
Het systeem functioneert als :
de
1. Vanuit het grondbedieningspaneel :
• Er gaat een geluidsalarm af.
de
2e
• De mast wordt in lagere snelheid opgericht.
• De draaibewegingen zijn uitgeschakeld.
– JLG Hoogwerker –
knippert op het bedieningspaneel van het
platform.
uitgeschakeld.
uitgevoerd.
zolang de telescoopstang niet volledig is
ingeschoven.
opgericht.
worden uitgevoerd
door
een
oranje
controlelampje
bedieningspaneel van het platform.
op
het
2-5
Advertenties
Inhoudsopgave
