Brandpreventiemaatregelen
WAARSCHUWING!
Brandgevaar door kortsluiting
Beschadigde kabels kunnen kortsluiting veroorzaken waardoor het intern
transportmiddel en de batterij kunnen verbranden.
uVoor het sluiten van het batterijdeksel eerst controleren of de batterijkabel niet kan
worden beschadigd.
VOORZICHTIG!
Gevaar voor brandwonden door gebruik van ongeschikte blusmiddelen
Bij brand kan bij het blussen met water leiden tot een reactie met het batterijzuur.
Daardoor kunnen brandwonden door zuren ontstaan.
uPoederblusser gebruiken.
uBrandende batterijen nooit met water blussen.
Bij het werken met loodzuurbatterijen mag er niet gerookt worden en er mag geen
open vuur worden gebruikt. In de buurt van het voor het opladen geparkeerde
interne transportmiddel mogen zich op een afstand van minimaal 2,5 m geen
ontvlambare stoffen of vonkvormende bedrijfsmiddelen bevinden. De ruimte moet
geventileerd zijn. Brandblussers klaarzetten.
Onderhoud van de batterij
De celdoppen van de batterij moeten droog en schoon worden gehouden. Klemmen
en kabelschoenen moeten schoon, licht gesmeerd met batterijpoolvet en stevig
vastgeschroefd zijn.
Batterij afvoeren
Batterijen mogen alleen worden afgevoerd met inachtneming van de nationale
milieubepalingen of de wetgeving voor het afvoeren van batterijen. De aanwijzingen
van de producent over het afvoeren opvolgen.
Voorafgaand aan alle werkzaamheden aan de batterijen, moet het interne
transportmiddel veilig worden geparkeerd (zie pagina 105).
54