Beschrijving van parameters
225 (versie 3.11)
Deratingcompensatie
(Output.sw.freq.)
230
Rem-
uitschakelfrequentie
(Brake to fre)
231
Rem-
inschakelfrequentie
(Brake from fre)
232
Stroom,
minimumwaarde
(Current min val)
233
Stroom, vertragingstijd
(Curr del. time)
Waarde:
Disable (DISABLE)
Hoge schakelfrequentie bij lage
snelheid (HIGH CARR @ LO)
✭ ✭ ✭ ✭ ✭ Lage schakelfrequentie bij lage
snelheid (LOW CARR @ LO)
Waarde
0.5 Hz-f
RANGE
Waarde
0.5 Hz-f
RANGE
Waarde
0.0 - I
LIM
Waarde
0.00 - 1,00 sek
✭ ✭ ✭ ✭ ✭ = Fabrieksinstelling. Tekst in ( ) = display-tekst.
De getallen in [ ] worden gebruikt bij buscommunicatie.
MG.30.A7.10 - VLT
is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
®
Beschrijving van de keuzes:
Disable: Dit levert een vaste schakel-
[0]
frequentie op. Deze mogelijkheid moet
[1]
worden gekozen bij gebruik van een LC-
filter (stel par. 224 in op 4,5 kHz).
[2]
Hoge schakelfrequentie bij lage snelheid:
Dit wordt gekozen voor variabel koppel. De
functie is niet beschikbaar voor de
VLT
®
uitgangsfrequentie is de schakelfrequentie
gelÿk van de data van par. 224. Bÿ 50-
100% van de nominale uitgangsfrequentie
reduceert de schakelfrequentie tot 4,5 kHz.
De functie kan het motorgeluid reduceren.
Lage schakelfrequentie bij lage snelheid:
Bij lage uitgangsfrequentie en uitgangs-
stroom start de schakelfrequentie op 1,1
kHz. Vanaf 8 Hz neemt de schakel-
frequentie toe tot 4,5 kHz. De functie
verbetert de stabiliteit van de motor.
Functie: Hier wordt de frequentie gekozen
waarbij de externe rem wordt losgelaten via
★ 3 H
Z
relais 01/04.
Beschrijving keuzemogelijkheden: De
elektromechanische rem moet de motor
vasthouden totdat de gekozen frequentie
wordt bereikt, waarna de rem wordt los-
gelaten (spanning aangelegd via een relais).
Indien de frequentie met bijbehorend
startsignaal beneden de gekozen waarde
komt, wordt de rem spanningsvrij gemaakt
waardoor deze weer wordt geactiveerd.
Functie: Hier wordt de frequentie gekozen
waarbij de externe rem wordt geactiveerd
★ 3 H
Z
door stop via relais 01/04.
Beschrijving keuzemogelijkheden: De
elektromechanische motorrem moet eerst
worden geactiveerd (spanningsvrij
gemaakt) wanneer de frequentie tijdens de
uitloop de ingestelde waarde bereikt.
Functie: Hier wordt de minimum stroom-
waarde gekozen voor het loslaten van de
★ 0.5
I
X
MAG
rem.
Beschrijving keuzemogelijkheden: De rem
★ Afhankelijk
wordt gedeactiveerd (spanning aangelegd
van unit
via een relais) wanneer de minimum
stroomwaarde wordt overschreden. Deze
functie is niet actief totdat de in parameter
233 ingestelde tijd is verlopen.
Functie: Hier wordt de vertragingstijd voor
★ 0.10 sek
de stroombewaking gekozen (in parameter
232).
Beschrijving keuzemogelijkheden: De rem
wordt geactiveerd indien de motorstroom
de in par. 232 ingestelde waarde niet
bereikt heeft nadat de vertragingstijd is
verstreken. Indien 0,0 sec. wordt gekozen,
wordt de rem niet losgelaten totdat de
vooraf ingestelde minimumstroom wordt
bereikt.
2.. Referenties en grenswaarden
3060-3250. 0-50% van de nominale
97