Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Danfoss VLT 3000 Series Handleiding pagina 74

Inhoudsopgave

Advertenties

Seriële data-interface
Groep 5.. (vervolg)
74
Groepen
Byte 1:
Startbyte die in dit geval gelijk dient te zijn
aan het teken < (ASCII: 60).
Byte 2, 3:
Het tweecijferige adres van de frequentie-
omvormer waarmee men wil communi-
ceren. Dit adres wordt ook geprogram-
meerd in parameter 500. Verzenden naar
adres 00 omvat het zenden naar alle units
die op de bus zijn aangesloten. Geen van
de units zal antwoorden, zij zullen alleen
het commando uitvoeren.
Byte 4:
Stuurparameter die de VLT
omvormer vertelt, wat er met de volgende
data-waarden gedaan moet worden.
U (update) betekent dat de data-waarde
(byte 13-19) in de parameter van de
frequentie-omvormer moet worden
ingelezen (byte 9-13).
R (read) betekent dat de master de data-
waarde van de parameter, die in byte
9-12 genoemd wordt, wil lezen.
C (control) betekent dat de frequentie-
omvormer alleen de vier commandobytes
(5-8) leest en een statusmelding terug-
stuurt. Het parameternummer en de data-
waarde zullen worden genegeerd.
I (read index) betekent dat de frequentie-
omvormer de index en parameter leest en
een statusmelding terugstuurt. De parame-
ter wordt vermeld in byte 9-12 en de index
in byte 13-18. Parameters met indexen
worden alleen gelezen. Bij een stuurwoord
wordt actie ondernomen.
Tweedimensionale indexen (x,y) (parame-
ters 601 en 602) worden gescheiden door
een komma, zie byte 19.
Voorbeeld:
Index
= x, y
Data-waarde = 013,05
Byte 14-18
= 01305
Byte 19
= 2
MG.30.A7.10 - VLT
is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
®
Byte 5-8:
Besturings- en statuswoorden worden
gebruikt om commando's naar de fre-
quentie-omvormer en de status van de
frequentie-omvormer naar de master te
zenden.
.
Byte 9-12:
Met deze bytes wordt het parameter-
nummer ingesteld.
Byte 13:
Wordt gebruikt voor het teken van de
data-waarde in byte 14-18. Alle tekens die
geen - zijn, worden als een + beschouwd.
frequentie-
®
Byte 14-18:
Hier wordt de data-waarde van de in byte
9-12 genoemde parameter geplaatst.
De waarde moet een heel getal zijn. Als er
een komma nodig is, wordt deze in byte
19 genoemd.
Let op: Sommige data-waarden bestaan
uit een getal tussen haken, bijv. [0].
Gebruik het nummer in plaats van de
"tekst" data-waarde.
Byte 19:
De plaats van de komma in data-waarden
die worden genoemd in byte 14-18. Het
getal geeft het aantal cijfers achter de
komma aan. Byte 19 kan dan 0, 1, 2, 3, 4
of 5 zijn.
Het getal 23,75 wordt bijvoorbeeld:
Byte nr.
ASCII-teken
Indien byte 19 = 9 in het antwoordtele-
gram, zie dan de tabel op pag. 80.
Byte 20, 21:
Gebruikt voor controle op het totaal van
bytes 2 tot 19. De decimale waarden van
de ASCII-karakters worden toegevoegd en
verkort tot de twee "laagste" karakters,
bijv. ℜ 235 [ ] verkort = 35. Wanneer er
geen controle nodig is, hef de functie dan
op met "?" (ASCII: 63) in de twee bytes.
Byte 22:
Stopbyte die het einde van het telegram
aangeeft. Hiervoor wordt het teken > ge-
bruikt (ASCII: 62).
13 14 15 16 17 18 19
+
2
3
7
5
0
3

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Vlt 3002-3022Vlt 3032-3052Vlt 3060-3250

Inhoudsopgave