Radio-interferentie
in het algemeen
54
EMC-installatie
Elektrische storingen vanaf het kabelnet-
werk, storingen via de kabel, 150 kHz-30
MHz, en storingen door de lucht vanaf het
besturingssysteem, 30 MHz-1 GHz, worden
bij frequenties lager dan ca. 50 MHz met
name veroorzaakt door de inverter, de
motorkabel en de motor.
Zoals uit onderstaande afbeelding blijkt,
wordt interferentie veroorzaakt door ontla-
ding in de motorkabel in combinatie met
een hoge du/dt van de motorspanning.
Door toepassing van een afgeschermde
motorkabel neemt de interferentiestroom I
toe (zie onderstaande afb.). Dit komt
doordat afgeschermde kabels een hoger
ontladingsvermogen hebben dan niet-
afgeschermde kabels. Wanneer de inter-
ferentiestroom niet wordt gefilterd, zal er
een grotere interferentie ontstaan in het net
in het radio-interferentiebereik beneden ca.
5 MHz. Aangezien de interferentiestroom I
via de afscherming (I
) naar de units wordt
3
teruggeleid, ontstaat hierdoor in principe
slechts een klein elektromagnetisch veld
rond de afgeschermde motorkabel, zie
onderstaande afbeelding.
Wanneer de afscherming op een
montagepaneel voor de VLT
omvormer moet worden geplaatst, moet
het montagepaneel van metaal zijn omdat
de stroom van de afscherming naar de
unit moet worden teruggeleid. Het is
eveneens van belang voor een goed
elektrische aansluiting te zorgen vanaf de
montageschroeven via de
montagebeugels naar de VLT
omvormer.
Met betrekking tot de installatie is het
gebruik van niet-afgeschermde kabels
over het algemeen minder gecompliceerd
MG.30.A7.10 - VLT
is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
®
De afscherming vermindert de interferentie
door de lucht, maar verhoogt de
lagefrequentie interferentie op het net.
Door toepassing van een netfilter
vermindert het interferentieniveau op het
net in ongeveer gelijke mate voor
afgeschermde en niet-afgeschermde
kabels.
De afscherming van de motorkabel moet
zowel op de behuizing van de VLT
de motorbehuizing worden geïnstalleerd.
Dit kan het beste met behulp van speciaal
voor dit doel ontworpen klemmen om
gerafelde uiteinden te voorkomen. Bij
hogere frequenties leiden deze namelijk tot
een verhoogde impedantie van de
afscherming, waardoor deze minder effect
heeft en de interferentiestroom (I
Bij gebruik van een afgeschermde kabel
voor PROFIBUS, stuurkabel, signaal-
1
interface en rem, moet de afscherming
aan beide kanten op de behuizing worden
geïnstalleerd. In bepaalde situaties is het
echter noodzakelijk de afscherming te
onderbreken om stroomlussen te vermij-
den.
dan het gebruik van afgeschermde kabels.
frequentie-
Bij gebruik van niet-afgeschermde kabels
®
wordt niet voldaan aan de EMC-eisen.
Om het interferentieniveau van het hele
systeem (unit + installatie) zo laag mogelijk
te houden, is het belangrijk om motor- en
remkabels zo kort mogelijk te houden.
frequentie-
Signaalgevoelige kabels mogen niet naast
®
motor- en remkabels worden geïnstalleerd.
Radio-interferentie hoger dan 50 MHz
(door de lucht) wordt met name beïnvloed
door de besturingselektronica.
als op
®
) toeneemt.
4