Foutindicaties
140
Foutindicaties
Inverterfout
Het vermogensdeel van de VLT
Overspanning
De spanning van de VLT
®
(gelijkspanning) is te hoog. Mogelijke oor-
zaken: voedingsspanning is te hoog,
transiënten op de voedingspanning of
regeneratief bedrijf.
LET OP: Als de VLT
wordt gestopt, laden
®
herhaalde transiënten de tussenkring op,
aangezien die geen spanning aan de motor
afgeeft.
• Als de foutindicatie wordt gegeven wan-
neer de snelheid verlaagd wordt, moet de
uitlooptijd worden verhoogd. Als dit niet
mogelijk is, kan voor de betreffende toe-
passing een VLT
met rem noodzakelijk
®
zijn.
Als in andere omstandigheden deze fout-
indicatie wordt gegeven, zal het pro-
bleem worden veroorzaakt door de
voedingsspanning.
Onderspanning
De spanning van de VLT
®
(gelijkspanning) is te laag. Mogelijke oorza-
ken: voedingsspanning is te laag of defect
in het ladingscircuit/de gelijkrichter van de
VLT
.
®
• Controleer of de lijnspanning in orde is.
Te hoge stroom
De piekstroomgrens van de inverter is be-
reikt, hetgeen veroorzaakt kan worden
door kortsluiting in de uitgang van de VLT
• Controleer de motor en de motorkabel
op kortsluiting.
Aardfouten
Aardfouten op de VLT
uitgang. Het kan
®
ook zijn dat de motorkabel te lang is.
• Raadpleeg de technische gegevens voor
de toegestane kabellengte.
Controleer de motor en de motorkabel
op aardlekken.
MG.30.A7.10 - VLT
is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
®
Te hoge temperatuur
is defect.
De temperatuur binnen in de VLT
®
hoog. Mogelijke oorzaken: de omgevings-
temperatuur is te hoog (max. 40/45 °C), de
tussenkring
koelribben van de VLT
ventilator van de VLT
• Verlaag de omgevingstemperatuur door
de ventilatie te verbeteren. Maak de
koelribben vrij en schoon. Vervang de
ventilator.
Overbelasting
De elektronische VLT
Dit betekent dat de motor gedurende te
lange tijd meer dan 105% van de nominale
stroom van de VLT
• Verlaag de motorbelasting. Als dit niet
mogelijk is, is voor deze toepassing een
grotere VLT
Motoruitschakeling
De elektronische motorbeveiliging is actief.
Dit betekent dat de motor bij lage snelheid
gedurende te lange tijd te veel stroom
heeft verbruikt.
• De motor is bij lage snelheid te veel be-
tussenkring
last. Als de belasting niet kan worden
gewijzigd, dient de motor te worden ver-
vangen door een zwaardere, of de aan-
wezige motor dient extra te worden
gekoeld. In dit geval kan de elektroni-
sche motorbeveiliging uitgeschakeld
worden in parameter 315.
.
®
is te
®
zijn bedekt, de
®
is defect.
®
beveiliging is actief.
®
heeft gebruikt.
®
nodig.
®