Beschrijving van parameters
101
Snelheidsregeling
(Speed control)
102
Stroombegrenzings-
regeling
(Set cur.limit)
Waarde:
Open loop (open loop)
✭ ✭ ✭ ✭ ✭ Slip compensated (slip comp)
Closed loop (closed loop)
Waarde:
✭ ✭ ✭ ✭ ✭ Preprogrammed value (value set) [0]
Voltage signal (10 VDC signal)
Current signal (20 mA signal)
✭ ✭ ✭ ✭ ✭ = Fabrieksinstelling. Tekst in ( ) = display-tekst.
De getallen in [ ] worden gebruikt bij buscommunicatie.
MG.30.A7.10 - VLT
is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
®
Functie:
Er kunnen drie verschillende typen
[0]
snelheidsregeling worden gekozen:
[1]
"open loop", "slip compensation" en
[2]
"closed loop".
Beschrijving keuzemogelijkheden:
Open loop wordt gekozen wanneer
parallel geschakelde motoren of
synchroonmotoren worden gebruikt, of
wanneer er om een andere reden geen
slipcompensatie nodig is.
Slip compensation wordt gekozen bij
normaal bedrijf wanneer een constante
motorsnelheid nodig is, ongeacht de
belasting.
Closed loop wordt gekozen wanneer
bedrijf met procesterugkoppeling nodig
is. Wanneer hiervoor wordt gekozen,
moet ook in parameter 114 voor Terug-
koppeling worden gekozen (stroom,
spanning of pulsen) en moeten de
parameters voor de PID-regelaar (119-
125) worden ingesteld.
Functie:
De stroombegrenzing kan worden
ingesteld in parameter 209 en in para-
[1]
meter 412 of 413 met behulp van een
[2]
stroom- of spanningssignaal.
Beschrijving keuzemogelijkheden:
Preprogrammed value wordt gekozen
wanneer een vast ingestelde
stroombegrenzing nodig is. De
stroombegrenzing wordt ingesteld in
parameter 209.
Voltage signal wordt gekozen wanneer de
stroombegrenzing tijdens bedrijf moet
worden gewijzigd met behulp van een
besturingssignaal van bijv. 0-10 V op
analoge ingang 53 (parameter 412),
waarbij 0 V overeenkomt met 0% stroom
en 10 V met de in parameter 209 geko-
zen waarde.
Current signal wordt gekozen door bijv.
0-20 mA op analoge ingang 60 (parame-
ter 413). Hier komt 0 mA overeen met 0%
stroombegrenzing en 20 mA met de in
parameter 209 gekozen waarde.
NB:
Aan de startvoorwaarden (klem 18 en 27) en
een toerenreferentie (bijv. digitale ref.
parameter 205-208) moet zijn voldaan, zodat
de stroombegrenzingsregeling kan worden
gebruikt.
Waarschuwing:
Indien aan de bovengenoemde voorwaarden
wordt voldaan bij het inschakelen van de
unit kan de motor gedurende maximaal 5
sec. draaien, zelfs als de stroombegrenzing
is ingesteld op 0.
1.. Belasting en motor
89