Fig. 7: Belastingsgeval 17A, EN ISO 5199, bij-
lage B
7.5
Installatie voorbereiden
Plaats van opstelling
Inbouw- en bedieningsvoorschriften • Wilo-VeroLine-IPL-Z, Wilo-VeroTwin-DPL-Z • Ed.01/2024-07
Verticale pomp op pompvoeten, geval 17A
DN
Krachten F [N]
F
F
F
X
Y
Z
Druk- en zuigflens
32
294
343
278
40
359
408
326
Waarden conform ISO/DIN 5199 – klasse II (2002) – bijlage B
Tab. 5: Toegestane krachten en momenten op de pompflenzen in een horizontale leiding
Indien niet alle werkende lasten de maximaal toegestane waarden bereiken, mag een van de-
ze lasten de algemene grenswaarde overschrijden. Onder voorwaarde dat er aan de volgende
extra voorwaarden wordt voldaan:
•
Alle componenten van een kracht of een moment bereiken hoogstens het 1,4-voudige
van de maximaal toegestane waarde.
•
De krachten en momenten die op elke flens inwerken, voldoen aan de voorwaarden van
de compensatievergelijking.
Fig. 8: Compensatievergelijking
Σ F
en Σ M
zijn de aritmetische sommen van de effectieve waarden van beide
effectief
effectief
pompflenzen (ingang en uitlaat). Σ F
van de maximaal toegestane waarden van beide pompflenzen (ingang en uitlaat). De alge-
braïsche voortekens Σ F en Σ M worden niet meegenomen in de compensatievergelijking.
Invloed van materiaal en temperatuur
De maximaal toegestane krachten en momenten gelden voor het basismateriaal brons (RG)
en voor een temperatuuruitgangswaarde van 20 °C.
Voor hogere temperaturen moeten de waarden als volgt worden gecorrigeerd, afhankelijk
van de verhouding van de elasticiteitsmodules:
E
/ E
t, RG
20, RG
E
= elasticiteitsmodule brons bij de gekozen temperatuur
t, RG
E
= elasticiteitsmodule brons bij 20 °C
20, RG
Controleer of de pomp overeenkomt met de gegevens op het afleveringsbewijs; meld
eventuele schade of het ontbreken van onderdelen onmiddellijk aan de firma Wilo. Kratten/
dozen/omhulsels controleren op reserveonderdelen of toebehoren die samen met de pomp
in de verpakking kunnen zitten.
WAARSCHUWING
Gevaar voor persoonlijk letsel en materiële schade door ondes-
kundige hantering!
• Begin pas met installeren nadat alle las- en soldeerwerkzaamheden en
het eventueel benodigde doorspoelen van het leidingsysteem zijn be-
ëindigd.
– Vuil kan de werking van de pomp beperken.
•
Installeer de pomp beschermd tegen weersinvloeden in een vorst-/stofvrije, goed geven-
tileerde, tegen trillingen beschermde en niet-explosieve omgeving. De pomp mag niet
buiten worden opgesteld! Neem de in het hoofdstuk "Toepassing" vastgelegde voor-
schriften in acht!
•
Monteer de pomp op een goed toegankelijke plaats. Dit maakt een latere controle, onder-
houd (bijv. vervangen van de mechanische afdichting) of vervanging mogelijk.
Neem de axiale minimale afstand tussen wand en ventilatorkap van de motor in acht: vrije
uitbouwafstand van min. 90 mm.
•
Installeer boven de opstelplaats van de pompen een voorziening voor het aanbrengen van
een hijswerktuig. Totaalgewicht van de pomp: zie de catalogus of het gegevensblad.
Momenten M [Nm]
Σ Krachten F
M
M
X
Y
539
261
109
636
348
174
en Σ M
zijn de aritmetische sommen
max. permitted
max. permitted
nl
M
Σ Momenten M
Z
152
479
239
609
81