24
Indien er problemen zijn bij het opstarten van het alarmsysteem, dan kunt u in
de service mode komen via de "reset pinnen" en de fabriekswaarden herstellen
(zie N
OOD OPSTART PROCEDURE VAN HET ALARMSYSTEEM
De hierboven aangegeven voeding opstartvolgorde (eerst accu en dan de 230VAC voeding)
zorgt ervoor dat de elektronische beveiliging circuits van de voedingsunit en het
inbraaksysteem juist werken, waarbij defecten aan de componenten van het alarmsysteem
worden voorkomen welke mogelijk veroorzaakt zijn door installatie fouten.
Indien de voeding van het alarmsysteem losgekoppeld dient te worden, koppel eerst
de 230 VAC af en daarna pas de accu. Bij het opstarten van het systeem dient u dit
weer in omgekeerde volgorde op te starten.
6.11 Opstarten van het alarmsysteem
Na het voor de eerste maal opstarten van het alarmsysteem dient u de standaard
fabrieksinstellingen in te lezen via de H
S
ERVICE MODE
mode en indien u een melding krijgt op het display met de vraag om de
instellingen te bewaren in het Flash geheugen, druk dan op de "1" toets.
Het alarmsysteem met fabrieksinstellingen ondersteund alle aangesloten bediendelen op de
bus, onafhankelijk hoe de adressen zijn ingesteld. Maar dit stelt u nog niet in staat om het
systeem te kunnen programmeren, dit kunt u pas doen na de volgende handelingen:
1. Instellen van de correcte individuele adressen in de bediendelen (zie p. 16).
2. Identificatie van de aangesloten apparaten op de bediendeel bus door het alarmsysteem.
De identificatie kan worden uitgevoerd via:
– het bediendeel ([S
I
DENTIFICATIE
X programma ("Structuur" scherm "Hardware" tabblad "LCD Bediendeel"
– het D
LOAD
"LCD identificatie" knop).
3. Identificatie van de aangesloten apparaten op de uitbreiding bus. De identificatie kan
worden uitgevoerd via:
– het bediendeel ([S
I
DENTIFICATIE
X programma ("Structuur" scherm "Hardware" tabblad "Uitbreiding
– het D
LOAD
modules" "Uitbr. module identificatie" knop).
De identificatie functie moet altijd uitgevoerd worden na het toevoegen van een nieuw
aangesloten apparaat op de bus of bij wijziging van het module adres.
Het verwijderen van een geïdentificeerd apparaat van de bus zal een sabotage alarm
genereren.
Elke poging om een geïdentificeerd apparaat te vervangen voor een andere met het
zelfde adres zal resulteren in een sabotage alarm.
Installatie handleiding
H
ERSTARTEN
ERVICE
CODE
LCD
BEDIENDEEL ID
ERVICE
CODE
U
.);
ITBREIDING ID
ERSTEL ALLES
H
ERSTEL ALLES
S
]
ERVICE
MODE
.);
S
]
ERVICE
MODE
p. 25).
functie ([S
ERVICE CODE
). Beëindig daarna de service
S
TRUCTUUR
S
TRUCTUUR
SATEL
]
H
ARDWARE
H
ARDWARE