SATEL
Gebeurtenisgeheugen
439 (INTEGRA 24 en INTEGRA 32), 5887 (INTEGRA 64) of 22527 (INTEGRA 128)
gebeurtenissen.
Een apart geheugen om gebeurtenissen op te slaan welke vereist is door de EN 50131
standaard voor Grade 3.
Gebeurtenisgeheugen uitprint mogelijkheid.
Gebruikers
1 (INTEGRA 24), 4 (INTEGRA 32) of 8 (INTEGRA 64 en INTEGRA 128) hoofdgebruikers
(managers).
16 (INTEGRA 24), 64 (INTEGRA 32), 192 (INTEGRA 64) of 240 (INTEGRA 128)
gebruikers.
Het volgende kan aan een gebruiker toegewezen worden:
– een code,
– een proximity kaart (125 kHz passieve transponder, welke in de vorm van een kaart kan
zijn, een tag, etc.),
– een DALLAS iButton (chip),
– een handzender.
Verschillende gebruiker types.
Autorisatieniveau voor het bepalen van de toegangsrechten tot het systeem.
Additionele eigenschappen
Toegangscontrole functies met gebruik van additionele modules.
16 (INTEGRA 24), 28 (INTEGRA 32) of 64 (INTEGRA 64 en INTEGRA 128) klokken
geprogrammeerd door de installateur om automatisch:
– blokken in/uit te schakelen;
– uitgangen aan te sturen (schakelen verlichting, sturen beregeningsinstallaties, etc.).
Blok klokken (1 voor elk blok) voor het automatisch In en Uitschakelen van de blokken.
Programmering
Lokale programmering via een:
– bediendeel;
– computer met het D
poort van het alarmsysteem.
Programmering op afstand via een:
– computer met het D
telefoonlijn of via het Ethernet netwerk (optioneel als de ETHM-1 / ETHM-1 Plus module
aangesloten is);
– internet browser (optioneel als de ETHM-1 / ETHM-1 Plus module aangesloten is);
– mobiele telefoon met een geschikte applicatie er op (optioneel als de ETHM-1 / ETHM-1
Plus module aangesloten is).
Hoofdprint
RS-232 poort (RJ type aansluiting) voor:
– lokale programmering via een computer met het D
geïnstalleerd;
INTEGRA
X programma er op geïnstalleerd en verbonden met de RS-232
LOAD
X programma er op geïnstalleerd en communicatie via de
LOAD
X programma er op
LOAD
5