Werking
ON
START
6.
Zodra de motor is gestart, laat u de
hoofdschakelaar los zodat hij kan terug-
keren
in
de
OPGELET: Zet de hoofdschakelaar
nooit op "
motor draait. Laat de startmotor nooit
langer dan 5 seconden draaien. Als de
startmotor langer dan 5 seconden
blijft draaien, zal de accu vlug leeg
zijn, waardoor het onmogelijk wordt
om de motor te starten. Bovendien
kan de starter worden beschadigd.
Als de motor na 5 seconden aanzwen-
gelen niet start, zet de hoofdschake-
laar dan op "
conden en zwengel de motor opnieuw
aan.
[DCM00193]
DMU36511
Controles na het starten van de
motor
DMU41361
Koelwater
Ga na of er een constante waterstraal uit de
koelwatercontroleopening komt. Een con-
stante waterstraal uit de koelwatercontroleo-
pening wijst erop dat de waterpomp water
pompt door de koelwatermantels.
NOTA:
Wanneer de motor wordt gestart, kan het
eventjes duren alvorens er water uit de koel-
watercontroleopening stroomt.
62
ZMU05830
stand
"
"
(aan).
" (start) terwijl de
" (aan), wacht 10 se-
DCM02251
Als er geen water uit de koelwatercontro-
leopening komt terwijl de motor draait,
kan dat leiden tot oververhitting en ern-
stige beschadiging van de motor. Zet de
motor af en controleer of de koelwaterin-
laat in het huis van het staartstuk of de
koelwatercontroleopening
zijn. Raadpleeg uw Yamaha-dealer als u
het probleem niet kunt lokaliseren en op-
lossen.
1
1. Koelwatercontrolestraal
DMU27671
De motor laten warmdraaien
DMU41232
Procedure voor het warmdraaien van
de motor
1.
Nadat u de motor hebt gestart, laat u
hem warmdraaien tot het toerental zich
stabiliseert op vrijlooptoerental voor een
optimale werking en een maximaal ac-
celeratievermogen. Als dit niet gebeurt,
zal de motorlevensduur daardoor wor-
den verkort.
2.
Vergewis u ervan dat de waarschu-
wingslamp voor een te lage oliedruk uit
blijft. OPGELET: Als het oliedrukwaar-
schuwingslampje knippert nadat de
motor werd gestart, dient u de motor
weer uit te schakelen. Anders kan de
motor ernstig beschadigd raken.
geblokkeerd
ZMU08095