Werking
4.
Vergewis u ervan dat de rubberen dich-
ting overal correct zit tussen de motor-
kap en de onderbak.
5.
Beweeg de motorkapvergrendelhendels
zoals getoond om de motorkap te ver-
grendelen. OPGELET: Als de motor-
kap niet correct wordt geïnstalleerd,
kan er water onder de motorkap te-
rechtkomen en de motor beschadi-
gen, of kan de motorkap wegvliegen
bij hoge snelheden.
1. Motorkapvergrendelhendel
1. Motorkapvergrendelhendel
Controleer na de motorkap te hebben aan-
gebracht of ze goed op haar plaats zit door
er met twee handen op te duwen. Als de mo-
torkap los zit, dient u ze te laten herstellen
door uw Yamaha-dealer.
56
[DCM01992]
1
ZMU08091
1
ZMU08092
DMU34582
Trim- en kantelbekrachtigingssys-
teem
DWM01931
●
Kom nooit onder het staartstuk als het
gekanteld is, zelfs niet als de kantel-
steunhendel vergrendeld is. Als de bui-
tenboordmotor per ongeluk valt, kunt u
ernstig gewond raken.
●
Er kunnen lichaamsdelen worden ver-
pletterd tussen de motor en de klem-
beugel wanneer de motor wordt getrimd
of gekanteld.
●
Ga na of er zich niemand in de buurt van
de buitenboordmotor bevindt alvorens
deze controle uit te voeren.
1.
Controleer de trim- en kantelbekrachti-
gingseenheid op tekenen van olielek-
ken.
2.
Bedien alle trim- en kantelbekrachti-
gingsschakelaars om na te gaan of al de
schakelaars werken.
3.
Kantel de buitenboordmotor naar boven
en controleer of de trim- en kantelstang
volledig naar buiten wordt geduwd.
ZMU07760