De binnenkant reinigen
Tijdens het afdrukken kunnen zich in het apparaat papierresten, toner en
stof verzamelen. Dit kan op een gegeven moment problemen met de
afdrukkwaliteit veroorzaken, zoals tonervlekken of vegen. Deze problemen
kunnen worden gereduceerd en verholpen door de binnenkant van het
apparaat te reinigen.
1. Schakel het apparaat uit en haal de stekker uit het stopcontact. Wacht
tot het apparaat is afgekoeld.
2. Open de bovenklep en verwijder de tonercassette. Plaats de
tonercassette op een schoon, horizontaal oppervlak.
3. Trek de beeldeenheid naar buiten. Plaats de tonercassette op een
schoon, horizontaal oppervlak.
•
Raak het groene oppervlak van de beeldeenheid niet aan.
•
Stel de beeldeenheid niet langer dan enkele minuten bloot aan
licht om te vermijden dat deze wordt beschadigd. Dek de
beeldeenheid zo nodig af met een stuk papier.
4. Wrijf met een niet-pluizende doek stof en gemorste toner af.
•
Zorg dat u bij het reinigen van de binnenkant van het apparaat
de transportrol onder de tonercassette niet aanraakt. Vet van
uw vingers kan problemen met de afdrukkwaliteit veroorzaken.
5. Lokaliseer en reinig de lange glasstrook in het apparaat en gebruik een
wattenstokje.
6. Plaats de beeldeenheid en de tonercassette weer terug in het apparaat.
7. Sluit de bovenklep. Controleer of de klep goed dicht is.
8. Steek de stekker weer in het stopcontact en zet het apparaat aan.
Onderhoud_ 80