•
Connection: op dit tabblad kunt u een andere poort bekijken of
selecteren. Als u de printerpoort van USB wijzigt in Parallel of
omgekeerd terwijl de printer in gebruik is moet u de printerpoort op
dit tabblad opnieuw configureren.
•
Driver: met deze optie kunt u een ander apparaatstuurprogramma
bekijken of selecteren. Klik op Options als u de standaardopties van
het apparaat wilt instellen.
•
Jobs: op dit tabblad kunt u de lijst met afdruktaken weergeven. Klik
op Cancel job om de geselecteerde taak te annuleren. Schakel het
selectievakje Show completed jobs in voor een lijst met eerder
opgegeven afdruktaken.
•
Classes: hier ziet u de klasse waartoe uw apparaat behoort. Klik op
Add to Class om uw apparaat toe te voegen aan een bepaalde
klasse of klik op Remove from Class als u het apparaat wilt
verwijderen uit een geselecteerde klasse.
4. Klik op OK om de wijzigingen toe te passen en sluit het venster Printer
Properties.
Afdrukken in UNIX
Afhankelijk van het model of de accessoires zijn bepaalde functies
mogelijk niet beschikbaar. Dit betekent dat bepaalde functies niet
worden ondersteund.
Doorgaan met de afdruktaak
Kies na de installatie van de printer een afbeelding, tekst, PS- of
HPGL-bestand om af te drukken.
1. Voer de opdracht "printui <file_name_to_print>" uit.
U drukt bijvoorbeeld "document1" af
printui document1
Hiermee wordt Print Job Manager van het
UNIX-printerstuurprogramma geopend waarin de gebruiker
verschillende afdrukopties kan instellen.
2. Selecteer een printer die reeds is toegevoegd.
3. Selecteer de afdrukopties uit het venster, zoals Page Selection.
4. Selecteer in Number of Copies hoeveel kopieën u nodig hebt.
Druk op Properties om gebruik te maken van de printerfuncties
die uw printerstuurprogramma biedt (zie "Printerinstellingen
wijzigen" op pagina 65).
5. Druk op OK om te beginnen met de afdruktaak.
Printerinstellingen wijzigen
Het UNIX-printerstuurprogramma Print Job Manager waarin de gebruiker
verschillende afdrukopties kan selecteren in printer Properties.
De volgende sneltoetsen kunnen worden gebruikt: "H" voor Help, "O" voor
OK, "A" voor Apply en "C" voor Cancel.
Het tabblad General
•
Paper Size: hiermee kunt u naar eigen keuze het papierformaat
instellen op A4, Letter of andere papierformaten.
•
Paper Type: hiermee kiest u het type papier. Beschikbare opties uit
de keuzelijst zijn: Printer Default, Plain en Thick.
•
Paper Source: hiermee selecteert u de papierbron. De
standaardinstelling is Auto Selection.
•
Orientation: hiermee selecteert u de richting waarin informatie
wordt afgedrukt op een pagina.
•
Dubbelzijdig: hiermee worden beide zijden van het papier bedrukt
om papier te besparen.
Automatisch of handmatig dubbelzijdig afdrukken is niet op alle
modellen beschikbaar. U kunt eventueel oneven-even pagina's
afdrukken via het lpr-afdruksysteem of andere toepassingen.
•
Multiple Pages: hiermee worden meerdere pagina's afgedrukt op
één vel papier.
•
Page Border: kies een van de randstijlen (bv.: Single-line hairline,
Double-line hairline).
Het tabblad Image
Op dit tabblad kunt u de helderheid, resolutie of de positie van een
afbeelding op uw document wijzigen.
Het tabblad Text
Stel de tekenafstand, regelafstand of de kolommen op de afdruk in.
Het tabblad HPGL/2
•
Use only black pen: hiermee worden alle grafische elementen in
het zwart afgedrukt.
•
Fit plot to page: hiermee wordt de volledige afbeelding aangepast
zodat ze op een enkele pagina past.
•
Pen Width: hiermee kunt u de waarde voor de pendikte wijzigen.
De standaardwaarde is 1 000.
Afdrukken_ 65