UNIX
Om het UNIX-printerstuurprogramma te gebruiken moet u eerst het
printerstuurprogrammapakket installeren en vervolgens de printer. U kunt
het UNIX-printerstuurprogrammapakket downloaden van de website van
Samsung.
Het UNIX-printerstuurprogrammapakket installeren
De installatieprocedure is identiek voor alle varianten van het
bovengenoemde UNIX-besturingssysteem (zie "UNIX" op pagina 33).
1. Download het UNIX-stuurprogrammapakket van de website van
Samsung en pak het uit op uw computer.
2. Bekom machtigingen voor de hoofdmap.
su -
3. Kopieer het juiste stuurprogramma-archief naar de UNIX-computer.
Raadpleeg de handleiding van uw UNIX-besturingssysteem
voor meer informatie.
4. Pak het UNIX-printerstuurprogramma-archief uit.
Op IBM AIX gebruikt u bijvoorbeeld de volgende commando's:
cd /tmp
gzip –dc /cdrom/unix/packages/aix_power/aix_power.tar.gz | tar
–xvf –
De map "binaries" bevat de bestanden en mappen binz, install en
share.
5. Kopieer de map "binaries" naar een plaatselijke map.
6. Schakel over naar de map "binaries" van het stuurprogramma.
cd aix_power/binaries
7. Voer het installatiescript uit.
./install
install is het installatiescriptbestand dat wordt gebruikt om het
UNIX-printerstuurprogrammapakket te installeren/deïnstalleren.
Gebruik de opdracht "chmod 755 install" om de uitvoering van het
installatiescript te machtigen.
8. Voer de opdracht ". /install –c" uit om de resultaten van de installatie
te controleren.
9. Voer "installprinter" uit vanaf de opdrachtregel. Hierdoor verschijnt
het venster Add Printer Wizard. Installeer de printer in dit venster
aan de hand van de volgende procedure.
In sommige UNIX-besturingssystemen, zoals Solaris 10, is de
toegevoegde printer mogelijk niet ingeschakeld en/of kan hij
geen taken ontvangen. In dat geval moet u de volgende twee
opdrachten uitvoeren in de root-terminal:
accept <printer_name>
enable <printer_name>
De installatie van het printerstuurprogrammapakket
ongedaan maken
Het hulpprogramma voor het ongedaan maken van de installatie
moet gebruikt worden om de printer uit het systeem te verwijderen.
a)
Voer de opdracht "uninstallprinter" uit vanaf de terminal.
Hierdoor wordt Uninstall Printer Wizard geopend
De geïnstalleerde printers verschijnen in de vervolgkeuzelijst
b)
Selecteer de printer die u wilt verwijderen.
c)
Klik op Delete om de printer uit het systeem te verwijderen.
d)
Voer de opdracht ". /install –d" uit om de installatie van het
volledige pakket ongedaan te maken.
e)
Voer de opdracht ". /install –c" uit om de resultaten van het
deïnstallatie te controleren.
Gebruik de opdracht ". /install" om de binaire gegevens opnieuw te
installeren.
De printer instellen
Voer "installprinter" uit vanaf de opdrachtregel om de printer toe te
voegen aan uw UNIX-systeem. Hiermee wordt het venster van de
wizard Printer toevoegen geopend. Stel in dit venster de printer op de
volgende manier in:
1. Typ de naam van de printer.
2. Selecteer het juiste printermodel uit de lijst van modellen.
3. Voer een beschrijving in voor het type van uw printer in het veld
Type. Dit is optioneel.
4. Geef in het veld Description een beschrijving van de printer op. Dit
is optioneel.
5. Geef in het veld Location een beschrijving van de printer op.
6. Typ het IP-adres of de DNS-naam van de printer in het tekstvak
Device voor netwerkprinters. Op IBM AIX met jetdirect kunt u alleen
Queue type invoeren. U kunt geen numeriek IP-adres invoeren.
7. Queue type toont de verbinding als lpd of jetdirect in de
overeenkomstige keuzelijst. Op Sun Solaris OS is bovendien een
usb type beschikbaar.
8. Selecteer Copies om het aantal exemplaren in te stellen.
9. Schakel de optie Collate in om exemplaren gesorteerd af te
drukken.
10. Schakel de optie Reverse Order in om exemplaren in omgekeerde
volgorde af te drukken.
11. Schakel de optie Make Default in om deze printer in te stellen als
standaardprinter.
12. Klik op OK om de printer toe te voegen.
IPv6-configuratie
TCP/IPv6 wordt alleen ondersteund in Windows Vista of recentere
versies.
Als het IPv6-netwerk niet lijkt te werken, stelt u alle
netwerkinstellingen in op de standaardwaarden en probeert u het
opnieuw (zie "Standaardfabrieksinstellingen terugzetten met
SyncThru™ Web Service" op pagina 42).
Om de IPv6-netwerkomgeving te gebruiken volgt u de onderstaande
procedure om het IPv6-adres te gebruiken:
1. Verbind het apparaat met het netwerk door middel van een
netwerkkabel.
2. Zet het apparaat aan.
3. Druk een Configuratierapport af via het bedieningspaneel van het
apparaat. In dit rapport worden de IPv6-adressen gecontroleerd (zie
"Configuratierapport afdrukken" op pagina 40).
4. Kies Start > Configuratiescherm > Hardware en geluiden > Printers
> Printer toevoegen.
5. Klik op Een lokale printer toevoegen in het venster Printer
toevoegen.
6. Volg de weergegeven instructies.
Als het apparaat niet werkt in de netwerkomgeving, activeer dan IPv6.
Zie het volgende deel.
Netwerkinstallatie_ 44