Het tabblad Setting
Op dit tabblad kunt u de configuratie van uw apparaat en netwerk
instellen. U moet u aanmelden als beheerder om dit tabblad weer te
geven.
•
Het tabblad Machine Settings: met dit tabblad kunt u opties
instellen die beschikbaar zijn op uw apparaat.
•
Het tabblad Network Settings: met dit tabblad kunt u de
netwerkomgeving bekijken en wijzigen. U kunt zaken zoals TCP/IP,
netwerkprotocols enzovoort instellen.
Het tabblad Security
Op dit tabblad kunt u de beveiligingsgegevens van uw systeem en van
het netwerk instellen. U moet u aanmelden als beheerder om dit tabblad
weer te geven.
•
System Security: hiermee kunt u de gegevens van de
systeembeheerder instellen en tevens de apparaatfuncties in- of
uitschakelen.
•
Network Security: hiermee kunt u instellingen voor HTTPs, IPSec,
IPv4/IPv6 filtering, 802.1x, verificatieservers instellen.
•
User Access Control: hiermee kunt u de configuraties voor
gebruikerstoegang instellen.
Het tabblad Maintenance
Op dit tabblad kunt u uw apparaat onderhouden door de firmware te
upgraden en contactgegevens voor het versturen van e-mails in te
stellen. U kunt ook een verbinding maken met de website van Samsung
of stuurprogramma's downloaden door het menu Link te selecteren.
•
Firmwareversie: U kunt de firmwareversie van uw apparaat
controleren en upgraden met de knop Upgrade Wizard. U kunt de
knop Upgrade Wizard alleen zien als u inlogt als beheerder.
•
Contact Information: hiermee kunt u de contactgegevens
weergeven.
•
Link: Hiermee kunt u koppelingen tonen naar nuttige websites waar
u kunt downloaden of informatie kunt controleren.
Eco
U kunt Eco-modus inschakelen en de aangepaste eco-instellingen wijzigen.
Eco-modus inschakelen
1. Selecteer uit de SyncThru™ Web Service het tabblad Settings >
Machine Settings > System > Eco > Settings.
2. Selecteer in het hoofdvenster een van de volgende opties: On, Off,
of On-Forced voor Eco Default Mode.
•
Uit: Selecteer deze optie om de Eco-modus uit te zetten.
•
Aan: Selecteer deze optie om de Eco-modus aan te zetten.
•
On-Forced: Selecteer deze optie om de Eco-modus aan te
zetten met een wachtwoord. Voor het aan-/uitzetten van
Eco-modus is bij deze instelling een wachtwoord vereist.
Indien u On of On-Forced selecteerde, controleer dan de
instelling die u wilt gebruiken: Factory Default of Custom
Settings
3. Klik op Apply.
De aangepaste instellingen wijzigen
1. Selecteer uit de SyncThru™ Web Service het tabblad Settings >
Machine Settings > System > Eco > Settings.
2. Selecteer On of On-Forced voor Eco Default Mode.
3. Selecteer Custom Settings.
De instellingen in de Factory Default-optie kunnen niet
gewijzigd worden.
4. Klik op Edit & Preview Simulator.
5. Controleer de huidige instellingen in het venster Edit & Preview
Simulator en wijzig de instellingen.
6. Klik op Apply.
Bij het toepassen van uw wijzigingen kunt u het resultaat bekijken
van de hoeveelheden gereduceerde CO2-uitstoot, verbruikte
elektriciteit en bespaard papier als gevolg van de instellingen die u
geselecteerd heeft. De resultaten zijn berekend op basis van een
totaal van eenhonderd afgedrukte pagina's zonder een blanco
pagina wanneer de eco-modus niet is ingeschakeld.
•
Berekeningscoëfficiënt voor CO2, energie en papier volgens de
IEA-index van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en
Communicatie van Japan en www.remanufacturing.org.uk. Ieder
model heeft een andere index.
•
Het elektriciteitsverbruik in afdrukmodus verwijst naar het
gemiddelde verbruik tijdens afdrukken van dit apparaat.
•
De feitelijk bespaarde of gereduceerde hoeveelheid kan
verschillen afhankelijk van het gebruikte besturingssysteem,
vermogen van de computer, de applicatiesoftware,
aansluitmethode, het type en formaat van het afdrukmateriaal en
de complexiteit van de taak, etc.
De knop Undo wist alle tot zover ingestelde waarden.
E-mailmelding instellen
Als u deze optie instelt ontvangt u e-mailmeldingen over de status van uw
apparaat. Door gegevens, zoals IP-adressen, hostnaam, e-mailadressen en
SMTP-servergegevens, in te stellen zal de apparaatstatus (tonercassette
leeg of machinefout) automatisch naar het e-mailadres van een bepaald
persoon worden verzonden. Deze optie wordt mogelijk vaker gebruikt door
een apparaatbeheerder.
1. Open een webbrowser in Windows, zoals Internet Explorer.
Typ het IP-adres van het apparaat (http://xxx.xxx.xxx.xxx) in het
adresveld en druk op Enter of klik op Ga naar.
2. De ingebouwde website van uw apparaat wordt geopend.
3. Selecteer Machine Settings > E-mail Notification op het tabblad
Settings.
Als u de server voor uitgaande e-mail nog niet hebt
geconfigureerd, gaat u naar Settings > Network Settings >
Outgoing Mail Server (SMTP) om de netwerkomgeving te
configureren voor u e-mailmelding instelt.
4. Klik op de knop Add om een gebruiker van e-mailmelding in te stellen.
Stel de naam van de ontvanger in en het (de) e-mailadres(sen) met
meldingsitems waarvoor u een waarschuwing wilt ontvangen.
5. Klik op Apply.
Als de firewall is ingeschakeld, zal de e-mail mogelijk niet verzonden
kunnen worden. Neem in dat geval contact op met de
netwerkbeheerder.
Beheerprogramma's_ 75