Uw apparaat instellen als standaardprinter
1. Klik op het menu Start in Windows.
2. In Windows 2000 selecteert u Instellingen > Printers.
•
In Windows XP/2003 selecteert u Printers en faxapparaten.
•
In Windows 2008/Vista selecteert u Configuratiescherm >
Hardware en geluiden > Printers.
•
In Windows 7 selecteert u Configuratiescherm > Hardware en
geluiden > Apparaten en printers.
•
In Windows Server 2008 R2 selecteert u Configuratiescherm >
Hardware > Apparaten en printers.
3. Selecteer uw apparaat.
4. Klik met uw rechtermuisknop op uw apparaat en selecteer Als
standaardprinter instellen.
In Windows 7 en Windows Server 2008 R2
Indien Als standaardprinter instellen een ►-markering bevat,
kunt u andere printerstuurprogramma's die met de geselecteerde
printer zijn verbonden selecteren.
Afdrukken naar een bestand (PRN)
Het kan soms handig zijn om de af te drukken gegevens op te slaan als een
bestand.
Ga als volgt te werk om een bestand aan te maken:
1. Schakel het selectievak Naar bestand in het venster Afdrukken in.
2. Klik op Afdrukken.
3. Voer het doelpad en de bestandsnaam in en klik vervolgens op OK.
Bijvoorbeeld C:\Temp\bestandsnaam.
Als u enkel de bestandsnaam invoert wordt het bestand
automatisch opgeslagen in Mijn documenten.
Afdrukken in Macintosh
Afhankelijk van het model of de accessoires zijn bepaalde functies
mogelijk niet beschikbaar. Dit betekent dat bepaalde functies niet
worden ondersteund.
In dit hoofdstuk wordt u uitgelegd hoe u moet afdrukken in Macintosh. U
moet de afdrukomgeving instellen voor u gaat afdrukken.
•
Verbonden via USB (zie "Macintosh" op pagina 37).
•
Verbonden met een netwerk (zie "Macintosh" op pagina 42).
Een document afdrukken
Als u afdrukt vanaf een Macintosh-computer moet u in elke toepassing die u
gebruikt de instelling van het printerstuurprogramma controleren. Volg de
onderstaande stappen om af te drukken vanaf een Macintosh-computer:
1. Open het document dat u wilt afdrukken.
2. Open het menu Archief en klik op Pagina-instelling
(Documentinstellingen in enkele toepassingen).
3. Selecteer papierformaat, afdrukstand, schaal en andere opties, en zorg
ervoor dat uw apparaat is geselecteerd. Klik op OK.
4. Open het menu Archief en klik op Afdrukken.
5. Kies het gewenste aantal exemplaren en geef aan welke pagina's u wilt
afdrukken.
6. Klik op Afdrukken.
Printerinstellingen wijzigen
U kunt geavanceerde afdrukfuncties van uw printer gebruiken.
Open een toepassing en selecteer Afdrukken in het menu Bestand (voor
Mac OS X 10.4 Archief). De printernaam die in het paneel
printereigenschappen wordt weergegeven is afhankelijk van de gebruikte
printer. Het paneel printereigenschappen is afgezien van de naam
vergelijkbaar met het volgende.
De instellingsopties en de daarna volgende vensters kunnen
verschillen afhankelijk van de printers en de Macintosh OS-versie.
Het volgende paneel is het eerste paneel dat u ziet wanneer u het
printereigenschappenvenster opent. Selecteer andere geavanceerde
functies uit de vervolgkeuzelijst.
Lay-out
Op het tabblad Lay-out vindt u opties waarmee u de afdruklay-out van
het document kunt aanpassen. U kunt meerdere pagina's op één vel
papier afdrukken.
•
Pagina's per vel: hier kunt u opgeven hoeveel pagina's op één vel
worden afgedrukt (zie "Meerdere pagina's op één vel papier
afdrukken" op pagina 63).
Afdrukken_ 62