Grafische opties
Met behulp van de volgende grafische instellingen regelt u de
afdrukkwaliteit.
1. Als u de afdrukinstellingen vanuit de softwaretoepassing wilt wijzigen,
opent u Voorkeursinstellingen (zie "Voorkeursinstellingen openen" op
pagina 57).
2. Klik op het tabblad Grafisch en selecteer de door u gewenste optie.
•
Kwaliteit: U kunt de afdrukkwaliteitoptie kiezen. Hoe hoger de
instelling, hoe scherper tekens en afbeeldingen worden afgedrukt.
Een hogere instelling kan de afdruktijd van uw document verlengen.
•
Lettertype/tekst: Gebruik Alle tekst zwart om alles in het zwart af
te drukken, ongeacht de kleuren op het scherm.
•
Advanced: Selecteer deze optie om geavanceerde instellingen in te
stellen.
•
Tonerspaarstand: Als u deze optie selecteert, gaat de
tonercassette langer mee en dalen de afdrukkosten per pagina
zonder noemenswaardig kwaliteitsverlies.
•
PostScript-opties: U kunt PostScript-opties selecteren, zoals het
uitvoerformaat, de PostScript-taal en of er een foutbericht moet
worden afgedrukt als er problemen zijn.
Deze opties zijn alleen beschikbaar voor het
PostScript-stuurprogramma.
3. Klik op OK of Afdrukken tot het venster Afdrukken wordt afgesloten.
Hulpprogramma Direct afdrukken gebruiken
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u met Hulpprogramma Direct
afdrukken PDF-bestanden kunt afdrukken zonder ze te openen.
•
Uw apparaat moet beschikken over een harde schijf om
PDF-bestanden af te drukken met dit programma.
•
U kunt geen PDF-bestanden afdrukken waarvoor een
afdrukbeperking geldt. Schakel de functie voor de afdrukbeperking
uit en probeer opnieuw af te drukken.
•
U kunt geen PDF-bestanden afdrukken die met een wachtwoord
worden beschermd. Schakel de wachtwoordfunctie uit en probeer
opnieuw af te drukken.
•
Of u een PDF-bestand kunt afdrukken met Hulpprogramma Direct
afdrukken hangt af van de manier waarop het PDF-bestand was
gemaakt.
•
Het programma Hulpprogramma Direct afdrukken ondersteunt
PDF-versie 1.4 en ouder. Bestanden van een hogere versie moet
u openen om te kunnen afdrukken.
Wat is Hulpprogramma Direct afdrukken?
Het Hulpprogramma Direct afdrukken is een programma dat
PDF-bestanden rechtstreeks naar uw printer stuurt om ze af te drukken
zonder dat u deze bestanden hoeft te openen. De gegevens worden via de
Windows-spooler en de poort van het printerstuurprogramma verzonden.
Als u dit programma wilt installeren, selecteert u Aangepaste installatie en
schakelt u het selectievakje voor het programma in tijdens de installatie van
het printerstuurprogramma.
Afdrukken
Er zijn verschillende manieren waarop u kunt afdrukken met het
Hulpprogramma Direct afdrukken.
Vanaf het venster Hulpprogramma Direct afdrukken
1. Selecteer in het menu Start Programma's of Alle programma's >
Samsung Printers > Hulpprogramma Direct afdrukken >
Hulpprogramma Direct afdrukken.
Het venster Hulpprogramma Direct afdrukken wordt geopend.
2. Selecteer uw printer uit de vervolgkeuzelijst Printer selecteren en
klik op Bladeren.
3. Selecteer het bestand dat u wilt afdrukken en klik op Openen.
Het bestand wordt nu toegevoegd in de sectie Geselecteerde
bestanden.
4. Pas de printerinstellingen naar wens aan.
5. Klik op Afdrukken. Het geselecteerde PDF-bestand wordt naar de
printer verzonden.
Via het contextmenu
1. Klik met de rechtermuisknop op het PDF-bestand dat u wilt afdrukken en
kies Hulpprogramma Direct afdrukken.
Het venster Hulpprogramma Direct afdrukken wordt geopend. Het
PDF-bestand is hierin al toegevoegd.
2. Selecteer de printer die u wilt gebruiken.
3. Pas de printerinstellingen naar wens aan.
4. Klik op Afdrukken. Het geselecteerde PDF-bestand wordt naar de
printer verzonden.
De standaardafdrukinstellingen wijzigen
1. Klik op het menu Start in Windows.
2. In Windows 2000 selecteert u Instellingen > Printers.
•
In Windows XP/2003 selecteert u Printers en faxapparaten.
•
In Windows 2008/Vista selecteert u Configuratiescherm >
Hardware en geluiden > Printers.
•
In Windows 7 selecteert u Configuratiescherm > Hardware en
geluiden > Apparaten en printers.
•
In Windows Server 2008 R2 selecteert u Configuratiescherm >
Hardware > Apparaten en printers.
3. Klik met uw rechtermuisknop op uw apparaat.
4. In Windows XP/2003/2008/Vista drukt u op Voorkeursinstellingen.
In Windows 7 en Windows Server 2008 R2 selecteert u
Voorkeursinstellingen in de contextmenu's.
Als er bij het item Voorkeursinstellingen voor afdrukken een
►-markering staat, kunt u andere printerstuurprogramma's die
met de geselecteerde printer zijn verbonden selecteren.
5. Wijzig de instellingen op elk tabblad.
6. Klik op OK.
In Voorkeursinstellingen kunt u de instellingen voor elke afdruktaak
wijzigen.
Afdrukken_ 61
®