Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Het Draadloos Netwerk Van Het Apparaat Configureren; Het Bedieningspaneel Gebruiken - Samsung ML-551 Series Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Het draadloos netwerk van het apparaat
configureren
Voor u begint moet u de netwerknaam (SSID) van uw draadloos netwerk
kennen, evenals de netwerksleutel als deze is gecodeerd. Deze informatie
werd ingesteld bij de installatie van de draadloze router (toegangspunt).
Raadpleeg de persoon die uw netwerk heeft geïnstalleerd als u niet
vertrouwd bent met de draadloze omgeving waarin u werkt.
U kunt de parameters voor een draadloos netwerk zowel via het
bedieningspaneel als via SyncThru™ Web Service configureren.

Het bedieningspaneel gebruiken

1. Druk op Menu op het bedieningspaneel.
2. Druk op de pijl-omhoog/omlaag om Netwerk te selecteren en druk
vervolgens op OK.
3. Druk op de pijl-omhoog/omlaag om Draadloos te selecteren en druk
vervolgens op OK.
4. Druk op de pijl-omhoog/omlaag om WLAN-instellingen te
selecteren en druk vervolgens op OK.
5. Druk op de pijl-omhoog/omlaag tot de gewenste instellingsoptie
verschijnt en vervolgens op OK.
Wizard: De interfacekaart voor het draadloze netwerk van de
printer zoekt naar draadloze netwerken in de omgeving, waarna
de resultaten worden weergegeven (zie "Wizard-modus" op
pagina 111).
Aangepast: U kunt de instellingen voor het draadloze netwerk
naar wens configureren (zie "Aangepaste modus" op
pagina 111).
Wizard-modus
1. De interfacekaart voor het draadloze netwerk van het apparaat zoekt
naar draadloze netwerken in de omgeving en toont de resultaten.
2. Druk op de pijl-links/rechts om een netwerk te selecteren dat u wilt
gebruiken in Lijst doorz. en druk op OK. U kunt een netwerk
selecteren met SSID.
3. Als Geen in de WLAN-beveiliging op het scherm verschijnt, drukt u
op OK om de selectie op te slaan en gaat u naar stap 6.
Ga door met de volgende stap als u een ander bericht ziet.
4. Afhankelijk van het netwerk dat u selecteert zal de
WLAN-beveiligingscodering WEP of WPA zijn.
In het geval van WEP drukt u op pijl-links/rechts om Open
systeem of Ged. sleutel te selecteren.
-
Open systeem: Verificatie wordt niet gebruikt, en Codering
kan of kan niet worden gebruikt, afhankelijk van de behoefte
aan gegevensbeveiliging. Voer de WEP Key in met behulp
van het numeriek toetsenbord nadat u Open systeem hebt
geselecteerd.
-
Ged. sleutel: Verificatie wordt gebruikt. Een apparaat met
de juiste WEP Key heeft toegang tot het netwerk. Voer de
WEP Key in met behulp van het numeriek toetsenbord nadat
u Ged. sleutel hebt geselecteerd.
In geval van WPA voert u de WPA Key in met behulp van de
cijfertoetsen. De sleutel mag 8 tot 63 tekens lang zijn.
5. Druk op OK.
6. Druk op Stop/Wissen om terug te keren naar stand-bymodus.
SSID: SSID (Service Set Identifier) is een naam die een
draadloos netwerk identificeert. Toegangspunten en draadloze
apparaten die een verbinding proberen te maken met een
bepaald draadloos netwerk moeten dezelfde SSID gebruiken.
De SSID is hoofdlettergevoelig.
Aangepaste modus
1. Voer de SSID in als SSID bewerken op de bovenste regel op het
2. Selecteer het type draadloze verbinding. Druk op pijl-links/rechts om
3. Druk op pijl-links/rechts om de gewenste Kanaal-methode te
4. Druk op de pijl-links/rechts om de gewenste WLAN
Verbruiksartikelen en accessoires_ 111
WEP: WEP (Wired Equivalent Privacy) is een
beveiligingsprotocol dat ongeautoriseerde toegang tot uw
draadloos netwerk verhindert. WEP codeert het
gegevensgedeelte van elk pakket dat wordt uitgewisseld over
een draadloos netwerk door middel van een 64-bits of 128-bits
WEP-coderingssleutel.
WPA: WPA regelt de machtiging en identificatie van gebruikers
op basis van een geheime sleutel die automatisch op gezette
tijden wordt gewijzigd. WPA gebruikt tevens TKIP (Temporal
Key Integrity Protocol) en AES (Advanced Encryption
Standard) voor gegevenscodering.
display verschijnt. Dit is de naam van een draadloos netwerk. SSID
is hoofdlettergevoelig, dus let op bij het invoeren. Druk op OK.
de gewenste Werkingsmodus-methode te selecteren en druk op
OK.
Ad-Hoc: in deze modus kunnen draadloze apparaten
rechtstreeks met elkaar communiceren in een
peer-to-peer-omgeving. Ga naar stap 3.
Infrastructuur: maakt het voor draadloze apparaten mogelijk om
via een toegangspunt met elkaar te communiceren. Ga naar
stap 4.
selecteren en druk op OK. Als u Auto selecteert, worden de kanalen
automatisch aangepast door de draadloze-netwerkinterfacekaart in
uw apparaat.
Beveilig.-methode te selecteren en druk op OK.
Geen: dit wordt gebruikt wanneer de validatie van de identiteit
van een draadloos apparaat en gegevenscodering niet vereist
zijn voor uw netwerk. Open System wordt gebruikt voor IEEE
802.11-verificatie.
Statisch WEP: maakt gebruik van het WEP-algoritme (Wired
Equivalent Privacy) dat door de IEEE 802.11-standaard wordt
voorgesteld voor beveiligingsdoeleinden. De beveiligingsmodus
Statisch WEP vereist een WEP-sleutel voor gegevenscodering,
decodering en IEEE 802.11-verificatie. Druk op de pijl-links/
rechts om de gewenste installatiemethode in Verificatie te
selecteren en vervolgens op OK.
-
Open systeem: Verificatie wordt niet gebruikt en codering
wordt al dan niet gebruikt, afhankelijk van de behoefte aan
gegevensbeveiliging. Voer de WEP Key in met behulp van
het toetsenblok na de selectie van Open systeem en druk
vervolgens op OK.
-
Ged. sleutel: Verificatie wordt gebruikt. Een apparaat met
de juiste WEP Key heeft toegang tot het netwerk. Voer WEP
Key in met behulp van het numeriek toetsenbord nadat u
Ged. sleutel hebt geselecteerd en druk vervolgens op OK.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave