Trackpad-werkstand
In de Trackpad-werkstand, gebruikt u de trackpad om alle handelingen uit te voeren, zoals aanwijzen, links
klikken, rechts klikken en bladeren. Met de trackpad kunt u ook diverse aanraakbewegingen uitvoeren.
Voor meer informatie over het gebruik van tikgebaren raadpleegt u "De aanraakbewegingen van trackpad
gebruiken" op pagina 27.
Klassieke TrackPoint-werkstand
In de Klassieke TrackPoint-werkstand gebruikt u het aanwijsknopje om de aanwijzer te verplaatsen en
gebruikt u de trackpad om andere handelingen uit te voeren zoals het links klikken, rechts klikken en bladeren.
26
Handboek voor de gebruiker
1
Aanwijzen
Gebruik het aanwijsknopje om de aanwijzer op het scherm
te verplaatsen. Om het aanwijsknopje te gebruiken, oefent
u druk uit op het antislipdopje van het aanwijsknopje in
een richting parallel aan het toetsenbord. De aanwijzer
beweegt naar behoren, maar het aanwijsknopje zelf wordt
niet verplaatst. De snelheid waarmee de aanwijzer wordt
verplaatst, wordt bepaald door de hoeveelheid druk die
op de knop wordt uitgeoefend.
2
Bladeren
Houd de gestippelde scrollbalk ingedrukt terwijl u druk
uitoefent op de aanwijzer in de verticale of horizontale
richting. Vervolgens kunt u door het document, de
website of toepassingen bladeren.
3
Rechts klikken
Druk op het rechtermuisknopgebied om een snelmenu
weer te geven.
4
Links klikken
Druk op het linkermuisknopgebied om een item te
selecteren of te openen.
Aanwijzen
Veeg één vinger over het oppervlak van de trackpad om
de aanwijzer dienovereenkomstig te verplaatsen.
Bladeren
Plaats twee vingers op het trackpad en beweeg ze in een
verticale of horizontale richting. Vervolgens kunt u door
het document, de website of toepassingen bladeren. Zorg
ervoor dat u de twee vingers iets van elkaar af plaatst.
1
Links klikken
Druk op het linkermuisknopgebied om een item te
selecteren of te openen.
2
Rechts klikken
Druk op het rechtermuisknopgebied om een snelmenu
weer te geven.