• Profiel Elementair afdrukken (BPP)
• Profiel Inbelnetwerk (DUN)
• Profiel Gegevensoverdracht (FTP)
• Profiel Algemene toegang (GAP)
• Profiel Algemene A/V-distributie (GAVDP)
• Profiel Printerkabelvervanging (HCRP)
• Profiel Headset (HSP)
• Profiel Handsfree (HFP)
• Profiel Invoerapparaat (HID)
• Profiel Berichtentoegang (MAP)
• Protocol Objectuitwisseling (OBEX)
• Profiel Objectpush (OPP)
• Profiel Persoonlijk netwerk (PAN)
• Profiel Telefoonboektoegang (PBAP)
• Protocol Dienstherkenning (SDP)
• Profiel Synchronisatie (SYNC)
• Profiel Videodistributie (VDP)
• Profiel Algemene eigenschappen (GATT)
• Profiel Nabijheid
• Profiel Mij zoeken
• Profiel Directe waarschuwing
• Profiel Batterijstatus
Gebruiksomgeving en uw gezondheid
Ingebouwde draadloos-netwerkkaarten zenden, net als andere radiografische apparaten, elektromagnetische
energie op radiofrequenties uit. De hoeveelheid uitgezonden energie is echter veel geringer dan de
elektromagnetische energie die wordt uitgezonden door andere draadloze apparaten, zoals bijvoorbeeld
mobiele telefoons.
Omdat de ingebouwde draadloos-netwerkkaarten werken binnen de grenzen van de veiligheidsrichtlijnen
voor radiostraling, zoals vastgelegd in diverse standaarden en aanbevelingen, is Lenovo ervan overtuigd dat
deze kaarten veilig zijn voor de consument. Deze normen en aanbevelingen zijn een afspiegeling van de
consensus die binnen de wetenschappelijke wereld heerst. Ze zijn opgesteld door wetenschappelijke panels
en commissies die de wetenschappelijke literatuur in kwestie voortdurend bijhouden.
In bepaalde situaties of omgevingen kan het gebruik van ingebouwde draadloos-netwerkkaarten beperkt
zijn op last van de eigenaar van het gebouw of degenen die binnen de organisatie de verantwoordelijkheid
dragen. Het kan daarbij bijvoorbeeld gaan om:
• Het gebruik van ingebouwde kaarten voor draadloze communicatie aan boord van een vliegtuig, in een
ziekenhuis, in de buurt van een tankstation of een explosiegebied (met elektrisch gestuurde explosieven),
of vlakbij medische implantaten of medische apparaten die op het lichaam worden gedragen, zoals
pacemakers.
• Een andere omgeving waarbij mogelijke storing van andere apparatuur of diensten als hinderlijk of
gevaarlijk wordt beschouwd.
150
Handboek voor de gebruiker