1. Klik met de rechtermuisknop op het bureaublad en klik op Personaliseren.
2. Klik aan de linkerkant op Beeldscherm.
3. Selecteer Beeldscherminstellingen wijzigen. Controleer of de schermresolutie goed is ingesteld.
4. Klik op Geavanceerde instellingen.
5. Klik op het tabblad Adapter. Controleer of het juiste stuurprogramma in het informatievenster van de
adapter wordt weergegeven.
Opmerking: De naam van het stuurprogramma hangt af van de videochip die in uw computer
is geïnstalleerd.
6. Klik op de knop Eigenschappen. Wanneer er wordt gevraagd om een beheerderswachtwoord
of een bevestiging, typt u dat wachtwoord of geeft u die bevestiging. Schakel het selectievakje
Apparaatstatus in en controleer of het apparaat correct werkt. Als dit niet het geval is, klikt u op de
knop Problemen oplossen en volgt u de instructies op het scherm.
7. Klik op de tab Beeldscherm. Controleer of het juiste stuurprogramma in het informatievenster
van de adapter wordt weergegeven.
8. Klik op de knop Eigenschappen. Wanneer er wordt gevraagd om een beheerderswachtwoord
of een bevestiging, typt u dat wachtwoord of geeft u die bevestiging. Schakel het selectievakje
Apparaatstatus in en controleer of het apparaat correct werkt. Als dit niet het geval is, klikt u op de
knop Problemen oplossen en volgt u de instructies op het scherm.
9. Klik op het tabblad Kleurbeheer en klik vervolgens op Kleurbeheer. Controleer of de kleurkwaliteit
correct is ingesteld en zorg dat de andere informatie ook klopt. Wanneer er wordt gevraagd om een
beheerderswachtwoord of een bevestiging, typt u dat wachtwoord of geeft u die bevestiging.
10. Open Apparaatbeheer om te controleren of het apparaat goed werkt. Als dit niet het geval is, volgt
u de instructies op het scherm om het probleem op te lossen.
• Probleem: Er worden onjuiste tekens op het scherm weergegeven.
Oplossing: Hebt u het besturingssysteem of softwareprogramma correct geïnstalleerd? Als het
besturingssysteem en de softwareprogramma's correct zijn geïnstalleerd en geconfigureerd, moet u
de computer laten nakijken.
• Probleem: Het beeldscherm blijft aan staan, zelfs nadat de computer is uitgeschakeld.
Oplossing: Houd de aan/uit-knop vier seconden of langer ingedrukt om de computer uit te schakelen.
Schakel deze vervolgens weer in.
• Probleem: Iedere keer dat u de computer aanzet, bevat het scherm puntjes die ontbreken, oplichten of
de verkeerde kleur hebben.
Oplossing: Dit is een intrinsieke eigenschap van de TFT-technologie. Het beeldscherm van uw computer
bevat een zeer groot aantal thin-film transistors (TFT's). Een klein aantal daarvan ontbreekt, heeft
de verkeerde kleur of licht op.
Problemen met een extern beeldscherm
• Probleem: Er verschijnt niets op het externe beeldscherm.
Oplossing: Om het beeld op het scherm te krijgen, drukt u op F7 en selecteert u het gewenste
beeldscherm. Als het probleem blijft bestaan, doet u het volgende:
1. Sluit het externe beeldscherm aan op een andere computer om te controleren of het werkt.
2. Sluit het externe beeldscherm weer aan op uw computer.
3. Raadpleeg de handleiding van het externe beeldscherm om te controleren welke resoluties en
verversingsfrequenties worden ondersteund.
– Als het externe beeldscherm dezelfde resolutie ondersteunt als het beeldscherm van de computer
of als het externe beeldscherm een hogere resolutie ondersteunt, bekijkt u de uitvoer op het
externe beeldscherm of op het externe beeldscherm en het beeldscherm van de computer.
.
Hoofdstuk 10
Computerproblemen oplossen
137