Zorg ervoor dat op de installatieplaats geen chemische producten worden opgeslagen.
Als u het product in schoonheidssalons, verf- en timmerwerkplaatsen, schoonmaakbedrijven e.d. wilt installeren, een aparte
installatieruimte kiezen waar de toegevoerde verbrandingslucht vrij is van chemische stoffen.
Zorg ervoor dat de verbrandingslucht niet wordt aangevoerd via schoorstenen die voorheen werden gebruikt met ketels of an-
dere verwarmingstoestellen die vloeibare of vaste brandstoffen verbranden. Deze laatsten kunnen namelijk roetophoping in de
schoorsteen veroorzaken
De sifon voor opvang van condens vullen
Bij de eerste keer inschakelen van de interne groep komen er verbrandingsproducten uit de
condensafvoer; controleer of na enkele minuten bedrijf de verbrandingsgassen niet meer uit
de condensafvoer komen; dit betekent dat de sifon is gevuld tot een correcte hoogte met con-
dens waardoor er geen rookgassen meer kunnen passeren.
Bijzondere voorzieningen voor apparaten geïnstalleerd in configuratie B23 of B53.
De apparaten met open kamer type B mogen niet worden geïnstalleerd in lokalen waar com-
merciële, artisanale of industriële activiteiten worden uitgevoerd waarbij producten worden
gebruikt die dampen of vluchtige stoffen (vb. zuurdampen, lijm, verfstoffen, oplosmiddelen,
brandstoffen, enz.), of stof (vb. stof afkomstig van houtbewerking, kolenstof, cementstof, enz.)
ontwikkelen die schadelijk kunnen zijn voor de componenten van het toestel en de werking
ervan aantasten.
In configuratie B
niet worden geïnstalleerd in slaapkamers, badkamers, toiletten of studio's; bovendien mogen
ze niet worden geïnstalleerd in ruimtes waar warmtegeneratoren op vaste brandstoffen staan
en in ruimtes die hiermee verbonden zijn.
De installatieruimten moeten permanent worden geventileerd, in overeenstemming met de
bepalingen van de geldende lokale regelgeving (minimaal 6 cm
warmtecapaciteit, behalve de verhogingen die noodzakelijk zijn in geval van aanwezigheid
van elektromechanische afzuigers of andere apparaten die de installatieruimte in onderdruk
kunnen brengen).
Installeer de toestellen in configuratie B
zijn.
Het vereiste minimum watergehalte binnenin het systeem is 50 liter; anders is het nodig een
inertie-accumulatie (optie) te installeren.
Voor een correcte werking van het systeem moet u controleren of het minimale debiet in wer-
kingsomstandigheden nooit onder 750 l/u daalt.
12
en B
mogen de toestellen, behoudens geldende plaatselijke voorschriften,
23
53
en B
in lokalen die niet worden gebruikt om te wonen en die permanent geventileerd
23
53
voor elke kW geïnstalleerde
2