Inhoudsopgave
Advertenties
3.2
AANVANKELIJKE CONTROLE
Om het pakket in werking te stellen, dient het volgende te gebeuren:
- controleren of het gebruikte gas overeenkomt met het gas waarvoor de interne groep voorzien is;
- de aansluiting op een net van 230V-50Hz, de juiste polariteit L-N en de aardingsaansluiting controleren;
- controleren of de verwarmingsinstallatie met water is gevuld, door na te gaan of het wijzertje van de manometer op de interne groep
een druk van 1÷1,2 bar aangeeft;
- controleren of het kapje van de ontluchtingskleppen open zijn en of de installatie goed ontlucht is;
- de interne groep aanzetten en nagaan of de ontsteking correct gebeurt;
- de waarden ∆p gas bij sanitair en bij verwarming controleren;
- controleer de CO2 in de rookgassen op:
• maximum
• minimum
- controleren of de veiligheidsvoorziening optreedt wanneer er geen gas is en de betreffende interventietijd;
- controleer of het koelcircuit is gevuld volgens de aanwijzingen in de instructiehandleiding van de externe groep;
- de interventie van de hoofdschakelaar controleren na de interne groep;
- controleren of de eindstukken voor aanzuigen en/of afvoer niet verstopt zijn;
- de interventie van de regelelementen controleren;
- de voorzieningen voor regeling van het gasdebiet verzegelen (wanneer de afstellingen veranderd worden);
- de productie van sanitair warm water controleren;
- de afdichting van de hydraulische circuits controleren;
- de ventilatie en/of de verluchting van het installatielokaal nagaan waar voorzien.
- controleren of de verklaring van overeenstemming van de installateur aanwezig is;
Als één van deze controles die noodzakelijk zijn voor de veiligheid negatief is, mag de installa-
tie niet in werking worden gesteld.
3.3
JAARLIJKSE CONTROLE EN ONDERHOUD VAN HET TOESTEL
Om de werkzaamheid, de veiligheid en de efficiëntie van het toestel te garanderen, moeten jaarlijks de volgende controle- en
onderhoudswerkzaamheden worden uitgevoerd.
- De warmtewisselaar kant rookgassen schoonmaken.
- De hoofdbrander schoonmaken.
- Controleer de juiste plaatsing, integriteit en reinheid van de ontstekings- en detectie-elektrode; verwijder de aanwezigheid van oxide.
- Indien u in de verbrandingskamer aanslag vaststelt, moet u die wegnemen en de spiraalslangen van de warmtewisselaar met behulp
van nylon borstels of zachte borstels wegnemen. Het gebruik van borstels in metaal of andere materialen is verboden omdat die de
verbrandingskamer kunnen beschadigen; verder is het verboden alkalische of zure reinigingsproducten te gebruiken.
- Controleer de integriteit van de isolerende panelen in de verbrandingskamer, vervang indien ze beschadigd zijn.
- Controleer visueel of er geen waterlekken en oxidaties zijn op de koppelingen en sporen van condensresten vanbinnen in de hermeti-
sche kamer.
- Controleer de inhoud van de sifon voor condensafvoer.
- Controleer visueel of de sifon goed gevuld is met condensaat en vul zo nodig bij.
- Controleer of er geen materiaalresten in de condensafvoersifon zijn die de doorgang van de condens belemmeren; controleer ook of
het volledige circuit om condens af te laten vrij en efficiënt is.
- In geval van obstructies (vuil, bezinksel, enz.) waardoor de condens in de verbrandingskamer loopt, moet u de isolerende panelen
gaan vervangen.
- Controleer de integriteit van de dichtingspakkingen van de brander en gasverdeelstuk en of ze perfect efficiënt zijn, indien niet moet u
ze gaan vervangen. In ieder geval moeten deze pakkingen minstens iedere twee jaar worden vervangen, ongeacht of ze al of niet versle-
ten zijn.
- Controleer de integriteit van de brander, of deze geen vervormingen of sneden vertoont en of die correct aan de afdekking van de ver-
brandingskamer is vastgemaakt, als dit niet zo is, moet die worden vervangen.
86
Advertenties
Inhoudsopgave
