Samenvatting van Inhoud voor Immergas MAGIS HERCULES PRO 12
Pagina 1
MAGIS Instructies en waarschuwingen Installateur HERCULES PRO Gebruiker Onderhoudstechnicus 12 - 14 - 16 (eenfasig en driefasig) Warmtepomp bestaande uit: - interne groep UI MHP AP - externe condensatie groep UE AUDAX PRO 12-14-16 V2 (eenfasig en driefasig)
INDEX Beste klant, ..........................................4 Algemene waarschuwingen ....................................5 Gebruikte veiligheidssymbolen....................................6 Persoonlijke beschermingsmiddelen ..................................6 Installatie interne groep ................................7 Beschrijving product......................................7 Installatieaanwijzingen ....................................7 Belangrijkste afmetingen interne groep ..............................10 Minimum afstanden voor installatie interne groep..........................11 Hydraulische aansluiting interne groep ..............................12 Aansluiting van de koellijn ..................................12 Elektrische aansluiting ....................................13 Zoneafstandsbediening (Optioneel) ................................19 Sensor omgevingstemperatuur en vochtigheid MODBUS (Optioneel) ....................20...
Pagina 3
Tabel technische gegevens (eenfasig)................................113 4.2 Tabel technische gegevens (driefasig) ...............................115 4.3 Productblad Magis Hercules Pro 12 (in overeenstemming met de Verordening 811/2013) ..............117 Productblad Magis Hercules Pro 12T (in overeenstemming met de Verordening 811/2013) .............118 4.5 Parameters Magis Hercules Pro 12 - 12T ..............................119 Productblad Magis Hercules Pro 14 (in overeenstemming met de Verordening 811/2013) ..............121...
Gefeliciteerd met uw keuze voor een Immergas-product van hoogstaande kwaliteit, dat u lange tijd voldoening en veiligheid zal verzekeren. Als klant van Immergas kunt u altijd een beroep doen op een gekwalificeerd Erkend Technisch Servicecentrum, die voorbereid is en op de hoogte om te zorgen voor een constante efficiëntie van uw toestel.
• De onjuiste installatie of montage van het toestel en/of van de componenten, accessoires, kits en apparaten van Immergas kan aanleiding geven tot problemen die vooraf niet te voorzien zijn ten overstaan van personen, dieren en voorwerpen. Lees aan- dachtig de instructies die bij het product zitten voor een correcte installatie van het toestel.
GEBRUIKTE VEILIGHEIDSSYMBOLEN ALGEMEEN GEVAAR Neem alle aanwijzingen strikt in acht die naast de pictogrammen zijn vermeld. De veronachtzaming van deze aanwijzingen kan gevaarlijke situaties veroorzaken die kunnen resulteren in ernstige schade aan de gezondheid van de operator of de ge- bruiker en/of materiële schade.
- externe condensgroep UE Audax Pro 12-14-16 V2 (eenfasig en driefasig) (in het vervolg externe condensgroep of UE Audax Pro ge- noemd). Het product Magis Hercules Pro 12-14-16 (eenfasig en driefasig) wordt alleen als volledig functioneel beschouwd als de twee groepen op de juiste wijze worden gevoed en met elkaar zijn verbonden.
Pagina 8
Controleer de omgevingsomstandigheden voor de werking van alle voor de installatie relevante onderdelen, raadpleeg hier- voor de waarden in deze instructiehandleiding. Wanneer de kit geïnstalleerd wordt, of onderhoud op het toestel uitgevoerd wordt, moeten altijd eerst de circuits van de instal- latie en het sanitair geleegd worden om te voorkomen dat de elektrische veiligheid van het toestel gecompromitteerd wordt (Par.
Pagina 9
Deze interne groep dient om water te verwarmen op een temperatuur die lager is dan de kooktemperatuur bij atmosferische druk. Ze moeten aangesloten zijn op een thermische installatie en op een distributienet voor sanitair water, dat aangepast is aan hun prestaties en aan hun vermogen.
HYDRAULISCHE AANSLUITING INTERNE GROEP Veiligheidsklep 3 en 8 bar De afvoeren van de beveiligingskleppen van het apparaat moeten aangesloten worden op een afvoertrechter. Wanneer dit niet gebeurt, is de constructeur van het apparaat niet verantwoordelijk als de afvoerkleppen in werking treden en zo het lokaal onder water zetten.
ELEKTRISCHE AANSLUITING Elektrische aansluiting interne groep De interne groep heeft een beschermingsgraad IPX5D; de elektrische veiligheid van het toestel wordt enkel bereikt als het toestel perfect aangesloten is op een efficiënte aardingsinstallatie uitgevoerd zoals voorzien door de geldende veiligheidsnormen. De fabrikant wijst iedere verantwoordelijkheid af voor schade aan personen of voorwerpen te wijten aan het niet aansluiten van de aarding van de interne groep en door het niet naleven van de CEI referentienormen.
Pagina 14
De voedingskabel moet volgens het aangegeven traject worden aangelegd (Fig. 3). Een eventuele vervanging van zekeringen op de elektronische kaarten moet ook door gekwalificeerd personeel worden uitgevoerd. Het apparaat is voorzien van twee zekeringen: een snelle zekering van 3,15A 230 V en een snelle zekering voor de extra weerstand van 10 A 230 V.
Pagina 15
Elektrische aansluitingen op het hoofdschakelbord De verbindingskabels moeten volgens de vooraf bepaalde route worden gelegd met gebruik van de speciale kabelgoten (a) (Fig. 4). De beschikbare elektrische aansluitingen zijn: • Sonde aanvoer zone 1; Verklaringen (Fig. 4): • Sonde aanvoer zone 2; - Driewegs-aansluiting (M30) •...
Pagina 16
Opening ruimte aansluitingen bedieningspaneel (Afb. 5). Om de elektrische aansluitingen uit te voeren, is het voldoende de ruimte voor de aansluitingen te openen, volgens de instructies. 1. Demonteer de cover en het esthetische profiel. 2. Demonteer de afdekking. 3. Draai de schroeven (a) los. 4.
Pagina 17
Verklaringen (Fig. 6): S20-1 - Omgevingsthermostaat zone 1 (optie) A16-1 - Ontvochtiger zone 1 (optie) S36-1 - Hygrostaat zone 1 (optie) - Fotovoltaïsche ingang (optie) A17-1,2,3 - Temperatuur-/vochtigheidssonde zone 1, 2, 3 (optioneel) S42-1 - Alarm ontvochtiger zone 1 (optie) - Externe condensgroep A32-1,2,3 - Afstandspaneel zone 1, 2, 3 (optie)
Pagina 18
TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUDSTECHNICUS GEBRUIKER INSTALLATEUR Verklaringen (Fig. 7): - Circulatiepomp recirculatie sanitair (optie) M10-2 - Circulatiepomp zone 2 (optie) A16-2 - Ontvochtiger zone 2 (optie) B3-1 - Sonde aanvoer zone 1 (optie) M31-2 - Mengklep zone 2 (optie) S20-2 - Omgevingsthermostaat zone 2 (optie) B3-2 - Sonde aanvoer zone 2 (optie) S36-2...
ZONEAFSTANDSBEDIENING (OPTIONEEL) Deze afstandsbediening wordt gebruikt voor het instellen van de setpoints en voor de weergave van de belangrijkste informatie van de zone waarvoor deze is geconfigureerd. Breng de aansluiting met het toestel tot stand zoals weergegeven (Fig. 6). Voor de juiste configuratie van het apparaat stelt u de parameters als volgt in: Menu Assistentie ->...
SENSOR OMGEVINGSTEMPERATUUR EN VOCHTIGHEID MODBUS (OPTIONEEL) De temperatuur- en vochtigheidssonde Modbus wordt gebruikt om de omgevingstemperatuur en -vochtigheid te meten en het dauw- punt te berekenen. Daarnaast, door het instellen van de relatieve zone-omgevingssetpoints beschikbaar op het bedieningspaneel (zie Par. 2.6), is het moge- lijk de temperatuur en vochtigheid van een ruimte te controleren.
De interne groep is voorbereid voor de toepassing van omgevingsklokthermostaten die als optionele kit beschikbaar zijn. U kunt maximum 3 warmteregelaars rechtstreeks op het toestel aansluiten. Alle kamerthermostaten van Immergas kunnen met 2 draden verbonden worden. Lees aandachtig de instructies voor de montage en het gebruik, aanwezig in de kit met het accessoire.
Indien de installatie in twee of drie zones is onderverdeeld, wordt de aanvoertemperatuur berekend op basis van de zone met de hoogste temperatuur tijdens de verwarmingsfase, en met de laagste temperatuur tijdens de koelfase. In geval van storing wordt, nadat u de spanning van het toestel hebt gehaald en weer in hebt geschakeld, de buitentemperatuur automa- tisch gedetecteerd door de op de externe condensgroep aanwezige externe sonde.
1.14 INSTELLING VAN DE WARMTEREGELING Door middel van de instelling van de parameters aanwezig in de menu’s Zones/Configuratie het is mogelijk automatisch de aanvoertemperatuur van elke zone te regelen op basis van de buitentemperatuur. Het is mogelijk dit te doen door inschakelen van de modulatie externe sonde in het menu Zones/Inschakelen In de curves (Afb.
1.15 DE INSTALLATIE VULLEN Als de interne groep aangesloten is, vult u de installatie via de vulkraan (Afb. 25). Op de interne groep is een automatische ontluchtingsklep ingebouwd op de circulatiepomp en één op 3-wegs buis van de platenwarmte- wisselaar (Fig. 25). Bovendien is er een handmatige ontluchtingsklep aanwezig (Fig.
1.17 INBEDRIJFSTELLING INTERNE GROEP (ONTSTEKING) Na de installatie van de koellijnen op de externe groep te hebben uitgevoerd voor de inbedrijfstelling van de warmtepomp (de handelin- gen die hierna worden opgesomd, mogen uitsluitend worden uitgevoerd door professioneel gekwalificeerd personeel en alleen in aanwe- zigheid van de personen belast met de werkzaamheden): 1.
Pagina 26
- Vaste snelheid I, II, III. - Proportionele opvoerhoogte I, II, III. - Constante opvoerhoogte I, II, III. Vaste snelheid Hiermee kan de snelheid van de circulatiepomp in vaste modus worden geregeld. Het is mogelijk om 3 verschillende snelheden in te stellen: - I: Minimumsnelheid.
Pagina 27
Storingen, oorzaken en oplossingen. Storingen Oorzaken Oplossingen Elektrische zekering defect Controleer de zekeringen Pomp werkt niet met stroomvoorziening aan. De pomp heeft geen spanning Elimineer de onderbreking van de spanningsvoeding Verhoog de druk van het systeem binnen de toegestane waarde Cavitatie als gevolg van onvoldoende aan- De pomp maakt geluiden Controleer de instelling van de opvoerhoogte en stel eventueel een lagere...
Pagina 28
Beschikbare opvoerhoogte op de installatie directe zone 1 vaste snelheid 1000 1200 1400 1600 1800 2000 2200 2400 2600 2800 3000 Verklaringen (Fig. 17): = Beschikbare opvoerhoogte op de installatie = Opgenomen vermogen door de circulatiepomp (getraceerde = Debiet (l/u) zone) = Vloeistofdruk (kPa) = Opgenomen vermogen circulatiepomp (W)
Pagina 29
Beschikbare opvoerhoogte op de installatie directe zone 1 constante snelheid 1000 1200 1400 1600 1800 2000 2200 2400 2600 2800 3000 Verklaringen (Fig. 19): = Beschikbare opvoerhoogte op de installatie = Opgenomen vermogen door de circulatiepomp (getraceerde = Debiet (l/u) zone) = Vloeistofdruk (kPa) = Opgenomen vermogen circulatiepomp (W)
Pagina 30
Beschikbare opvoerhoogte op de installatie gemengde zone 2/3 proportionele snelheid 800 1000 1200 1400 1600 1800 2000 2200 2400 2600 2800 3000 3200 3400 Verklaringen (Fig. 21): = Beschikbare opvoerhoogte op de installatie = Opgenomen vermogen door de circulatiepomp (getraceerde = Debiet (l/u) zone) = Vloeistofdruk (kPa)
1.19 BOILER SANITAIR WARM WATER De boiler in het apparaat is een accumulatieboiler met een inhoud van 235 liter inhoud. Vanbinnen zitten buizen om de warmte uit te wisselen in roestvrij staal, met ruime afmetingen, in een spiraal opgewikkeld, waarmee de tijd om warm water te produceren aanzienlijk wordt verminderd.
Verzeker u er daarnaast van dat de vloeistof die erin zit, niet kan bevriezen. 1.20 OPTIONEEL BESCHIKBARE KITS - Kit recirculatie. Het apparaat is voorzien voor toepassing van de recirculatiekit. Immergas levert een reeks koppelingen en aansluitin- gen waarmee u het apparaat op de sanitaire installatie kunt aansluiten.
AANWIJZINGEN VOOR HET GEBRUIK EN HET ONDERHOUD ALGEMENE WAARSCHUWINGEN De interne groep niet blootstellen aan rechtstreekse dampen van de kookplaten. Het apparaat mag niet gebruikt worden door kinderen van minder dan 8 jaar, door personen met beperkte lichamelijke, zin- tuiglijke of geestelijke vermogens of zonder de nodige ervaring of kennis, tenzij onder toezicht of nadat ze aanwijzingen hebben gekregen in verband met het veilig gebruik van het apparaat en de gevaren hebben begrepen die ermee zijn verbonden.
Water met temperaturen hoger dan 50°C kan ernstige brandwonden veroorzaken. Controleer steeds de temperatuur van het water voor het gebruik. De temperaturen die op het display zijn aangegeven, hebben een tolerantie van +/- 3°C te wijten aan omgevingsomstandighe- den die niet te wijten zijn aan de interne groep. Aan het einde van zijn levensduur mag het product niet als gewone huishoudelijke afval wor- den verwijderd noch in het milieu worden gedumpt;...
GEBRUIK VAN HET SYSTEEM Vooraleer in te schakelen moet u nagaan of de installatie met water is gevuld door te controleren of het wijzertje van de manometer (Fig. 26) geeft een waarde tussen 1 ÷ 1,2 bar aan en controleer of het koelcircuit is gevuld volgens de aanwijzingen in de instructiehandleiding van de externe condensgroep.
Pagina 37
• In de menu’s verplaatsen Om de menu-items te doorlopen volstaat het om aan de knop "Set sanitair" te draaien. De aanwijzing "[...]" naast het menu-item geeft aan dat er een submenu beschikbaar is. Om dit submenu te openen drukt u op de knop "OK". Door op de knop "RESET"...
2.5 WERKMODUS De interne groep kan in de volgende modi werken: – OFF; – STAND-BY ( – ZOMER ( – ZOMER MET KOELING ( – WINTER ( Als de interne groep in "OFF" is, moet u op de knop " "...
Pagina 39
De temperatuurafstelling van het sanitair warm water in modus MAN (handmatig) wordt uitgevoerd met de knop "Set sanitair" (Fig. 26) of door de waarde Set handmatig in het menu Sanitair. te wijzigen. De bevestiging kan op twee manieren plaatsvinden: door op de knop OK te drukken of door enkele seconden te wachten na de wijzi- ging van de waarde.
Pagina 40
De selectie vindt plaatst door het menu "Zones" te openen en na de zone van belang te hebben geselecteerd, opent u het menu Instellingen/Werkmodus Er bestaan twee soorten aanvragen: - Aanvraag van omgevingstemperatuur in aanwezigheid van afstandsbediening Inschakelen/Activeert afst.bediening = Sonde/Panel - Aanvraag van TA (omgevingsthermostaat) Inschakelen/Activeert omg.thermos.
Pagina 41
Klok en programma's In dit menu kan behalve de datum en het uur de periode ingesteld worden voor de werking in de modus Comfort en Economy. • Datum en tijd. De datum en tijd kunnen gewijzigd worden door de parameters te wijzigen in het menu Tijd en programma's/Stelt datum en tijd in Setting date and time HOUR...
Pagina 42
• Programma voor Zone 1, Zone 2 (indien aanwezig), Zone 3 (indien aanwezig), sanitair en recirculatie. In deze menu's worden de tijdvakken (kalenders van 1 tot 4) toegewezen aan de Zone 1, Zone 2 (indien aanwezig), Zone 3 (indien aan- wezig) van sanitair en verwarming.
Pagina 43
Om de functie te activeren hoeft er geen afstandsbediening aangesloten te zijn, en in het geval van een installatie die opgesplitst is in zones moet die correct aangesloten worden, zowel elektrisch als hydraulisch. De actieve pompen van de zone zijn die met aanvraag, uitgevoerd via de ingang omgevingsthermostaat. De functie heeft standaard een volledige duur van 7 dagen, 3 dagen op de ingestelde lage temperatuur en 4 dagen op de geselecteerde hoge temperatuur(Fig.
MENU PARAMETERS EN INFORMATIE Menu “Sanitair”. Door op de toets “Sanitair” te drukken, gaat u naar een lijst met variabelen waarmee het gebruik van het sanitair kan aangepast worden aan de gebruiker. Vervolgens worden de beschikbare menu's vermeld: De volgende menu's verwijzen naar firmware rev. 1.2. SANITAIR Aangepaste Optie menu...
Pagina 45
Menu Zones. Door op de knop “Zones” te drukken, gaat u naar een lijst met variabelen waarmee het gebruik van het zones kan aangepast worden aan de gebruiker. Vervolgens worden de beschikbare menu's vermeld: Zones Optie menu Beschrijving Zone 1 Definieert de werkingsparameters voor het beheer van de zone 1.
Pagina 46
Zones/Zone 1/Instellingen/Verwarming Aangepaste Optie menu Beschrijving Range Default waarde Setpoint omgeving in verwarming zone 1 in fase Comfort (mo- Set Comfort 10 ÷ 35 °C dus Auto) Setpoint omgeving in verwarming zone 1 in fase Economy Set Economy 5 ÷ 30 °C (modus Auto) Setpoint omgeving in verwarming zone 1 in handmatige mo- Set Handmatig...
Zones/Zone 2 (*) Optie menu Beschrijving Informatie Geeft de werkingsgegevens van de installatie weer. Instellingen Definieert de werkingsparameters voor het beheer van de zone 2. Zones/Zone 2 (*)/Informatie Optie menu Beschrijving Omgevingstemperatuur Omgevingstemperatuur op de zone 2 Vochtigheid omgeving Vochtigheid omgeving op de zone 2 Temperatuur dauwpunt Temperatuur dauwpunt zone 2 Set temperat.
Pagina 48
Zones/Zone 2 (*)/Instellingen/Koeling Aangepaste Optie menu Beschrijving Range Default waarde Omgevingstemperatuur in koeling zone 2 in fase Comfort Set Comfort 10 ÷ 35 °C (modus Auto) Omgevingstemperatuur in koeling zone 2 in fase Economy Set Economy 5 ÷ 30 °C (modus Auto) Set Handmatig Setpoint omgeving in koeling zone 2 in handmatige modus...
Pagina 49
Zones/Zone 3 (*) Optie menu Beschrijving Informatie Geeft de werkingsgegevens van de installatie weer. Instellingen Definieert de werkingsparameters voor het beheer van de zone 3. Zones/Zone 3 (*)/Informatie Optie menu Beschrijving Omgevingstemperatuur Omgevingstemperatuur op de zone 3 Vochtigheid omgeving Vochtigheid omgeving op de zone 3 Temperatuur dauwpunt Temperatuur dauwpunt zone 3 Set temperat.
Pagina 50
Zones/Zone 3 (*)/Instellingen/Koeling Aangepaste Optie menu Beschrijving Range Default waarde Omgevingstemperatuur in koeling zone 3 in fase Comfort Set Comfort 10 ÷ 35 °C (modus Auto) Omgevingstemperatuur in koeling zone 3 in fase Economy Set Economy 5 ÷ 30 °C (modus Auto) Set Handmatig Setpoint omgeving in koeling zone 3 in handmatige modus...
Pagina 51
Zones/Algemene informatie Aangepaste Optie menu Beschrijving Range Default waarde Buitentemperatuur Externe temperatuur gemeten door externe sonde (optie) Set aanvoer installatie Aanvoertemperatuur ingesteld op de installatie Set aanvoer zone 1 Aanvoertemperatuur ingesteld op de zone 1 Aanvraag aanwezig op de zone 1 Nee = geen aanvraag Verw.
Pagina 52
Hoofdmenu. Door op de toets “MENU” te drukken, gaat u naar een lijst met variabelen waarmee het gebruik van het systeem kan aangepast worden aan de gebruiker. Vervolgens worden de beschikbare menu's vermeld: Menu Optie menu Beschrijving Tijd en programma's Definieert de datum/ het uur en de tijdvakken van de werking Gebruiker Definieert de systeemparameters die gewijzigd kunnen worden door de gebruiker...
Pagina 53
Menu/Tijd en programma's Aangepaste Optie menu Beschrijving Range Default waarde Programma Zone 3 Tijdprogrammering zone 3 (indien aanwezig) CAL1, CAL2, Zone 3: maandag CAL1 CAL3,CAL4 CAL1, CAL2, Zone 3: dinsdag CAL1 CAL3,CAL4 CAL1, CAL2, Zone 3: woensdag CAL1 CAL3,CAL4 CAL1, CAL2, Zone 3: donderdag CAL1 CAL3,CAL4...
Pagina 54
Menu/Tijd en programma's Aangepaste Optie menu Beschrijving Range Default waarde Programma Hercircula- Tijdprogrammering werking recirculatie CAL1, CAL2, Hercirculatie: Maandag CAL1 CAL3,CAL4 CAL1, CAL2, Hercirculatie: Dinsdag CAL1 CAL3,CAL4 CAL1, CAL2, Hercirculatie: Woensdag CAL1 CAL3,CAL4 CAL1, CAL2, Hercirculatie: Donderdag CAL1 CAL3,CAL4 CAL1, CAL2, Hercirculatie: Vrijdag CAL1 CAL3,CAL4...
Pagina 55
Resistentie installatie Commando actief weerstand installatie Resistentie sanitair 1 Actief commando weerstand sanitair standaard Status van het systeem.= Parameter technicus (alleen voor Assistentie Immergas) Status integratie Parameter technicus (alleen voor Assistentie Immergas) Status output Parameter technicus (alleen voor Assistentie Immergas) Warmte-element sanit.
Pagina 56
Menu/Informatie/PdC Optie menu Beschrijving Snelheid pomp Snelheid warmtecirculatiepomp Temp. Wateraanv. instal. Temperatuur van de installatie Correct. set verwarming Huidige correctie van het aanvoersetpoint Debiet installatie Debiet van het circuit warmtepomp Fotovoltaïsch Werkingsstatus gecombineerd met een fotovoltaïsche installatie Reductie vermogen Laat een vermindering zien van de werkingsfrequentie van de PdC Driewegklep warm/koud Drieweg positie zomer/winter Hercirculatie pomp...
Pagina 57
Menu/Geschiedenis storingen Optie menu Beschrijving Reset storingen Voor het resetten van de storingslijst Geschiedenis storingen Menu/Geschiedenis storingen/Geschiedenis storingen Optie menu Beschrijving Inhoud geschiedenis Storingscode Geeft de code van de geselecteerde storing weer Technische storing Menu/Algemene informatie Aangepaste Optie menu Beschrijving Range Default waarde...
SIGNALERINGEN VAN DEFECTEN EN PROBLEMEN De interne groep signaleert een eventuele storing met een code met daarnaast het symbool van een sleutel " " in het midden van het scherm en met het bericht "storing interne groep" geplaatst onderin het scherm zelf (Fig. 26). Foutco- Gesignaleerd pro- Oorzaak...
Pagina 59
Foutco- Gesignaleerd pro- Oorzaak Status apparaat / Oplossing bleem Als de kaart een storing op de sonde zone 3 lage tempera- Probleem sonde zone tuur detecteert, kan het systeem in de betreffende zone niet 3 lage temperatuur werken. Interventie Indien er tijdens de normale werking wegens een probleem veiligheidsthermostaat een overmatige verhitting van de temperatuur bij aanvoer Het toestel voldoet niet aan de vraag...
Pagina 60
Foutco- Gesignaleerd pro- Oorzaak Status apparaat / Oplossing bleem Fout sonde De ruimtesensor van zone 3 geeft een weerstandwaarde omgevingstemperatuur buiten de range aan. zone 3 Naast de vochtigheid wordt het Fout dauwpunt niet berekend voor de zone vochtigheidssonde Storing aanwezig op de vochtigheidssensor zone 1. (1).
Pagina 61
Foutco- Gesignaleerd pro- Oorzaak Status apparaat / Oplossing bleem Er kan geen enkele aanvraag worden Ontluchting in Functie ontluchting in uitvoering uitgevoerd totdat de in uitvoering uitvoering zijnde functie is beëindigd (1) Fout dominus offline De communicatie met de Dominus is offline Alarm De kaart detecteert een probleem op de recirculatiesonde Het systeem voert geen recirculatie...
Pagina 62
Lijst storingen externe condensgroep Als de externe condensgroep storingen vertoont, wordt de foutcode weergegeven in het midden van het bedieningspaneel (Fig. 26) met daarnaast het symbool van een sleutel " ". In het deel onderaan op het display, wordt bovendien het bericht "Storing externe condensgroep" weergegeven (Fig. 26). Foutcode Gesignaleerd probleem Status van de hydromodule / oplossing...
Pagina 63
Foutcode Gesignaleerd probleem Status van de hydromodule / oplossing Controleer de positie van de sensor. Fout van de retourtemperatuursensor Controleer de betreffende bekabeling Vervang de sensor Controleer de positie van de sensor. Controleer de betreffende bekabeling Fout van de sensor van de compressor (sensor overbelastingsbeveiliging) Vervang de sensor Controleer de koelcyclus.
Pagina 64
Foutcode Gesignaleerd probleem Status van de hydromodule / oplossing Controleer de staat van de aansluitingen van de compressor en zijn normale werking. Controleer het niveau van het koelmiddel. Controleer de aanwezigheid van obstakels rondom de externe con- Fout overbelasting stroom IPM inverter densgroep.
Pagina 65
Foutcode Gesignaleerd probleem Status van de hydromodule / oplossing Vervang inverterkaart. Fout sensor van de ingangsstroom Vervang inverterkaart. Fout sensor van de ingangsspanning Controleer temperaturen inverterkaart. Schakel de machine uit. Wacht totdat de inverter koud is. Schakel de machine weer in. IPM oververhit Controleer het niveau van het koelmiddel Controleer de sensor van de vloeistof van de interne groep...
2.8 DRUK HERSTELLEN OP DE VERWARMINGSINSTALLATIE 1. Controleer periodiek de druk van het water van de installatie (het wijzertje van de manometer van de interne groep moet een waarde tussen de 1 en 1,2 bar aangeven). 2. Als de druk minder dan 1 bar bedraagt (wanneer de installatie koud is), moet u de druk herstellen met behulp van de voorziene kraan aan de rechterkant van de generator, die toegankelijk is via het zijdeurtje (Fig.
2.11 DE BOILER LEEGMAKEN. Om de boiler te kunnen leegmaken, dient u de speciale boileraftapkraan te bedienen (Det. 2, Fig. 25). Voordat u deze handeling uitvoert, de koudwaterinlaatkraan sluiten (Det. 3, Fig. 32) en open een willekeurige warmwaterwa- terkraan van de sanitaire installatie om lucht in de boiler te laten stromen. Verklaringen (Fig.
Immergas. Indien voor het buitengewoon onderhoud van het toestel het nodig blijkt om aanvullende documentatie te raadplegen, dan kunt u zich hiervoor tot het Erkend Technisch Servicecentrum wenden.
JAARLIJKSE CONTROLE EN ONDERHOUD VAN HET TOESTEL Om de werkzaamheid, de veiligheid en de efficiëntie van het toestel te garanderen, moeten jaarlijks de volgende controle- en onderhoudswerkzaamheden worden uitgevoerd. - Controleer visueel of geen waterlekken of oxidatie aanwezig is op de koppelingen. - Controleer of het laden van het expansievat na het aflaten van de druk van de installatie door die op nul te brengen (af te lezen op de manometer van de interne groep) 1,0 bar is.
Pagina 79
Verklaringen (Fig. 41): S20-3 - Omgevingsthermostaat zone 3 (optioneel) - Groen A15-3 - Uitbreiding zone 3 S36-3 - Hygrostaat zone 3 (optie) - Rood S42-3 - Alarm ontvochtiger zone 3 (optie) - Blauw A16-3 - Ontvochtiger zone 3 (optie) - Bruin B3-3 - Sonde aanvoer zone 3 E7-3...
Pagina 80
Interfacekaart - instellingsschakelaar Verklaringen (Fig. 42): - Fabrieksinstellingen: niet wijzigen Voor interne groep: Vanaf serienummer 1001615720 en hoger, uitslui- tend identificeerbaar op de interne groep, zal de inter- facekaart standaard zijn ingesteld met de schakelaars 1, 2, 3 ingesteld op OFF en 4 op ON, terwijl op alle an- dere apparaten met lagere serienummers de oude in- terfacekaart zal worden geïnstalleerd, ingesteld met alle 4 de schakelaars op OFF gepositioneerd.
Interfacekaart - Display met 7 segmenten Tijdens de normale werking wordt gedurende 1 seconde “A0” en vervolgens gedurende 1 seconde “30” weergegeven: SEGMENTEN COMMUNICATIE GELDIG Bij een fout van de externe groep worden achtereenvolgens in een reeks van twee cijfers, “E” plus de foutcode van de externe groep weer- gegeven: FOUTCODES SEGMENTEN...
FILTER VAN DE INSTALLATIE Het apparaat is uitgerust met een filter op de retourbuis naar de installatie om de goede werking van het systeem te vrijwaren. U kunt regelmatig en telkens dit nodig is de filter reinigen zoals hierna wordt beschreven (Fig. 44). Sluit de kranen (4), laat het water uit de interne groep leeglopen via de aftapkraan (Det.
PROGRAMMERING BEDIENINGSPANEEL Het systeem is toegerust voor eventuele programmering van werkingsparameters. Door deze parameters zoals hierna beschreven te wijzigen, is het mogelijk om het systeem naar eigen behoefte aan te passen. Om de werkingsparameters van het menu "Sanitair" te bekijken, moet u het submenu "Algemene instellingen" openen en "Toegangsni- veau"...
Pagina 84
Om de werkingsparameters van het menu "Zones" te bekijken, moet u het submenu "Algemene instellingen" openen en "Toegangsni- veau" selecteren. Voer de speciale toegangscode in, verlaat het menu en druk op de knop "Zones" (Fig. 26). Om de verandering van de hierna beschreven parameters op te slaan, drukt u op de knop "OK" (Fig. 26). U verlaat het menu "Zones"...
Pagina 85
Zones/Zone 1/Configuratie/Thermoreg. Verwarm. Aangepaste Optie menu Beschrijving Range Default waarde Zonder externe sonde bepaalt dit de maximale aanvoertempe- ratuur die door de gebruiker kan worden ingesteld. Als de Set maximum aanvoer externe sonde aanwezig is, bepaalt dit de maximumtempera- 20 ÷ 55 °C tuur bij aanvoer die overeenkomt met de werking met minima- le externe temperatuur Zonder externe sonde bepaalt dit de minimale aanvoertempe-...
Pagina 86
Zones/Zone 2 (*)/Configuratie Optie menu Beschrijving Inschakelen Thermoreg. Verwarm. Submenu voor instelling va de thermoregulatie van de verwarming Thermoreg. Koeling Submenu voor instelling van de thermoregulatie van de verwarming Zones/Zone 2 (*)/Configuratie/Inschakelen Aangepaste Optie menu Beschrijving Range Default waarde Verw. Modus Bepaalt de werkmodus van zone 2 Koeling...
Pagina 87
Zones/Zone 2 (*)/Configuratie/Thermoreg. Verwarm. Aangepaste Optie menu Beschrijving Range Default waarde Zonder externe sonde bepaalt dit de maximale aanvoertempe- ratuur die door de gebruiker kan worden ingesteld. Als de Set maximum aanvoer externe sonde aanwezig is, bepaalt dit de maximumtempera- 20 ÷...
Pagina 88
Zones/Zone 3 (*)/Configuratie Optie menu Beschrijving Inschakelen Thermoreg. Verwarm. Submenu voor instelling va de thermoregulatie van de verwarming Thermoreg. Koeling Submenu voor instelling van de thermoregulatie van de verwarming Zones/Zone 2 (*)/Configuratie/Inschakelen Aangepaste Optie menu Beschrijving Range Default waarde Verw. Modus Bepaalt de werkmodus van zone 2 Koeling...
Pagina 89
Zones/Zone 3 (*)/Configuratie/Thermoreg. Verwarm. Aangepaste Optie menu Beschrijving Range Default waarde Zonder externe sonde bepaalt dit de maximale aanvoertempe- ratuur die door de gebruiker kan worden ingesteld. Als de Set debiet max externe sonde aanwezig is, bepaalt dit de maximumtempera- 20 ÷...
Pagina 90
Om het "Assistentie" te openen, drukt u op de knop "MENU" (Fig. 26). Open het submenu "Algemene instellingen" en selecteer "Toegang- sniveau". De toegangscode invoeren en de hierna beschreven parameters volgens eigen behoefte aanpassen. Om de verandering van de hierna beschreven parameters op te slaan, drukt u op de knop "OK" (Fig. 26). U verlaat het menu "Assistentie"...
Pagina 91
Menu/Assistentie/Warmtepomp Optie menu Beschrijving Vermogens Timers Circulatiepomp Menu/Assistentie/Warmtepomp/Vermogens Aangepaste Optie menu Beschrijving Range Default waarde Instelling van de aangesloten externe condensgroep. Niet het Nee / 4 / 6 / 9 / 12 / Model warmtepomp trefwoord Nee gebruiken. 14 / 16 Schakelt de functie Uitschakelen warmtepomp in.
Pagina 92
Menu/Assistentie/Integratie Aangepaste Optie menu Beschrijving Range Default waarde Temperatuurdrempel waaronder de integratie naar de Min. integratietijd -25 ÷ +35 °C warmtepomp wordt geactiveerd Integratiemodus sanit. Interventiemodus van de weerstand e integratie sanitair Cont. / Altern. Altern. Interventiemodus van de weerstand en van integratie verwar- Integratiemod.
Pagina 93
Menu/Assistentie/Handmatige bediening (*) Aangepaste Optie menu Beschrijving Range Default waarde Driew.klep install./sanit. Handmatige activering van het driewegs sanitair Ja / Nee W.elem. Install. Insch. Handmatige activering van de weerstand installatie Ja / Nee W.element san. Insch. 1 Handmatige activering van de weerstand sanitair 1 Ja / Nee Circulatiepomp zone 1 Handmatige activering van de circulatiepomp zone 1...
Het is noodzakelijk om de snelheid van de circulatiepomp aan te passen aan de kracht van het apparaat om de operationele efficiëntie van de machine te verbeteren. Aanbevolen wordt de volgende waarden in te stellen: - Magis Hercules Pro 12/12T: Snelheid = 65% - Magis Hercules Pro 14/14T: Snelheid = 75% - Magis Hercules Pro 16/16T: Snelheid = 100% Het is noodzakelijk om ook de snelheid van de zonecirculatiepompen aan te passen afhankelijk van het aanwezige type installatie.
Pagina 95
Configuratie/Inschakelen/Modus De installatie-aanvraag voor elke zone kan worden uitgevoerd door een omgevingsthermostaat, die ingeschakeld moet worden in het menu Configuratie/Inschakelen/Activeert omg.thermos. Bij gebruik van een extern apparaat om de aanvragen te controleren, is een wijziging noodzakelijk van de parameter Configuratie/Inschakelen/Activeert afst.bediening Als er een ontvochtiger aanwezig is, is een wijziging noodzakelijk van de parameter Configuratie/Inschakelen/Schakelt ontvochtigers in Het kan gebeuren dat de ontvochtiger problemen heeft met het ontvangen van een te hoge aanvoertemperatuur.
3.11 FUNCTIE BOOST SANITAIR Om de BOOST-functie sanitair te kunnen activeren, moet de elektrische weerstand sanitair worden ingeschakeld door het wijzigen van de parameter: Integratie/Schakelt integr. Sanit. in 3.12 ANTILEGIONELLA-FUNCTIE De interne groep is uitgerust met een functie voor het uitvoeren van een thermoshock op de boiler. Deze functie brengt de generator op de maximaal toegestane temperatuur met ingeschakelde geïntegreerde weerstand voor het sanitair.
3.14 FUNCTIE ANTIBLOKKERING POMP De hydromodule is voorzien van een functie die de pomp minstens 1 keer iedere 24 uur gedurende 30 seconden laat draaien, om het risico te verminderen dat de pomp blokkeert wegens langdurige inactiviteit. 3.15 FUNCTIE ANTIBLOKKERING DRIEWEG De hydromodule is voorzien van een functie die ervoor zorgt dat 24 uur na de laatste werking de geautomatiseerde drieweggroep geacti- veerd wordt door een volledige cyclus uit te voeren, om het risico te verminderen dat de drieweg blokkeert wegens langdurige activiteit.
3.18 INTEGRATIE MET ELEKTRISCHE WEERSTAND INSTALLATIE INTERN Aan de warmtepomp kunnen elektrische installatieweerstanden (optioneel) worden toegevoegd die in het apparaat moeten worden ge- installeerd, om een alternatieve energiebron ter beschikking te hebben om in de verwarmingsfase te gebruiken. De inschakeling van alle elektrische weerstanden wordt met een enkele parameter uitgevoerd. De inschakeling van de elektrische weerstand vereist de installatie van de aanvoersonde van zone 1 (optioneel).
3.19 INTEGRATIE MET ELEKTRISCHE WEERSTAND INSTALLATIE EXTERN Het is mogelijk om elektrische weerstand (optioneel) toe te voegen voor elke zone en deze buiten het apparaat te installeren. Voor de elektrische aansluitingen, zie de relevante verwijzingen in de bedradingsschema's. De werking van de weerstand wordt ingeschakeld door het wijzigen van de parameter: Integratie/Schakelt int.
3.20 FUNCTIE VEILIGHEIDSTHERMOSTAAT ZONE 2/3 In geval van installatie van de zone 2 of van de zone 3, wordt een controle op de zone-aanvoertemperatuur ingeschakeld die de productie van water boven een bepaalde temperatuur verhindert. Het is mogelijk deze limieten te wijzigen door middel van de parameters Speciale parameters/Parameter 2 Speciale parameters/Parameter 3 3.21 MODUS GELIJKTIJDIGHEID...
3.29 CONFIGURATIE SUPERVISIE-APPARATEN Het is mogelijk het apparaat te configureren om ze te laten controleren door externe supervisiesystemen zoals Dominus of andere soor- ten domotica-systemen (niet door Immergas geleverd). Voor de configuratie moet de parameter worden gewijzigd Definitie installatie/Supervisie installatie...
3.30 DEMONTAGE VAN DE MANTEL Voor een gemakkelijk onderhoud van de interne groep is het mogelijk de mantel volledig te demonteren volgens deze eenvoudige in- structies: Esthetisch profiel (1) (Fig. 45) - Verwijder de plastic beschermkapjes (2) en draai de schroeven los (3) om het esthetische profiel te verwijderen (1). Demontage cover (4) (Fig.
Pagina 103
Demontage bovenste flank (7), onderste flank (9) (Fig. 47) - Demonteer de bovenste flank (7) door de twee schroeven los te draaien (8) en de flank naar boven te duwen zodat die uit de openingen voor bevestiging vrijkomen en naar u toe te trekken (Det. A). - Demonteer de onderste flank (9) door de 2 schroeven los te draaien (10a) en de flank naar boven te duwen zodat die uit de openingen voor bevestiging vrijkomen en naar u toe te trekken (det.
Pagina 104
Demontage rechter zijdeurtje (15) (Fig. 49) - Open het deurtje (15) en laat die minstens 90° naar buiten draaien. - Verwijder de schroef (12) in de bovenhoek van het deurtje (15). - Deblokkeer het deurtje (15) uit de hoekverbinding (13) waaruit u zonet de schroef (12) heeft gehaald en laat die naar buiten hellen om die uit de onderste pin (14) te halen.
Pagina 105
Demontage bovenste afdekkingen (16 en 18) (Fig. 50) - Draai de bevestigingsschroeven (19) los, trek de voorste afdekking (16) naar u toe om hem los te maken van de schroeven met aanslag aan de achterkant (Det. C) (zie detail). - Draai de bevestigingsschroeven (17) los, trek de afdekking (18) naar u toe om hem los te maken van de schroeven met aanslag aan de achterkant (Det.
Pagina 106
Demontage achterste afdekking (20) (Fig. 51) - Draai de bevestigingsschroeven (23) los, trek de achterste afdekking (20) naar u toe om hem los te maken van de schroeven met aanslag aan de achterkant (Det. D). Demontage rechter flank (21) (Fig. 51) - Demonteer de rechter flank (21) door de aanwezige drie schroeven (22) los te draaien, duw de flank vervolgens omhoog zodat de hij uit zijn zitting vrijkomt en trek hem naar buiten toe (Det.
Pagina 107
Demontage linker voorflank (25) (Fig. 52) - Demonteer de linker flank vooraan (25) door de aanwezige schroeven (24) los te draaien, duw de flank vervolgens omhoog zodat hij uit zijn zitting vrijkomt en trek hem naar buiten toe (Det. F).
Pagina 108
Demontage linker achterflank (27) (Fig. 53) - Demonteer de linker flank achteraan (27) door de aanwezige schroeven (26) los te draaien, duw de flank vervolgens omhoog zodat hij uit zijn zitting vrijkomt en trek hem naar buiten toe (Det. G).
3.31 SCHEIDING INTERNE GROEP Om het transport te vergemakkelijken, kunt u de interne groep scheiden in twee aparte modules. Hiertoe moet u de instructies hierna volgen en de ommanteling eerst volledig gedemonteerd hebben, zoals beschreven in par. 3.30. - Verwijder de isoleringen van de koppelingen (1) (Fig. 54).
Pagina 110
- Schroef de koppelingen (2) los en let erop dat u de aanwezige pakkingen apart houdt. - Ontkoppel de connectoren (3 en 4) (Fig. 55).
Pagina 111
- Draai de bevestigingsschroeven van de frames (5) los (Fig. 56).
Pagina 112
- Nu kunt u de interne groep in twee delen uit elkaar halen, let op dat u de dichtingspakking (6) niet verliest (Fig. 57).
TECHNISCHE GEGEVENS TABEL TECHNISCHE GEGEVENS (EENFASIG) De onderstaande gegevens hebben betrekking op de productgegevens. MAGIS HERCULES MAGIS HERCULES MAGIS HERCULES PRO 12 PRO 14 PRO 16 Nominale gegevens voor applicaties op lage temperatuur (A7/W35) * Nominaal vermogen verwarming 12,00 14,00 16,00 Opname 2,59...
Pagina 114
Gegevens interne groep MAGIS HERCULES MAGIS HERCULES MAGIS HERCULES PRO 12 PRO 14 PRO 16 Afmetingen (Breedte x Hoogte x Diepte) 650x1970x908 Max. werktemperatuur circuit verwarming °C 20-55 Regelbare temperatuur verwarming (max werkbereik) °C 5-25 Regelbare temperatuur in koeling (max werkbereik) °C 10 ..
TABEL TECHNISCHE GEGEVENS (DRIEFASIG) De onderstaande gegevens hebben betrekking op de productgegevens. MAGIS HERCULES MAGIS HERCULES MAGIS HERCULES PRO 12 T PRO 14 T PRO 16 T Nominale gegevens voor applicaties op lage temperatuur (A7/W35) * Nominaal vermogen verwarming 12,00 14,00 16,00 Opname...
Pagina 116
Gegevens interne groep MAGIS HERCULES MAGIS HERCULES MAGIS HERCULES PRO 12 T PRO 14 T PRO 16 T Afmetingen (Breedte x Hoogte x Diepte) 650x1970x908 Max. werktemperatuur circuit verwarming °C 20-55 Regelbare temperatuur verwarming (max werkbereik) °C 5-25 Regelbare temperatuur in koeling (max werkbereik) °C 10 ..
4.3 PRODUCTBLAD MAGIS HERCULES PRO 12 (IN OVEREENSTEMMING MET DE VERORDENING 811/2013) Voor een correcte installatie van het toestel het hoofdstuk 1 in deze handleiding (voor de installateur) en de geldende installatienormen raadplegen. Voor een correct onderhoud het hoofdstuk 3 van deze handleiding (voor de onderhouder) raadplegen en u houden aan de vermelde peri- odiciteit en werkwijze.
PRODUCTBLAD MAGIS HERCULES PRO 12T (IN OVEREENSTEMMING MET DE VERORDENING 811/2013) Voor een correcte installatie van het toestel het hoofdstuk 1 in deze handleiding (voor de installateur) en de geldende installatienormen raadplegen. Voor een correct onderhoud het hoofdstuk 3 van deze handleiding (voor de onderhouder) raadplegen en u houden aan de vermelde peri- odiciteit en werkwijze.
4.5 PARAMETERS MAGIS HERCULES PRO 12 - 12T Parameter Eenheid Waarde η (energetische efficiëntie) 94,0 V40 (gemengd water op 40 °C) 245,8 Lage temperatuur (30/35) Middelmatige Parameter Waarde Koudste zones Warmste zones zones Jaarlijks energieverbruik voor de functie verwarming (Q...
Pagina 120
Tabel gemiddelde temperatuur (47/55) middelmatige zones MAGIS HERCULES PRO 12 - 12T Model Warmtepomp lucht water Warmtepomp op lage temperatuur Warmtepomp water\water Met bijkomende verwarmingsbron Warmtepomp zoutoplossing\water Gemengd verwarmingstoestel met warmtepomp: De parameters zijn aangegeven voor toepassingen op middelmatige temperatuur, behalve voor de warmtepompen op lage temperatuur. Voor de...
PRODUCTBLAD MAGIS HERCULES PRO 14 (IN OVEREENSTEMMING MET DE VERORDENING 811/2013) Voor een correcte installatie van het toestel het hoofdstuk 1 in deze handleiding (voor de installateur) en de geldende installatienormen raadplegen. Voor een correct onderhoud het hoofdstuk 3 van deze handleiding (voor de onderhouder) raadplegen en u houden aan de vermelde peri- odiciteit en werkwijze.
PRODUCTBLAD MAGIS HERCULES PRO 14T (IN OVEREENSTEMMING MET DE VERORDENING 811/2013) Voor een correcte installatie van het toestel het hoofdstuk 1 in deze handleiding (voor de installateur) en de geldende installatienormen raadplegen. Voor een correct onderhoud het hoofdstuk 3 van deze handleiding (voor de onderhouder) raadplegen en u houden aan de vermelde peri- odiciteit en werkwijze.
4.8 PARAMETERS MAGIS HERCULES PRO 14 - 14T Parameter Eenheid Waarde η (energetische efficiëntie) 91,0 V40 (gemengd water op 40 °C) 245,8 Lage temperatuur (30/35) Middelmatige Parameter Waarde Koudste zones Warmste zones zones Jaarlijks energieverbruik voor de functie verwarming (Q kWh\jaar 6256 4910...
Pagina 124
Voor toestellen met gemengde verwarming met warmtepomp Verklaard belastingsprofiel Energie-efficiëntie verwarming van water η 91,0 Dagelijks verbruik van elektrische stroom 8,78 kWh Dagelijks verbruik van brandstof elec fuel Jaarlijks energieverbruik 1832 kWh Jaarlijks brandstofverbruik Adressen Immergas S.p.A. via Cisa Ligure n.95...
PRODUCTBLAD MAGIS HERCULES PRO 16 (IN OVEREENSTEMMING MET DE VERORDENING 811/2013) Voor een correcte installatie van het toestel het hoofdstuk 1 in deze handleiding (voor de installateur) en de geldende installatienormen raadplegen. Voor een correct onderhoud het hoofdstuk 3 van deze handleiding (voor de onderhouder) raadplegen en u houden aan de vermelde peri- odiciteit en werkwijze.
4.10 PRODUCTBLAD MAGIS HERCULES PRO 16T (IN OVEREENSTEMMING MET DE VERORDENING 811/2013) Voor een correcte installatie van het toestel het hoofdstuk 1 in deze handleiding (voor de installateur) en de geldende installatienormen raadplegen. Voor een correct onderhoud het hoofdstuk 3 van deze handleiding (voor de onderhouder) raadplegen en u houden aan de vermelde peri- odiciteit en werkwijze.
4.11 PARAMETERS MAGIS HERCULES PRO 16 - 16T Parameter Eenheid Waarde η (energetische efficiëntie) 89,0 V40 (gemengd water op 40 °C) 245,8 Lage temperatuur (30/35) Middelmatige Parameter Waarde Koudste zones Warmste zones zones Jaarlijks energieverbruik voor de functie verwarming (Q kWh\jaar 7360 6004...
Pagina 128
Voor toestellen met gemengde verwarming met warmtepomp Verklaard belastingsprofiel Energie-efficiëntie verwarming van water η 89,0 Dagelijks verbruik van elektrische stroom 9,01 kWh Dagelijks verbruik van brandstof elec fuel Jaarlijks energieverbruik 1884 kWh Jaarlijks brandstofverbruik Adressen Immergas S.p.A. via Cisa Ligure n.95...
4.12 PARAMETERS VOOR HET INVULLEN VAN DE TECHNISCHE FICHE Als u op basis van het pakket Magis Hercules Pro een set wenst te maken,moet u de setfiches gebruiken die aangegeven worden in (Fig. 71). Om het correct in te vullen, moet u in de daarvoor bestemde ruimtes (zoals aangegeven in de facsimile van de set-kaart Fig. 70) de waar- den waarnaar wordt verwezen in de tabellen van de paragraven "Parameters voor het invullen van de setfiche voor lage temperatuur (30/35)", "Parameters voor het invullen van het blad met de samenstellingen voor gemiddelde temperatuur (47/55)".
Pagina 130
Parameters voor het invullen van de setfiche voor lage temperatuur (30/35) Magis Hercules PRO 12 - 12T Parameter Koudste zones Middelmatige zones Warmste zones "I" "II" "III" 2,43 2,43 2,43 "IV" 0,95 0,95 0,95 Magis Hercules PRO 14 - 14T...
Pagina 131
Technische fiche verwarmingssystemen milieu. ____ van de omgeving Temperatuurcontrole Klasse I = 1 %, Klasse II = 2 %, Klasse III = 1,5 %, Klasse IV = 2 %, Van de controlekaart Klasse V = 3 %, Klasse VI = 4 %, van de temperatuur Klasse VII = 3,5 %, Klasse VIII = 5 % Extra ketel...
Pagina 132
This instruction booklet is made of ecological paper. immergas.com Immergas S.p.A. 42041 Brescello (RE) - Italy Tel. 0522.689011 Fax 0522.680617...