INDEX Beste klant, ..........................................4 Algemene waarschuwingen ....................................5 Gebruikte veiligheidssymbolen....................................6 Persoonlijke beschermingsmiddelen ..................................6 Installatie interne groep ................................7 Beschrijving product......................................7 Installatieaanwijzingen ....................................7 Belangrijkste afmetingen interne groep ..............................12 Minimumafstanden installatie ...................................13 Antivriesbescherming ....................................14 Aansluitingsgroep interne groep ................................15 Hydraulische aansluiting ....................................16 Aansluiting van de koellijn ..................................17 Elektrische aansluiting ....................................17 1.10 Kamerthermostaten (Optioneel) ................................21 1.11 Sensor omgevingstemperatuur en vochtigheid MODBUS (Optioneel) ....................22...
Pagina 3
4.12 Productblad Magis Pro 12 V2 gecombineerd met Super Trio Top (in overeenstemming met de Verordening 811/2013) ....97 4.13 Productblad Magis Pro 12 V2 T gecombineerd met Super Trio Top (in overeenstemming met de Verordening 811/2013) ....98 4.14 Magis Pro 12 V2 - 12 V2 T-parameters gecombineerd met Super Trio Top .....................98 4.15 Productblad Magis Pro 14 V2 gecombineerd met Super Trio Top (in overeenstemming met de Verordening 811/2013) ....100...
Gefeliciteerd met uw keuze voor een Immergas-product van hoogstaande kwaliteit, dat u lange tijd voldoening en veiligheid zal verzekeren. Als klant van Immergas kunt u altijd een beroep doen op een gekwalificeerd Erkend Technisch Servicecentrum, die voorbereid is en op de hoogte om te zorgen voor een constante efficiëntie van uw toestel.
• De onjuiste installatie of montage van het toestel en/of van de componenten, accessoires, kits en apparaten van Immergas kan aanleiding geven tot problemen die vooraf niet te voorzien zijn ten overstaan van personen, dieren en voorwerpen. Lees aan- dachtig de instructies die bij het product zitten voor een correcte installatie van het toestel.
GEBRUIKTE VEILIGHEIDSSYMBOLEN ALGEMEEN GEVAAR Neem alle aanwijzingen strikt in acht die naast de pictogrammen zijn vermeld. De veronachtzaming van deze aanwijzingen kan gevaarlijke situaties veroorzaken die kunnen resulteren in ernstige schade aan de gezondheid van de operator of de ge- bruiker en/of materiële schade.
De operators die de installatie en het onderhoud uitvoeren moeten de persoonlijke bescher- mingsmiddelen dragen, voorzien door de geldende wetgeving. De plaats voor installatie van het toestel en de bijhorende Immergas-accessoires moet over de geschikte kenmerken (technische en structurele) bezitten om het volgende mogelijk te maken (in veilige, doeltreffende en comfortabele omstandigheden): - de installatie (volgens de voorschriften van de technische wetgeving en van de technische normen);...
Pagina 8
De fabrikant stelt zich niet aansprakelijk voor eventuele schade die veroorzaakt wordt door toestellen die uit andere installaties verwijderd worden noch voor de eventuele niet-conformiteit van die toestellen. Enkel een gekwalificeerde onderneming is bevoegd om de Immergas-toestellen te installeren Immergas. Controleer de omgevingsomstandigheden voor de werking van alle voor de installatie relevante onderdelen, raadpleeg hier- voor de waarden in deze instructiehandleiding.
Pagina 9
Niet naast warmtebronnen plaatsen. Via speciale kits kan de interne groep met andere Immergas-producten worden gecombineerd en aan de binnenkant van een buitenmu- ur worden geïnstalleerd met behulp van het speciale Super Trio Container inbouwchassis of door binnentoepassingen op de buitenmuur in de Domus Super Trio Container.
Pagina 10
Ze moeten worden aangesloten op een verwarmingssysteem dat geschikt is voor hun prestaties en vermogen. Thermische “antilegionella” behandeling van de accumulatieboiler van Immergas (alleen indien gecombineerd met een op- slagtankeenheid en.activeerbaar via de speciale functie die op de voorziene systemen voor warmteregeling aanwezig is).
- de materialen waaruit het verwarmingscircuit van de Immergas-interne groep is vervaardigd zijn bestand tegen antivriesvloeistoffen op basis van ethyleenglycol en propyleenglycol (indien de mengsels volgens de regels van de kunst worden bereid).
AANSLUITINGSGROEP INTERNE GROEP - De groep voor hydraulische aansluiting wordt standaard samen met de Magis Pro V2 geleverd. Voer de hydraulische aansluiting uit zoals hierna aangegeven, let erop om de aanvoer- en retourleidingen van de installatie te beschermen met de bijbehorende isoleringen die meegeleverd zijn.
HYDRAULISCHE AANSLUITING Om te zorgen dat de garantie niet vervalt, moet u vooraleer de aansluitingen van de interne groep uit te voeren, eerst zorgvuldig de verwarmingsinstallatie (leidingen, verwarmingselementen, enz.) met speciale afbijtstoffen of ontkalkers spoelen om even- tuele aanslag te verwijderen, die de goede werking van de interne groep zou kunnen beïnvloeden. Verklaringen (Fig.
AANSLUITING VAN DE KOELLIJN Wat de aansluiting van de koellijn betreft, moet u alle aanwijzingen naleven zoals beschreven in de instructiehandleiding van de externe groep. Voer de aansluitingen rechtstreeks uit op de koppelingen van de interne groep, of gebruik de (optionele) kit voor de uitlaat achteraan. ELEKTRISCHE AANSLUITING De interne groep heeft een beschermingsgraad IPX4D;...
Pagina 18
Installatie fotovoltaïsche installatie Door het product op een fotovoltaïsche installatie aan te sluiten wordt het gebruik van de externe groep bevorderd wanneer de fotovolta- ische panelen in werking zijn. Voer de aansluiting uit zoals aangegeven (Afb. 8). Ontvochtigers Voer de aansluiting uit zoals aangegeven (Fig. 9). Voor het voltooien van de aansluiting moet de optionele kit Kaart 2 relais worden inge- voerd.
Pagina 19
Elektrisch aansluitschema verticaal klemmenbord. Klem 87 Close Winter 230V Open Zomer met koeling Verklaringen (Fig. 8): - Relais weerstand integratie installatie (niet bijgeleverd) M10-1 - Circulatiepomp zone 1 (optie) - Open/Close M10-2 - Circulatiepomp zone 2 (optie) - Close M10-3 - Circulatiepomp zone 3 (optie) - Open M31-2 - Mengklep zone 2 (optie) - Klep 2 punten...
Pagina 20
TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUDSTECHNICUS GEBRUIKER INSTALLATEUR Verklaringen (Fig. 9): - Externe sonde (optie) - Sonde verwarming (optie) - Systeembeheer (optie) E7-2 - Beveiligingsthermostaat lage temperatuur zone 2 (optie) A16-1 - Ontvochtiger zone 1 (optie met kaart beheer ontvocht.) E7-3 - Beveiligingsthermostaat lage temperatuur zone 3 (optie) A16-2 - Ontvochtiger zone 2 (optie met kaart beheer ontvocht.) - Weerstand uitsluiting werking boiler A17-1 - Vochtigheidssensor zone 1 (optie)
De interne groep is voorbereid voor de toepassing van omgevingsklokthermostaten die als optionele kit beschikbaar zijn. U kunt maximum 3 warmteregelaars rechtstreeks op het toestel aansluiten. Alle kamerthermostaten van Immergas kunnen met 2 draden verbonden worden. Lees aandachtig de instructies voor de montage en het gebruik, aanwezig in de kit met het accessoire.
1.11 SENSOR OMGEVINGSTEMPERATUUR EN VOCHTIGHEID MODBUS (OPTIONEEL) De sensor omgevingstemperatuur en vochtigheid wordt gebruikt om de omgevingsvochtigheid te detecteren en om het relatieve dauw- punt te berekenen door de aanvoertemperatuur te regelen tijdens de koelfase. Breng de aansluiting met het toestel tot stand zoals weergegeven (Fig. 9); Configuratietabel DIP-Switch DIP 1-5 DIP 6-7...
1.12 ZONEAFSTANDSBEDIENING (OPTIONEEL) Deze afstandsbediening wordt gebruikt voor het instellen van de setpoints en voor de weergave van de belangrijkste informatie van de zone waarvoor deze is geconfigureerd. Breng de aansluiting met het toestel tot stand zoals weergegeven (Fig. 9); Schakel aan het einde van de aansluitingen de spanning naar het apparaat uit en herstel het.
1.15 BUITENTEMPERATUURSENSOR (OPTIONEEL) In de externe groep zit standaard een externe sonde die als externe sonde van de warmtepomp kan worden gebruikt. Indien de externe groep is opgesteld in een zone die niet geschikt is om de temperatuur te lezen, is het aanbevolen om een extra externe sonde te gebruiken (Afb.
1.16 INSTELLING VAN DE WARMTEREGELING Door de parameters in het menu “Warmteregeling” in te stellen, kunt u de werkwijze van het systeem bijregelen. In de curves (Afb. 11, 12, 13, 14, 15, 16) worden de defaultinstellingen weergegeven van de verschillende werkwijzen die zowel met als zonder buitensensor beschikbaar zijn.
Verklaringen (Fig. 11, 12, 13, 14, 15, 16) U 06 - Offsetwaarde ten opzichte van de curve ingesteld door de - Set Verwarming buitensensor op zone 2 koeling - Set Koeling U 14 - Aanvoertemperatuur zone 3 tijdens de verwarmingsfase - Parameter menu “Warmteregeling”...
1.18 WERKINGSLIMIETEN Het systeem is ontworpen om te werken binnen een bepaalde temperatuurrange en op een specifieke maximumtemperatuur voor de aanvoer; deze limieten zijn weergegeven in de grafiek (Fig. 17, 18, 19). Verklaringen (Fig. 17): Werkingslimieten warmtepomp = Buiten temperatuur in afkoelmodus TM = Aanvoertemperatuur Verklaringen (Fig.
1.19 INBEDRIJFSTELLING INTERNE GROEP (ONTSTEKING) Na de installatie van de koellijnen op de externe groep te hebben uitgevoerd voor de inbedrijfstelling van de warmtepomp (de handelin- gen die hierna worden opgesomd, mogen uitsluitend worden uitgevoerd door professioneel gekwalificeerd personeel en alleen in aanwe- zigheid van de personen belast met de werkzaamheden): 1.
1.20 CIRCULATIEPOMP Het apparaat wordt geleverd met een circulatiepomp met variabel toerental die als volgt werkt: - Vast ("A 05" = 0): de snelheid van de circulatiepomp is vast en komt overeen met parameter "A 04". - ∆T-constante ("A 05" = 5 K): de snelheid van de circulatiepomp varieert om de ∆T = 5K constant te houden tussen aanvoer en retour van het systeem.
De kits waarvan hierboven sprake worden volledig geleverd, uitgerust met instructiebladen voor de montage en het gebruik. Om de volledige lijst van beschikbare kits te raadplegen die met het product kunnen worden gecombineerd, raadpleegt u de Immergas-website, de Immergas-prijslijst of de technisch-commerciële documentatie (catalogi en technische fiches).
AANWIJZINGEN VOOR HET GEBRUIK EN HET ONDERHOUD ALGEMENE WAARSCHUWINGEN De interne groep niet blootstellen aan rechtstreekse dampen van de kookplaten. Het apparaat mag niet gebruikt worden door kinderen van minder dan 8 jaar, door personen met beperkte lichamelijke, zin- tuiglijke of geestelijke vermogens of zonder de nodige ervaring of kennis, tenzij onder toezicht of nadat ze aanwijzingen hebben gekregen in verband met het veilig gebruik van het apparaat en de gevaren hebben begrepen die ermee zijn verbonden.
(In combinatie met een boilergroep) water bij temperaturen boven 50 ° C kan ernstige brand- wonden veroorzaken. Controleer steeds de temperatuur van het water voor het gebruik. De temperaturen die op het display zijn aangegeven, hebben een tolerantie van +/- 3°C te wijten aan omgevingsomstandighe- den die niet te wijten zijn aan de interne groep.
2.3 BEDIENINGSPANEEL Verklaringen (Fig. 23): - Aansluiting op andere Immergas-toestellen - Werking fase verwarming omgeving actief - Drukknop werkwijze (winter - klimatisatie - zomer - stand- - Indicator temperaturen, info interne groep en foutcodes by - off) en bevestiging van parameters...
Pagina 35
Zomer In deze modus werkt het systeem enkel voor de productie van sanitair warm water, de temperatuur wordt ingesteld via de drukknoppen (4) en de betreffende temperatuur wordt op het display weergegeven via de indicator (14). Modus Zomer en verwarming sanitair warm water in uitvoering Winter In deze modus werkt het systeem zowel voor de productie van sanitair warm water als voor de verwarming van de omgeving.
Pagina 36
Klimatisatie In deze modus werkt het systeem zowel voor de productie van sanitair warm water als voor de koeling van de omgeving. De temperatuur van het sanitair warm water wordt nog altijd geregeld via de drukknoppen (4) de temperatuur van de verwarming wordt geregeld via de drukknoppen (5) en de betreffende temperatuur wordt op het display weergegeven via de indicator (14).
Pagina 37
“Stand-by” modus Druk meermaals op de knop (1) tot het symbool verschijnt, vanaf dat moment blijft het systeem inactief, toch blijven de antivriesfunc- tie, de antiblokkering van de pomp en de drieweg en de signalering van eventuele problemen gewaarborgd. In deze omstandigheden dient het systeem beschouwd te worden als nog onder spanning. Modus “OFF”...
2.5 SIGNALERINGEN VAN DEFECTEN EN PROBLEMEN De interne groep signaleert een eventueel probleem via een knipperende code op het display (14), volgens onderstaande tabel. Foutco- Gesignaleerd pro- Oorzaak Status Interne groep / Oplossing bleem De kaart detecteert een probleem op de NTC-sonde aan- Storing toevoersonde Het systeem start niet (1).
Pagina 39
Foutco- Gesignaleerd pro- Oorzaak Status Interne groep / Oplossing bleem Indien er tijdens de normale werking wegens een probleem Interventie een overmatige verhitting van de temperatuur bij aanvoer Het toestel voldoet niet aan de vraag veiligheidsthermostaat E 34 naar de gemengde zone 2 optreedt, signaleert het toestel de voor verwarming van de zone.
Pagina 40
Foutco- Gesignaleerd pro- Oorzaak Status Interne groep / Oplossing bleem Storing ruimtesensor De ruimtesensor van zone 3 geeft een weerstandwaarde E 127 zone 3 buiten de range aan. Naast de vochtigheid wordt het Probleem dauwpunt niet berekend voor de zone vochtigheidssensor E 129 Storing aanwezig op de vochtigheidssensor zone 1.
Pagina 41
Foutco- Gesignaleerd pro- Oorzaak Status Interne groep / Oplossing bleem Tijdens deze fase is het niet mogelijk Externe groep in test Er wordt gesignaleerd dat de condensgroep in modus test- om aan de verzoeken tot klimaatrege- E 183 modus fase is ling van de omgeving en productie van sanitair warm water te voldoen Laat de elektrische aansluiting tussen...
Pagina 42
Lijst problemen externe groep Als de externe groep storingen vertoont, dan wordt de foutcode zowel op het bedieningspaneel (Fig. 23) als op de interfacekaart gesigna- leerd (zie paragraaf "Interfacekaart - Display met 7 segmenten"). De wijze van signalering is verschillend. In het geval van het bedieningspaneel, wordt de fout weergegeven met “A”...
Pagina 43
Foutcode Gesignaleerd probleem Status Interne groep / Oplossing Controleer de positie van de sensor. Controleer de betreffende bekabeling Fout van de sensor van de compressor (sensor A320 overbelastingsbeveiliging) Vervang de sensor Controleer de koelcyclus. A403 Detectie bevriezing (tijdens de koeling) Controleer de temperaturen van de platenwarmtewisselaar Controleer de koelcyclus.
Pagina 44
Foutcode Gesignaleerd probleem Status Interne groep / Oplossing Controleer de staat van de aansluitingen van de compressor. Controleer de weerstanden tussen de verschillende fasen van de Fout rotatie van de compressor A467 compressor. Controleer de hoofdkaart. Fout sensor van de stroom (inverter) A468 Controleer de voedingsconnector van de inverterkaart.
Pagina 45
Foutcode Gesignaleerd probleem Status Interne groep / Oplossing Fout van de interne groep Niet gebruikt A903 Controleer interne groep Fout van de interne groep Niet gebruikt A904 Controleer interne groep Fout van de interne groep Niet gebruikt A906 Controleer interne groep Fout van de interne groep Niet gebruikt A911...
MENU PARAMETERS EN INFORMATIE Wanneer u cyclisch op de knop “MENU” (2) drukt, verschijnen de menu's “Gegevens”, “Gebruiker” en een menu dat met de toegangsco- de “0000” is beveiligd, met het eerste getal knipperend, voorbehouden voor een bevoegde technicus. Om het menu te openen dat verschijnt, drukt u op de knop “OK” (1). Om de submenu's te doorlopen en om de waarden te wijzigen, gebruikt u de knoppen voor het bijregelen van de temperatuur van de ver- warming (5).
D 61 MP - MCI - MCP Plus V2) D 62 Communicatie met interfacekaart OFF - ON D 63 Communicatie met andere Immergas-toestellen OFF - ON D 71 Werkingsfrequentie externe groep 0 ÷ 150 Hz D 72 Temperatuur compressor -20 ÷ 200 °C...
Pagina 49
Menu Gebruiker. Gepersonali- Beschrijving Range Default Parameter seerde waarde Setpoint aanvoer verwarming zone 2 in afwezigheid van warmteregeling (“R 01” = U 01 20 ÷ 55 °C OFF). U 02 Setpoint aanvoer koeling zone 2 in afwezigheid van warmteregeling (“R 01” = OFF) 5 ÷...
Pagina 50
Gepersonali- Beschrijving Range Default Parameter seerde waarde U 21 Instelling Uur (interne klok) 0 ÷ 23 uur 0 ÷ 59 U 22 Instelling Minuten (interne klok) minuten Ma-Di-Wo- U 23 Dag van de week Do-Vr-Za-Zo U 24 Huidige dag 1 ÷ 31 U 25 Huidige maand 1 ÷...
Om de integriteit van het toestel en van de thermosanitaire installatie (indien gecombineerd met boilergroep) te verzekeren in zones waar de temperatuur onder nul daalt, raden wij aan om de verwarmingsinstallatie te beschermen met antivriesvloeistof en de installatie van de interne groep met de antivrieskit van Immergas. 2.11 LANGE INACTIVITEIT In geval van langdurige inactiviteit (bijv.
2.14 GEBRUIK VAN DE ZONEAFSTANDSBEDIENING (OPTIONEEL) Voor de algemene werking van de zoneafstandsbediening, zie de desbetreffende instructiehandleiding. De instellingen op de afstandsbediening, zoals de werkingswijze, de set voor de aanvoer, de set voor de vochtigheid, enz. zijn gesynchro- niseerd met de instellingen op het bedieningspaneel van de machine. Daarbij wordt het bedieningspaneel niet uitgeschakeld in aanwezigheid van een willekeurige zoneafstandsbediening.
Immergas. Indien voor het buitengewoon onderhoud van het toestel het nodig blijkt om aanvullende documentatie te raadplegen, dan kunt u zich hiervoor tot het Erkend Technisch Servicecentrum wenden.
JAARLIJKSE CONTROLE EN ONDERHOUD VAN HET TOESTEL Om de werkzaamheid, de veiligheid en de efficiëntie van het toestel te garanderen, moeten jaarlijks de volgende controle- en onderhoudswerkzaamheden worden uitgevoerd. - Controleer visueel of geen waterlekken of oxidatie aanwezig is op de koppelingen. - Controleer of het laden van het expansievat na het aflaten van de druk van de installatie door die op nul te brengen (af te lezen op de manometer van de interne groep) 1,0 bar is.
Pagina 62
Elektronische instelkaart Verklaringen (Fig. 35): - Zekering F 3,15A H250V Interfacekaart - instellingsschakelaar Verklaringen (Fig. 36): - Fabrieksinstellingen: niet wijzigen Voor interne groep: Vanaf serienummer 1001709731 en hoger, uitslui- tend identificeerbaar op de interne groep, zal de inter- facekaart standaard zijn ingesteld met de schakelaars 1, 2, 3 ingesteld op OFF en 4 op ON, terwijl op alle an- dere apparaten met lagere serienummers de oude in- terfacekaart zal worden geïnstalleerd, ingesteld met...
Interfacekaart - signaal-led Verklaringen (Fig. 37): Rood knipperende led = Communicatie geldig tussen interfacekaart en instelkaart Groen knipperende led = Communicatie geldig tussen interfacekaart en externe groep Gele led = Niet gebruikt Interfacekaart - Display met 7 segmenten Tijdens de normale werking wordt gedurende 1 seconde “A0” en vervolgens gedurende 1 seconde “30” weergegeven: SEGMENTEN COMMUNICATIE GELDIG Bij een fout van de externe groep worden achtereenvolgens in een reeks van twee cijfers, “E”...
FILTER VAN DE INSTALLATIE De interne groep is uitgerust met een filter op de retouraansluiting van de installatie om de goede werking van het systeem te vrijwaren. U kunt regelmatig en telkens dit nodig is de filter reinigen zoals hierna wordt beschreven (Fig. 38). Sluit de systeemretourkraan (3) en de systeemafvoerkraan (5) met de hand, tap het water uit de interne groep af met behulp van de aftap- kraan (4).
PROGRAMMERING BEDIENINGSPANEEL Het systeem is uitgerust voor eventuele programmering van bepaalde werkingsparameters. Door deze parameters zoals hierna beschre- ven te wijzigen, is het mogelijk om het systeem naar eigen behoefte aan te passen. Om naar de programmeerfase te gaan, houdt u de knop “MENU” (2) ingedrukt tot het menu “Password” verschijnt. Voer het betreffende password in door de numerieke waarden te wijzigen met behulp van de knoppen “afstelling verwarming”...
Pagina 66
Waarde Parameter Beschrijving Range Default Parameter waarde ST = Vochtig- staat Vochtigheids- A 17 Definieert het type controle van de vochtigheid in de zone 2 RP = sensor zone 2 Afstandsbe- diening Communicatie- Bepaalt het communicatieprotocol tussen interne en A 21 1 ÷...
Waarde Parameter Beschrijving Range Default Parameter waarde RT = Omgevings- thermostaat RP = Ruimte Afstandsbe- A 32 thermostaat Definieert de controle van de temperatuur in de zone 2 diening zone 2 RPT = Afstandsbe- diening met thermostaat RT = Omgevings- thermostaat RP = Ruimte...
Pagina 68
Waarde Parameter Beschrijving Range Default Parameter waarde De interne groep is voorzien om te werken met een configu- reerbare relaiskaart (optie) 0 = Off 1 = Recirculatie sanitair P 03 Relais 1 (optie) 0 ÷ 4 2 = Algemeen alarm 3 = Fase verwarming/koeling actief 4 = Modus puffer actief 5 = Ontvochtiger zone 3...
Pagina 69
Waarde Parameter Beschrijving Range Default Parameter waarde Inschakeling P 15 van de functie Schakelt de uitvoering van de antilegionellafunctie in OFF - ON antilegionella Begintijd van de Hiermee kunt u de begintijd instellen van de antilegionel- P 16 0 - 23 antilegionella lafunctie Dag activering...
Pagina 70
Waarde Parameter Beschrijving Range Default Parameter waarde Bepaalt de modus om het toestel in fase sanitair aan te zetten en uit te schakelen. Sanitaire De activering vindt plaats wanneer het water in de boiler met T 02 0 ÷ 20 °C thermostaat de ingestelde waarde daalt ten opzichte van de sanitaire set;...
Pagina 71
Menu warmteregeling. Waarde Parameter Beschrijving Range Default Parameter waarde Bepaalt of en welke buitentemperatuursensor wordt gebruikt voor het beheer van de installatie. OFF = geen externe sonde gebruikt R 01 Externe sonde OFF - OU - IU OU = externe sonde aanwezig op de externe groep IU = optionele externe sonde aangesloten op de interne groep Buitentempera-...
Pagina 72
Waarde Parameter Beschrijving Range Default Parameter waarde Buitentempera- tuur voor Bepaalt de minimale buitentemperatuur waarbij de R 11 maximale maximale aanvoertemperatuur moet optreden tijdens de 20 ÷ 40 aanvoer koeling koelfase van de zone 1 zone 1 Minimale Bepaalt de minimumtemperatuur van de aanvoer tijdens de R 12 5 ÷...
Pagina 73
Waarde Parameter Beschrijving Range Default Parameter waarde Buitentempera- tuur voor min. aanvoer zone 3 Bepaalt de buitentemperatuur waarbij de maximale R 25 20 ÷ 40 koeling zone aanvoertemperatuur van de zone 3 moet optreden lage tempera- tuur Buitentempera- tuur voor max. aanvoer koeling Bepaalt de buitentemperatuur waarbij de maximale R 26...
Pagina 74
Menu integratie. Waarde Parameter Beschrijving Range Default Parameter waarde Activering Hiermee kunt u de werking van een alternatieve energiebron I 01 integratie (AL) activeren voor de integratie van de verwarming van OFF - AL sanitair sanitair warm water Via deze functie kunt u de werking van een alternatieve Activering energiebron (AL) of gelijktijdige bron (CO) activeren voor I 02...
Pagina 75
Menu onderhoud. Wanneer u dit menu opent, stelt het toestel zich in status stand-by. Door de afzonderlijke parameters te selecteren, kunt u een specifieke functie voor iedere taak activeren. Waarde Parameter Beschrijving Range Default Parameter waarde Snelheid M 02 circulatiepomp Bepaalt de snelheid van de circulatiepomp van de installatie 0 - 100% installatie...
3.10 PARAMETERINSTELLING VOOR INSCHAKELEN Tijdens de eerste inschakeling van het toestel is het nodig om de volgende parameters aan te passen, die betrekking hebben op de werking van de generator, het type externe groep en het type systeem dat op het toestel is aangesloten. Vermogen warmtepomp Stel parameter A11 in volgens het type aangesloten externe groep.
3.17 ANTILEGIONELLA-FUNCTIE (INDIEN GECOMBINEERD MET BOILERGROEP) De interne groep is uitgerust met een functie voor het uitvoeren van een thermoshock op de boiler. Deze functie brengt de generator op de maximaal toegestane temperatuur met ingeschakelde geïntegreerde weerstand voor het sanitair. De functie wordt ingeschakeld via de parameter “P 15”.
3.20 FUNCTIE DEKVLOERVERWARMING De interne groep is voorzien van een functie voor het uitvoeren van een thermoshock op nieuw gebouwde installaties met stralingspane- len zoals vereist door de geldende norm. Raadpleeg de producent van de straalpanelen voor de kenmerken van de thermische schok en de correcte uitvoering ervan. Om de functie te activeren hoeft er geen afstandsbediening aangesloten te zijn, en in het geval van een installatie die opgesplitst is in zones moet die correct aangesloten worden, zowel elektrisch als hydraulisch.
3.21 FUNCTIE ONTVOCHTIGING De ontvochtiging kan worden uitgevoerd op grond van drie verschillende soorten apparaten: 1) Hygrostaat; 2) Vochtigheidssensor; 3) Zone-afstandsbediening. In het eerste geval komt de regeltemperatuur in koeling overeen met: - In geval van aanvraag ontvochtiging: maximale setpoint ingesteld voor de zone in aanvraag; - In geval van aanvraag ontvochtiging en aanvraag koeling: setpoint ingesteld voor de zone in aanvraag.
3.27 FUNCTIE KEUZESCHAKELAAR VERWARMING/KOELING De keuzeschakelaarfunctie verwarming/koeling gebruikt het contact S44 in combinatie met de Omgevingsthermostaat van zone 1 om de aanvragen van verwarming/koeling naar de machine uit te voren door middel van spanningsloze contacten. Het is mogelijk om het type aanvraag, verwarming of koeling, vanaf de externe keuzeschakelaar S 44 te selecteren (zie elektrisch aan- sluitschema horizontaal klemmenbord (Par.
3.29 DEMONTAGE VAN DE MANTEL Voor een gemakkelijk onderhoud van de interne groep is het mogelijk de mantel volledig te demonteren volgens deze eenvoudige in- structies: Rooster onderaan (Fig. 41) - Draai de twee schroeven (a) los. - Druk de twee haken naar binnen die het rooster onderaan (b) blokkeren. - Neem het rooster (b) weg.
Pagina 82
Voorkant (Fig. 43) - Draai de twee schroeven (g) los. - Trek de voorkant (f) lichtjes naar u toe. - Haak de voorkant (f) los uit de pinnen (h) door het naar u toe te trekken en tegelijk naar boven te duwen.
Pagina 83
Bedieningspaneel (Fig. 44) - Druk op de haken die op de zijflank van het bedieningspaneel (i) zitten. - Laat het bedieningspaneel (i) naar u toe kantelen. Het bedieningspaneel (i) kan kippen tot het steunkoordje (j) volledig is uitgestrekt. - Indien het nodig is om de linkerflank te demonteren, maakt u het steunkoordje (j) los van het bedieningspaneel en gaat u daarna te werk zoals hierna wordt beschreven.
TECHNISCHE GEGEVENS TABEL TECHNISCHE GEGEVENS (EENFASIG) De onderstaande gegevens hebben betrekking op de productgegevens. MAGIS PRO 12 V2 MAGIS PRO 14 V2 MAGIS PRO 16 V2 Nominale gegevens voor applicaties op lage temperatuur (A7/W35) * Nominaal vermogen verwarming 12,00 14,00...
Pagina 85
Gegevens interne groep MAGIS PRO 12 V2 MAGIS PRO 14 V2 MAGIS PRO 16 V2 Afmetingen (Breedte x Hoogte x Diepte) 440x787x340 Max. werktemperatuur circuit verwarming °C Regelbare temperatuur verwarming (max werkbereik) °C 20-55 Regelbare temperatuur in koeling (max werkbereik) °C...
TABEL TECHNISCHE GEGEVENS (DRIEFASIG) De onderstaande gegevens hebben betrekking op de productgegevens. MAGIS PRO 12 V2 T MAGIS PRO 14 V2 T MAGIS PRO 16 V2 T Nominale gegevens voor applicaties op lage temperatuur (A7/W35) Nominaal vermogen verwarming 12,00 14,00...
Pagina 87
Gegevens interne groep MAGIS PRO 12 V2 T MAGIS PRO 14 V2 T MAGIS PRO 16 V2 T Afmetingen (Breedte x Hoogte x Diepte) 440x787x340 Max. werktemperatuur circuit verwarming °C Regelbare temperatuur verwarming (max werkbereik) °C 20-55 Regelbare temperatuur in koeling (max werkbereik) °C...
4.3 PRODUCTBLAD MAGIS PRO 12 V2 (IN OVEREENSTEMMING MET DE VERORDENING 811/2013) Voor een correcte installatie van het toestel het hoofdstuk 1 in deze handleiding (voor de installateur) en de geldende installatienormen raadplegen. Voor een correct onderhoud het hoofdstuk 3 van deze handleiding (voor de onderhouder) raadplegen en u houden aan de vermelde peri- odiciteit en werkwijze.
PRODUCTBLAD MAGIS PRO 12 V2 T (IN OVEREENSTEMMING MET DE VERORDENING 811/2013) Voor een correcte installatie van het toestel het hoofdstuk 1 in deze handleiding (voor de installateur) en de geldende installatienormen raadplegen. Voor een correct onderhoud het hoofdstuk 3 van deze handleiding (voor de onderhouder) raadplegen en u houden aan de vermelde peri- odiciteit en werkwijze.
Pagina 90
Tabel gemiddelde temperatuur (47/55) middelmatige zones MAGIS PRO 12 V2 - 12 V2 T Model Warmtepomp lucht water Warmtepomp op lage temperatuur Warmtepomp water\water Met bijkomende verwarmingsbron Warmtepomp zoutoplossing\water Gemengd verwarmingstoestel met warmtepomp: De parameters zijn aangegeven voor toepassingen op middelmatige temperatuur, behalve voor de warmtepompen op lage temperatuur. Voor de...
PRODUCTBLAD MAGIS PRO 14 V2 (IN OVEREENSTEMMING MET DE VERORDENING 811/2013) Voor een correcte installatie van het toestel het hoofdstuk 1 in deze handleiding (voor de installateur) en de geldende installatienormen raadplegen. Voor een correct onderhoud het hoofdstuk 3 van deze handleiding (voor de onderhouder) raadplegen en u houden aan de vermelde peri- odiciteit en werkwijze.
PRODUCTBLAD MAGIS PRO 14 V2 T (IN OVEREENSTEMMING MET DE VERORDENING 811/2013) Voor een correcte installatie van het toestel het hoofdstuk 1 in deze handleiding (voor de installateur) en de geldende installatienormen raadplegen. Voor een correct onderhoud het hoofdstuk 3 van deze handleiding (voor de onderhouder) raadplegen en u houden aan de vermelde peri- odiciteit en werkwijze.
Pagina 93
GJ Voor toestellen met gemengde verwarming met warmtepomp Verklaard belastingsprofiel Energie-efficiëntie verwarming van water η Dagelijks verbruik van elektrische stroom kWh Dagelijks verbruik van brandstof elec fuel Jaarlijks energieverbruik kWh Jaarlijks brandstofverbruik Adressen Immergas S.p.A. via Cisa Ligure n.95...
PRODUCTBLAD MAGIS PRO 16 V2 (IN OVEREENSTEMMING MET DE VERORDENING 811/2013) Voor een correcte installatie van het toestel het hoofdstuk 1 in deze handleiding (voor de installateur) en de geldende installatienormen raadplegen. Voor een correct onderhoud het hoofdstuk 3 van deze handleiding (voor de onderhouder) raadplegen en u houden aan de vermelde peri- odiciteit en werkwijze.
4.10 PRODUCTBLAD MAGIS PRO 16 V2 T (IN OVEREENSTEMMING MET DE VERORDENING 811/2013) Voor een correcte installatie van het toestel het hoofdstuk 1 in deze handleiding (voor de installateur) en de geldende installatienormen raadplegen. Voor een correct onderhoud het hoofdstuk 3 van deze handleiding (voor de onderhouder) raadplegen en u houden aan de vermelde peri- odiciteit en werkwijze.
Pagina 96
GJ Voor toestellen met gemengde verwarming met warmtepomp Verklaard belastingsprofiel Energie-efficiëntie verwarming van water η Dagelijks verbruik van elektrische stroom kWh Dagelijks verbruik van brandstof elec fuel Jaarlijks energieverbruik kWh Jaarlijks brandstofverbruik Adressen Immergas S.p.A. via Cisa Ligure n.95...
4.12 PRODUCTBLAD MAGIS PRO 12 V2 GECOMBINEERD MET SUPER TRIO TOP (IN OVEREENSTEMMING MET DE VERORDENING 811/2013) Voor een correcte installatie van het toestel het hoofdstuk 1 in deze handleiding (voor de installateur) en de geldende installatienormen raadplegen. Voor een correct onderhoud het hoofdstuk 3 van deze handleiding (voor de onderhouder) raadplegen en u houden aan de vermelde peri- odiciteit en werkwijze.
MAGIS PRO 12 V2 T + SUPER TRIO TOP 8 kW 8 kW 8 kW 4.14 MAGIS PRO 12 V2 - 12 V2 T-PARAMETERS GECOMBINEERD MET SUPER TRIO TOP Lage temperatuur (30/35) Middelmatige Parameter Waarde Koudste zones...
Pagina 99
Tabel gemiddelde temperatuur (47/55) middelmatige zones MAGIS PRO 12 V2 - 12 V2 T+ SUPER TRIO TOP Model Warmtepomp lucht water Warmtepomp op lage temperatuur Warmtepomp water\water Met bijkomende verwarmingsbron Warmtepomp zoutoplossing\water Gemengd verwarmingstoestel met warmtepomp: De parameters zijn aangegeven voor toepassingen op middelmatige temperatuur, behalve voor de warmtepompen op lage temperatuur. Voor de...
4.15 PRODUCTBLAD MAGIS PRO 14 V2 GECOMBINEERD MET SUPER TRIO TOP (IN OVEREENSTEMMING MET DE VERORDENING 811/2013) Voor een correcte installatie van het toestel het hoofdstuk 1 in deze handleiding (voor de installateur) en de geldende installatienormen raadplegen. Voor een correct onderhoud het hoofdstuk 3 van deze handleiding (voor de onderhouder) raadplegen en u houden aan de vermelde peri- odiciteit en werkwijze.
4.16 PRODUCTBLAD MAGIS PRO 14 V2 T GECOMBINEERD MET SUPER TRIO TOP (IN OVEREENSTEMMING MET DE VERORDENING 811/2013) Voor een correcte installatie van het toestel het hoofdstuk 1 in deze handleiding (voor de installateur) en de geldende installatienormen raadplegen. Voor een correct onderhoud het hoofdstuk 3 van deze handleiding (voor de onderhouder) raadplegen en u houden aan de vermelde peri- odiciteit en werkwijze.
Pagina 102
Voor toestellen met gemengde verwarming met warmtepomp Verklaard belastingsprofiel Energie-efficiëntie verwarming van water η 91,0 Dagelijks verbruik van elektrische stroom 8,78 kWh Dagelijks verbruik van brandstof elec fuel Jaarlijks energieverbruik 1832 kWh Jaarlijks brandstofverbruik Adressen Immergas S.p.A. via Cisa Ligure n.95...
4.18 PRODUCTBLAD MAGIS PRO 16 V2 GECOMBINEERD MET SUPER TRIO TOP (IN OVEREENSTEMMING MET DE VERORDENING 811/2013) Voor een correcte installatie van het toestel het hoofdstuk 1 in deze handleiding (voor de installateur) en de geldende installatienormen raadplegen. Voor een correct onderhoud het hoofdstuk 3 van deze handleiding (voor de onderhouder) raadplegen en u houden aan de vermelde peri- odiciteit en werkwijze.
4.19 PRODUCTBLAD MAGIS PRO 16 V2 T GECOMBINEERD MET SUPER TRIO TOP (IN OVEREENSTEMMING MET DE VERORDENING 811/2013) Voor een correcte installatie van het toestel het hoofdstuk 1 in deze handleiding (voor de installateur) en de geldende installatienormen raadplegen. Voor een correct onderhoud het hoofdstuk 3 van deze handleiding (voor de onderhouder) raadplegen en u houden aan de vermelde peri- odiciteit en werkwijze.
Pagina 105
Voor toestellen met gemengde verwarming met warmtepomp Verklaard belastingsprofiel Energie-efficiëntie verwarming van water η 89,0 Dagelijks verbruik van elektrische stroom 9,01 kWh Dagelijks verbruik van brandstof elec fuel Jaarlijks energieverbruik 1884 kWh Jaarlijks brandstofverbruik Adressen Immergas S.p.A. via Cisa Ligure n.95...
4.21 PARAMETERS VOOR HET INVULLEN VAN DE TECHNISCHE FICHE Als u op basis van het pakket Magis Pro V2 een set wenst te maken,moet u de setfiches gebruiken die aangegeven worden in (Fig. 60). Om het correct in te vullen, moet u in de daarvoor bestemde ruimtes (zoals aangegeven in de facsimile van de set-kaart Fig. 59) de waar- den waarnaar wordt verwezen in de tabellen van de paragraven "Parameters voor het invullen van de setfiche voor lage temperatuur (30/35)", "Parameters voor het invullen van het blad met de samenstellingen voor gemiddelde temperatuur (47/55)".
Pagina 107
Parameters voor het invullen van de setfiche voor lage temperatuur (30/35) Magis Pro 12 V2 - 12 V2 T Parameter Koudste zones Middelmatige zones Warmste zones "I" "II" "III" 2,43 2,43 2,43 "IV" 0,95 0,95 0,95 Magis Pro 14 V2 - 14 V2 T...
Pagina 108
Parameters voor het invullen van de setfiche voor lage temperatuur (30/35) Magis Pro 12 V2 - 12 V2 T gecombineerd met Super Trio Top Parameter Koudste zones Middelmatige zones Warmste zones "I" "II" "III" 2,43 2,43 2,43 "IV" 0,95 0,95...
Pagina 109
Technische fiche verwarmingssystemen milieu. ____ van de omgeving Temperatuurcontrole Klasse I = 1 %, Klasse II = 2 %, Klasse III = 1,5 %, Klasse IV = 2 %, Van de controlekaart Klasse V = 3 %, Klasse VI = 4 %, van de temperatuur Klasse VII = 3,5 %, Klasse VIII = 5 % Extra ketel...
Pagina 112
This instruction booklet is made of ecological paper. immergas.com Immergas S.p.A. 42041 Brescello (RE) - Italy Tel. 0522.689011 Fax 0522.680617...