De voedingskabel moet aangesloten worden op een net van 230V ±10% / 50Hz, volgens de juis-
te polariteit L-N en met aardingsaansluiting , op dit net moet een omnipolaire afsluiting met
overspanningscategorie klasse III voorzien zijn overeenkomstig de installatievoorschriften.
Voor de bescherming tegen eventueel continu pulserend spanningsverlies Pis het noodzake-
lijk om een veiligheidsdifferentiaal te voorzien van het type A.
Als de voedingskabel beschadigd is, neem dan contact op met een gekwalificeerd bedrijf (bij-
voorbeeld het Erkend Technisch Service Centrum) voor vervanging, om elk risico te voorko-
men.
De voedingskabel moet volgens het aangegeven traject worden aangelegd (Parag. 1.8); contact met de zijkant van het frame vermijden.
Een eventuele vervanging van zekeringen op de elektronische kaarten moet ook door gekwalificeerd personeel worden uitgevoerd: ge-
bruik een zekering F3.15A H250V op de instelkaart.
Voor de algemene voeding van het toestel door het elektrische net mogen geen adapters, multiple stopcontacten of verlengkabels worden
gebruikt.
Voer de verschillende elektrische aansluitingen uit afhankelijk van uw behoeften (Fig. 11, 12):
Voor de elektrische aansluiting tussen interne groep en boilergroep moet u de betreffende klemmen 37 en 38 aansluiten en de
aanwezige weerstand R8 gaan elimineren (Afb. 11):
Elektrische aansluiting externe groep
De interne groep moet gecombineerd worden met de externe groep via een aansluiting op de klemmen F1 en F2 zoals weergegeven wordt
in het elektrische schema (Afb. 12). De interne groep wordt, onafhankelijk van de externe groep, gevoed op 230 V.
Configureer de parameters van de interne groep zoals aangegeven in de paragraaf (Par. 3.13).
Installatie fotovoltaïsche installatie
Door het product op een fotovoltaïsche installatie aan te sluiten wordt het gebruik van de externe groep bevorderd wanneer de fotovolta-
ische panelen in werking zijn. Voer de aansluiting uit zoals aangegeven (Afb. 11).
Ontvochtigers
Voer de aansluiting uit zoals aangegeven (Fig. 12). Voor het voltooien van de aansluiting moet de optionele kit Kaart 2 relais worden inge-
voerd.
Het is verplicht om aparte leidingen met verschillende voedingsspanning aan te brengen, in
het bijzonder is het essentiële om de zeer laagspanningsverbindingen te scheiden van die op
230 V.
De leidingen van het product mogen nooit worden gebruikt als aansluiting voor de aarding
van de elektrische installatie of de telefooninstallatie.
Verzeker u ervan dat dit niet gebeurt vooraleer de interne groep elektrisch aan te sluiten.
De interne groep kan elektrisch worden aangesloten op externe groepen met stroomcircuits
met zeer lage veiligheidsspanning (SELV)
22