indien nodig vervangen. Deze werkzaamheden mogen
uitsluitend door de fabrikant of een geautoriseerde ser-
vicewerkplaats worden uitgevoerd.
Vervangen van bedrijfsvloeistof
De afgetapte bedrijfsvloeistof moet worden gecontro-
leerd op verontreinigingen en waterbijmengingen. Is de
bedrijfsvloeistof sterk verontreinigd en is er sprake van
een watergehalte van meer dan 1/3, dan moet de vloeistof
na 4 weken nogmaals worden vervangen. Is er dan weer
water aanwezig in de bedrijfsvloeistof, dan wordt een de-
fecte afdichting vermoed. Overleg met de fabrikant. Bij
toepassing van een controle van de afdichtkamer of een
lekkagebewaking zal de indicatie bij een defecte afdich-
ting binnen 4 weken na de vervanging opnieuw oplichten.
Algemeen geldt bij het vervangen van bedrijfsvloei-
stoffen: Machine uitschakelen, laten afkoelen, los-
koppelen van het stroomnet (door een vakman laten
doen!), reinigen en verticaal neerzetten op een stevige
ondergrond. Warme of hete bedrijfsvloeistoffen kun-
nen onder druk staan. De uitlopende bedrijfsvloeistof
kan brandwonden veroorzaken. Laat de machine daar-
om eerst afkoelen tot omgevingstemperatuur! Bevei-
lig de machine tegen omvallen en/of wegglijden!
6.4. Afdichtingskamer
•
Olievulplug van de afdichtingskamer voorzichtig en
langzaam eruit draaien.
Let op: De bedrijfsvloeistof kan onder druk staan!
Olieaftapbout eruit draaien. Bedrijfsvloeistof aftappen en
opvangen in een geschikt reservoir. Aftapbout reinigen,
voorzien van nieuwe afdichtring en weer indraaien. Om
de machine volledig leeg te maken, moet deze iets op de
zijkant worden gekanteld.
Let op dat de machine niet kan omvallen en/of weg-
glijden!
•
Machine horizontaal leggen en met bedrijfsvloeistof
vullen. Neem de voorgeschreven bedrijfsvloeistoffen
en vulhoeveelheden in acht. De vulhoeveelheid be-
draagt 1,1 liter.
•
Vulplug reinigen, voorzien van nieuwe afdichtring en
weer indraaien.
Schroef
(vul met olie)
40 | NEDERLANDS
7. Reparatiewerkzaamheden
7.1. Algemeen
De volgende reparatiewerkzaamheden zijn bij deze machi-
ne mogelijk:
•
Vervanging van waaier en pompkamer
•
Vervangen van slijtring
Bij deze werkzaamheden moet in het algemeen altijd het
volgende in acht worden genomen:
•
Ronde afdichtringen en aanwezige afdichtingen moe-
ten altijd worden vervangen.
•
Schroefborgingen zoals veerringen moeten altijd wor-
den vervangen.
•
De aanhaalmomenten moeten worden aangehouden.
Algemeen geldt bij reparatiewerkzaamheden:
Machine uitschakelen, loskoppelen van het stroomnet,
reinigen en horizontaal neerzetten op een stevige onder-
grond. Beveilig de machine tegen omvallen en/of wegglij-
den!
Indien niet anders vermeld, moeten de aanhaalmoment-
waarden uit de tabellen worden toegepast. Waarden voor
schone, gesmeerde schroeven.
Aanhaalmoment [Nm] voor schroeven A2/A4 (wrijvingsco-
efficiënt = 0,2)
M6
M8
M10
M12
M16
M20
7.2. Vervangen van verschillende pomponderdelen
Waaier en pomphuis vervangen
•
De cilinderschroef met binnenzeskant van afdichthuis
losdraaien en eraf draaien.
•
Het pomphuis met geschikte hulpmiddelen borgen,
bijv. hulphijswerktuig, en van het afdichthuis halen.
Op een veilige ondergrond plaatsen.
•
De waaier met geschikte hulpmiddelen goed vastzet-
ten, de waaierbevestiging (cilinderschroef met binn-
enzeskant) losmaken en eruit draaien.
Let op de schroefborging!
Screw
•
De waaier met geschikt trekgereedschap van de as
(olie avfoeren)
trekken.
•
As reinigen
•
Nieuwe waaier op de as plaatsen.
Let op dat de pasvlakken niet beschadigd raken!
A2/A4,
A2/A4,
Sterkte 70
Sterkte 80
DIN912/DIN933
DIN912/DIN933
7 Nm
11,8 Nm
17 Nm
28,7 Nm
33 Nm
58 Nm
57 Nm
100 Nm
140 Nm
245 Nm
273 Nm
494 Nm