INstAllAtIE
INstEllINgEN
13. Instellingen
13.1 standaardinstellingen
De warmtepompmanager werd in de fabriek
voorgeprogrammeerd met de volgende standaardinstellingen:
s c h a k e l t i j d e n
v o o r
1 )
verwarmingscircuit 2 H1 / H2 (dagwerking)
Maandag - vrijdag
Zaterdag - zondag
Kamertemperatuur 1 / 2
2)
Kamertemperatuur in dagwerking
Kamertemperatuur in verlaagde
werking
Schakeltijden voor
warmwaterprogramma
Maandag - zondag
3)
Warmwatertemperatuur
Warmwaterdagtemperatuur
Verlaagde warmwatertemp.
Steilheid stooklijn
Stooklijn 1
Stooklijn 2
1)
Enkel voor het 1ste schakeltijdpaar; het 2de en 3de schakeltijdpaar zijn niet
voorgeprogrammeerd.
2)
Standaardinstellingen zijn, zoals door Stiebel Eltron aanbevolen, zonder
nachtverlaging.
3)
Wegens het gunstige WP-tarief bij nachtopwarming van 22:00 - 6:00
13.2 Verwarmings- en warmwaterprogramma's
In deze tabellen kunt u de door u geprogrammeerde individuele
waarden noteren.
13.2.1 Verwarmingsprogramma verwarmingscircuit 1
Schakeltijdpaar I Schakeltijdpaar II Schakeltijdpaar III
Ma.
Di.
Wo.
Do.
Vr.
Za.
Zo.
Ma. - Vr.
Za. - Zo.
Ma. - Zo.
www.stiebel-eltron.com
v e r w a r m i n g s c i r c u i t
1
Standaard
Instelbereik
6:00 - 22:00
0:00 - 23:59
7:00 - 23:00
0:00 - 23:59
20 °C
5 - 30 °C
20 °C
5 - 30 °C
0:00 - 23:59
0:00 - 23:59
47 °C
10 - 60 °C
10 °C
10 - 60 °C
0,6
0 - 5
0,2
0 - 5
13.2.2 Verwarmingsprogramma verwarmingscircuit 2
Schakeltijdpaar I Schakeltijdpaar II Schakeltijdpaar III
Ma.
Di.
Wo.
e n
Do.
Vr.
Za.
Zo.
Ma. - Vr.
Za. - Zo.
Ma. - Zo.
13.2.3 Warmwaterprogramma
Schakeltijdpaar I Schakeltijdpaar II Schakeltijdpaar III
Ma.
Di.
Wo.
Do.
Vr.
Za.
Zo.
Ma. - Vr.
Za. - Zo.
Ma. - Zo.
14. Storingen verhelpen
14.1 storingsindicaties op het display
Storingen die in de installatie of in de warmtepomp optreden,
worden aangegeven op het display. Bij de installatiemenupunten
in Bedr naMe en teMPeraturen kunnen alle vereiste
parameters worden afgelezen die vereist zijn voor de omvangrijke
installatieanalyse. Voor de foutopsporing moeten alle beschikbare
parameters worden geanalyseerd voor de schakelkast van de
warmtepomp wordt geopend.
Als de veiligheidstemperatuurbegrenzer van de aanvullende
verwarming gewerkt heeft, wordt dit niet door de regelaar
aangegeven. De veiligheidstemperatuurbegrenzer kan door de
vakman worden gereset door op de resetknop te drukken. De oorzaak
voor het aanspreken van de veiligheidstemperatuurbegrenzer
is meestal lucht in het verwarmingscircuit of een te gering
verwarmingsdebiet.
WPF E | WPF cool |
41