Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Stiebel Eltron WPF 5 E Handleiding Voor Bediening En Installatie pagina 34

Warmtedrager/water
Inhoudsopgave

Advertenties

INstAllAtIE
INgEBrUIkNAmE
9
POMPCyCLI
Verwarmingscircuitpompsturing
de parameter insch. pomp geldt enkel voor het directe
verwarmingscircuit 1, dus voor verwarmingscircuitpomp 1.
De parameter kan AAN of UIT worden geschakeld. In de stand
UIT draait de verwarmingscircuitpomp niet cyclisch. Ze draait
continu. Ze wordt enkel uitgeschakeld in zomerbedrijf. Zodra
de parameter op AAN wordt gezet, wordt het schakelen van
de verwarmingscircuitpomp gestuurd op basis van een vast
temperatuurverloop van de buitentemperatuur. De inschakelimpuls
voor de verwarmingscircuitpomp bedraagt altijd 5 minuten.
De verwarmingscircuitpomp voor verwarmingscircuit 1 start
bij elke start van de warmtepomp. Na het uitschakelen van de
warmtepomp draait de pomp nog 5 minuten na. Nu wordt de
inschakelduur belangrijk, bijv. bij een buitentemperatuur van 5 °C
start de pomp 3 keer in één uur gedurende telkens 5 minuten
Pompkick
Om te voorkomen dat de pompen bijv. 's zomers vastlopen, wordt
de pomp na de laatste uitschakeling na 24 uur gedurende 10
seconden ingeschakeld. Dit geldt voor alle pompen.
Ve r w ar min g s c ir cu i t p o m p s t u r in g
afstandsbediening FE 7 / FEK
In combinatie met de afstandsbediening FE 7 of FEK wordt volgens
de schakelvoorwaarde
ϑ
Ruimte-REËEL
Ruimte-NOM
de verwarmingscircuitpomp in kwestie uitgeschakeld en gaat
de mengklep naar "DICHT". Dit geldt enkel als de invloed van
de kamervoeler K > 0 wordt ingesteld. Terugschakelen gebeurt
volgens de voorwaarde:
ϑ
Ruimte-REËEL
Ruimte-NOM
Het zomerbedrijf geldt ook bij werking met de afstandsbediening
FE 7 of FEK voor het verwarmingscircuit in kwestie.
< -10
-10
-5
0
5
1
Y
10
0
10
20
Y Buitentemperatuur in °C
X Tijd in minuten
1 Pauze
2 Pompwerktijd
34
| WPF E | WPF cool
m e t
aan ge s l o t e n
+ 1 K
2
30
40
50
60
10
CONTINUE LOPEN
Deze parameter moet op UIT worden gezet als een bufferreservoir
wordt gebruikt.
11
VASTE WAARDE
nominale vaste-waardetemperatuur
De retour van de warmtepomp wordt geregeld op de ingestelde
vaste waarde. Het uurprogramma wordt niet aanvaard. De
verschillende standen van de programmaschakelaar werken enkel
nog in op het mengklepcircuit (indien voorhanden). In de stand
Stand-by van de programmaschakelaar wordt de vorstbescherming
geactiveerd en wordt de compressor uitgeschakeld als een vaste
waarde ingesteld is. De zomerlogica geldt niet bij de vaste-
waarderegeling, m.a.w. de verwarmingscircuitpomp voor het
directe verwarmingscircuit wordt niet uitgeschakeld.
Bij gesloten klep toont het display altijd het vaste-
waardeprogramma, dus altijd verwarmingstijden.
12
BRON
Vorstbeveiliging voor warmtedrager|water-warmtepompen
De warmtepomp kan alleen worden gebruik t als
warmtedrager|water-warmtepomp!
ethyleenglycol als warmtedrager (daartoe behoort ook
propyleenglycol) geeft aan dat de vorstbeveiliging van
de warmtepomp uitgeschakeld is, het schakelen van de
vorstbeveiligingsdrukschakelaar heeft geen invloed meer.
Kalk als warmtedrager (STIEBEL-ELTRON warmtedragervloeistof
met ordernr. 18 54 72) geeft aan dat de vorstbeveiliging van
de warmtepomp uitgeschakeld is. Daarbij is verzekerd dat
de bronpomp bij een buitentemperatuur van – 10 °C wordt
ingeschakeld, ook als de warmtepomp niet in werking is. Bij een
buitentemperatuur van – 8 °C wordt ze weer uitgeschakeld.
alM 0, 30, 60, 120 en 180
(Enkel in combinatie met luchtafvoermodule LWM 250)
Bij een warmtedrageringangstemperatuur van <  10 °C kan,
in combinatie met de luchtafvoermodule en ethyleenglycol of
propyleenglycol als warmtedrager, een regenerering van de
warmtebroninstallatie worden uitgevoerd. Met de instellingen kan
de nalooptijd van de warmtedragerpomp na het uitschakelen van
de warmtepomp worden bepaald.
De vermelde cijferwaarden komen overeen met de nalooptijd in
minuten bij een gemiddelde warmtedrageringangstemperatuur
van 0 °C.
Instelling
Nalooptijd van warmtedragerpomp
ALM 0
1 minuut
ALM 30
30 minuten
ALM 60
60 minuten
ALM 120
120 minuten
ALM 180
180 minuten
Als de warmtedrageringangstemperatuur stijgt, wordt de
resulterende nalooptijd van de bronpomp korter. Als de
warmtedrageringangstermperatuur daalt, wordt de nalooptijd
www.stiebel-eltron.com

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave