INstAllAtIE
INgEBrUIkNAmE
12.6 Overzicht van de ingebruikname van de warmtepompmanager
(3de bedieningsniveau)
nr. Parameter (wordt op het display weergegeven)
IN BEDR NAME
1
CODE-INVOER
2
TAAL
3
CONTRAST
4
DISPL WEERGAVE
5
NOODBEDRIJF
Opgelet: De parameter KOELEN mag enkel worden ingesteld bij warmtepompen WPF...cool!
6
KOELBEDRIJF
KOELFUNCTIE
7
OPWARMPROGR
8
ZOMERBEDRIJF
9
POMPCYCLI
10
CONTINUE LOPEN
11
VASTE WAARDE
12
BRON
13
BRON MIN
14
RETOUR-MAX
15
MAX AANV VERW
16
HD SENSOR
17
MENG-MAX
30
| WPF E | WPF cool
DUITS
---
RETOURTEMP
BUITENTEMP
AAN / UIT
AAN / UIT
PASSIEF
AAN / UIT
ACTIEF
AAN / UIT
EERSTE-OPWARMT
AAN / UIT
BOUWWIJZE
AAN / UIT
AAN
UIT / °C
ETHYLENGLYCOL
KALK
°C
°C
°C
BAR
°C
VORIGE
WEEKDAG
WARMWATERTEMP
VENTILATOR
OPPERVLAKTE
ING-RUIMTETEMP
ING-RUIMTETEMP
ING-AANV-TEMP
ING-AANV-TEMP
HYSTERESE
HYSTERESE
VENTILATOR
OPPERVLAKTE
ING-RUIMTETEMP
ING-RUIMTETEMP
ING-AANV-TEMP
ING-AANV-TEMP
HYSTERESE
HYSTERESE
TIJD-E-OPWARM
OPWARMTEMP-MAX
VORIGE
BUITENTEMP
VORIGE
ALM 0
ALM 30
GWS
ALM 180
MENG-TEMP
VORIGE
VORIGE
MAX-CONTINUTEM
VERHOGING/DAG
ALM 60
ALM 120
www.stiebel-eltron.com